Kamervragen over invloed nieuwe watereisen op woningbouw 

17 mei 2024

Kamerlid Peter de Groot (VVD) heeft schriftelijke Kamervragen gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aanleiding voor de vragen is het artikel ‘Nieuwe watereisen veroorzaken schok: De bouw van zo’n half miljoen woningen staat op losse schroeven’.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

Vragen over waterveiligheid, waterschappen en meer

Een van de vragen gaat over het ‘ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Groot vraagt zich af wat de status van deze kaart is ten aanzien van waterveiligheid. Ook vraagt hij of de eisen voor waterveiligheid niet in contrast staan met de ambities om sneller tot woningbouw te komen. En in hoeverre het afwegingskader zal leiden tot hogere provinciale, waterschaps- en lokale regeldruk.

> Bekijk hier alle vragen van De Groot

Wat vinden de waterschappen?

Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het belangrijk dat water en bodem worden meegenomen in de ruimtelijke keuzes. Het veranderende klimaat zorgt voor toenemende periodes van droogte en wateroverlast, maar ook zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen, is meer ruimte voor water nodig. 

Tegelijkertijd is de druk op de ruimte voor onder meer woningbouw, de energietransitie, natuur en landbouw groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen willen daarom vanaf het begin betrokken zijn bij die keuzes. Om zo te zorgen dat we hier ook in de toekomst fijn kunnen wonen, werken en recreëren.

> Bekijk het standpunt van de waterschappen

Aandacht voor water in hoofdlijnenakkoord

16 mei 2024

De waterschappen vinden het goed dat er in het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB aandacht is voor veilige dijken en de beschikbaarheid van zoetwater. Ook wordt het belang van water en bodem bij het bouwen van nieuwe woningen meegenomen.



Voeten in de klei

“De waterschappen zijn bij uitstek van de uitvoering”, reageert Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen. “Wij staan letterlijk en figuurlijk met de voeten in de klei. Het is dan ook essentieel dat wij vroegtijdig worden betrokken bij de voorbereiding van beleid en wetgeving. Waterschappen dragen bij aan de grote maatschappelijke opgaven zoals wonen, de inrichting van Nederland en de energietransitie. Voor ons is het belangrijk wat beleid in de praktijk betekent voor veilig wonen achter de dijken, het voorkomen van wateroverlast en een watertekort. Wij kijken ook scherp mee naar de effecten op de waterkwaliteit in Nederland. Daarom is het des te belangrijker dat wij de komende maanden intensief betrokken worden bij de verdere uitwerking.”

Dijken, toekomstbestendig bouwen en waterbeschikbaarheid

In het hoofdlijnenakkoord staat dat de dijken ook in de toekomst voldoende bescherming moeten blijven bieden. De waterschappen blijven hierin graag samenwerken met het Rijk in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De coalitie geeft aan toekomstbestendig te willen bouwen en daarbij rekening te houden met water, bodem, landschap en stedenbouwkundige kwaliteit. Ook is er terecht aandacht voor de beschikbaarheid van zoetwater voor onder meer waterberging, natuur en het voorkomen van schade door droogte.

> Bekijk hier het hoofdlijnenakkoord

Planbureau voor de Leefomgeving: klimaatrisico’s vragen om versneld adaptatiebeleid

14 mei 2024

Dinsdag 14 mei publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving het rapport: Klimaatrisico’s in Nederland. Het rapport laat zien dat de huidige klimaatrisico’s nu al grote impact hebben op ons dagelijkse leven. Naar verwachting zullen deze risico’s in de toekomst alleen maar groter worden. Voor een toekomstbestendig en leefbaar Nederland zou klimaatadaptatie nu al sturend moeten zijn in onder andere het ruimtelijk beleid, woningbouwbeleid en het natuur- en landbouwbeleid.

pbl-klimaatrisico-landbouw-nat-land-

Toekomstgerichte woningen bouwen vraagt om structurele keuzes

Het klimaat in Nederland verandert. Het is de afgelopen 30 jaar warmer, droger én natter geworden. De klimaatrisico’s laten zien dat het urgent is om te bedenken hoe we hiermee willen omgaan. De overheid heeft de ambitie is om voor 2030 ongeveer een miljoen woningen te bouwen. Door klimaatadaptatie sturend te laten zijn bij de bouw van deze woningen kunnen klimaatrisico’s worden verkleind.

Welke keuzes gaan we maken?

Het PBL rapport laat  zien dat  extreme weersituaties regelmatig leiden tot lagere opbrengsten in de landbouw en schade aan gebouwen en infrastructuur. In de recente perioden van droogte kwam de watervoorziening sterk onder druk te staan, Mede dankzij de grote vraag naar (zoet)water en drinkwater op deze momenten. Vanwege prioriteringsregels in de landelijke verdringingsreeks werden grote watertekorten voorkomen. Maar hierdoor konden niet alle andere gebruikers overal en altijd van voldoende water worden voorzien. Dat had economische en maatschappelijke schade tot gevolg. Dit vraagt om het tijdig maken van keuzes: hoe willen we als maatschappij met deze risico’s omgaan?

Waterschappen: we kunnen dit niet alleen

“De klimaatrisico’s van PBL laten zien dat we voor flinke uitdagingen staan als Nederland. Als waterschappen kunnen we hierin veel, maar we kunnen dit niet alleen.” reageert Erik den Hertog, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “Als waterschappen hebben we natuurlijk al eeuwenlang ervaring in het afvoeren van water. Maar met het veranderende klimaat moeten we nu ook kampioen worden in water vasthouden. Het waterbeheer wordt steeds complexer en uitdagender, niet alles kan meer overal. We moeten daarom water en bodem leidend maken bij hoe we ons land gebruiken en inrichten. Of het nu gaat om het kiezen van locaties voor nieuwe woonwijken of het bepalen welke gewassen we verbouwen, water moet een hoofdrol spelen in die beslissingen. Laat de waterschappen aan tafel zitten als waterexperts bij al die ruimtelijke vraagstukken. Zodat de woonwijken die we nu bouwen ook toekomstbestendig worden en we hier over 30 jaar ook nog fijn met elkaar kunnen wonen, ondernemen, werken en recreëren.”

Waterschappen leveren inbreng commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Op donderdag 23 mei is het commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving van de Tweede Kamercommissie Binnenlandse Zaken. De Unie van Waterschappen leverde inbreng voor het agendapunt over het rapport ‘Hemelwater- en grijswatergebruik in het gebouw’.



Waterhergebruik en -besparing

Door bevolkingsgroei, economische activiteiten en klimaatverandering neemt het (drink)waterverbruik in Nederland toe. Tegelijkertijd daalt de beschikbaarheid van zoetwater door toenemende droogte. We moeten daarom zuinig omgaan met water en inzetten op waterbesparing en hergebruik van water, schrijven de waterschappen in hun inbreng.

Op korte termijn al drinkwatertekorten

Onderzoek van het RIVM en Vewin laat zien dat er op korte termijn al drinkwatertekorten kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld in gebieden waar veel nieuwe woningen worden gebouwd. Waterbesparende maatregelen zijn snel nodig om te voorkomen dat de opgave toeneemt. Een hemelwater-/grijswatersysteem is voldoende om de doelstellingen voor drinkwaterbesparing per woning te realiseren.

> Bekijk hier de volledige inbreng van de waterschappen

Waterschappen vragen aandacht voor water en bodem in commissiedebat Ruimtelijke Ordening

8 mei 2024

Op woensdag 22 mei spreekt de commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) over ruimtelijke ordening. Ter voorbereiding op het debat stuurde de Unie van Waterschappen de aandachtspunten van de waterschappen naar de commissieleden.

luchtfoto van stadje en landbouwgrond waar een riviertje doorheen slingert

Water en bodem in Nota Ruimte

De nieuwe Nota Ruimte geeft een langetermijnvisie voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen vinden dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moeten zijn in alle ruimtelijke plannen.

Zorgen over versnippering

De waterschappen willen daarnaast meer nationale regie en zijn bezorgd over de versnippering van ruimtelijk beleid. Op nationaal en regionaal niveau lopen er verschillende trajecten die de inrichting van gebieden de komende jaren gaan bepalen, waaronder het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de Regionale Energiestrategieën (RES), woningbouwafspraken en verstedelijkingsstrategieën. De planning en het abstractieniveau van deze lopende trajecten verschillen.

Borging noodzakelijk

Water en bodem leidend laten zijn blijkt lastig als het concreet wordt. Daarom is wettelijke borging nodig, ook in de Nota Ruimte. Nu zijn er vaak lastige discussies over verschillende belangen. De weging van het waterbelang is weliswaar in de Omgevingswet opgenomen als verplicht instrument bij ruimtelijke planvorming, maar moet in de dagelijkse werkelijkheid van planvorming en inrichting nog steviger verankerd en ingebed worden.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Hevige regenval zorgt voor problemen in Limburg

3 mei 2024

In de avond van donderdag 2 mei en de nacht op vrijdag 3 mei zijn er op verschillende plekken in het land piekbuien gevallen. Het KNMI gaf daarom op donderdag code geel af voor de provincies Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, Utrecht, Flevoland, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Rond 01.30 uur trok het KNMI de weerwaarschuwing in.

ondergelopen straat met in de verte een fietser met paraplu in de regen

Voorzorgsmaatregelen waterschappen

Om wateroverlast te voorkomen namen de waterschappen donderdagavond voorzorgsmaatregelen. Zo verlaagden ze waar mogelijk tijdelijk het waterpeil om een extra buffer te creëren om water op te vangen.

Vooral uitdagingen in Limburg

Op diverse plekken in Limburg leidde de hevige regenval tot ondergelopen straten en volle regenwaterbuffers. Hierdoor kwam er veel slib in de buffers en beken terecht. Momenteel lopen de regenwaterbuffers leeg om zo het slib eruit te halen. Ook wordt bij beken slib weggehaald waar een verhoogde afvoer is geweest.

De watersystemen in de rest van het land ondervinden geen hinder van de hevige regenval.

> Bekijk de meest actuele informatie bij waterschap Limburg

RIVM publiceert PFAS-handreikingen voor gebruik oppervlaktewater

Op vrijdag 3 mei heeft het RIVM drie nieuwe handreikingen gepubliceerd voor het gebruik van oppervlaktewater. De richtlijnen geven waterbeheerders in Nederland meer inzicht in de impact van PFAS op oppervlaktewater. Hiermee helpen ze de risico’s van het gebruik van oppervlaktewater beter te bepalen. Er is een handreiking voor zwemwater, een voor moestuinirrigatie en een voor het eten van vis uit oppervlaktewater.

water met blauwe lucht erboven

In opdracht van waterschap

De handreikingen zijn een praktische uitwerking van de kennisnotitie ‘PFAS verontreinigingen: een overzicht van beschikbare risicobeoordelingsinstrumenten voor gebruiksfuncties van oppervlaktewater’. Deze publiceerde het RIVM in februari dit jaar. Beide zijn gemaakt in opdracht van het waterschap Rivierenland.

> Lees het nieuwsbericht van waterschap Rivierenland

PFAS in zwemwater

De handreiking over zwemwater krijgt op dit moment de meeste aandacht. Het is een praktische uitwerking waarmee waterbeheerders risico’s kunnen beoordelen van blootstelling aan PFAS door zwemmen in open water. Met de officiële start van het zwemseizoen op 1 mei is daar nu veel behoefte aan.

> Ga voor actuele informatie naar zwemwater.nl

Waterschappen pleiten voor PFAS-verbod

De waterschappen maken zich zorgen over de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu. Ze vinden het daarom niet alleen belangrijk om te weten hoe om te gaan met PFAS in het water, maar vinden het nog belangrijker dat water- en bodemverontreiniging door PFAS stopt. De Unie van Waterschappen dringt daarom aan op een Europees totaalverbod op alle PFAS, zodat deze stoffen niet meer in het milieu terechtkomen.

> Lees meer over PFAS in water en bodem

> Bekijk hier de handreikingen van het RIVM

Tweede Kamer neemt wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel aan

23 april 2024

De waterschappen zijn blij dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen heeft aangenomen. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Dit is een hele mooie stap. Het zal leiden tot meer draagvlak voor de waterschapsbelastingen en tot goed uitlegbare tarieven.” Tijdens de stemming op dinsdag 23 april is een aantal moties en amendementen aangenomen. Het wetsvoorstel gaat daardoor iets gewijzigd naar de Eerste Kamer.

tweede-kamer-nieuw-lege-plenaire-zaal-bron-Tweede-Kamer-der-Staten-Generaal

Vincent Lokin: “Dit wetsvoorstel is een eerste, belangrijke verbetering van het belastingstelsel van de waterschappen. Het lost de urgente knelpunten op en helpt de waterschappen bij het realiseren van de opgaven waar Nederland voor staat. Bovendien zorgt het ervoor dat waterschappen in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken. Bijna al onze wensen zijn gerealiseerd. Het is fijn dat meerdere Kamerleden waardering uitspreken voor het werk van de waterschappen. Ook is er brede steun voor het uitgangspunt van het wetsvoorstel: hoe meer profijt je van het werk van het waterschap hebt, hoe meer je betaalt.”

Wensen van de waterschappen

Op twee punten wilden de waterschappen graag aanpassing van het wetsvoorstel. Zij pleitten ervoor dat de voorgestelde tariefdifferentiatie tussen woningen en bedrijfspanden geen verplichting maar een keuzemogelijkheid wordt. De Kamerleden Grinwis (ChristenUnie), Pierik (BBB) en Vedder (CDA) dienden hierover een amendement in. Bij het Kamerdebat op 18 april bleek dat een meerderheid van de Kamer vreest dat bestuurlijke keuzevrijheid leidt tot meer onzekerheid voor belastingbetalers. Het amendement werd verworpen.

Ruimte bij de verdeling

De tweede wens van de waterschappen was voldoende ruimte om de kosten over de betalende categorieën ongebouwd en natuur te verdelen, bij voorkeur met een bandbreedte van 30 procent. Het wetsvoorstel stelt de bandbreedte de eerste twee jaar op 30 procent, en daarna op 25 procent. Door het Kamerlid Sneller (D66) werd een amendement ingediend om deze bandbreedte te beperken tot 10 procent, maar dat kreeg geen meerderheid.

Verdere uitkomsten van het debat

Er zijn 4 moties aangenomen:

– Motie Grinwis (ChristenUnie) c.s. (nr. 19) over het jaarlijks informeren over de belastingopbrengst per waterschap.
– Motie Heutink (PVV) (nr. 20) over scherp toezicht houden op hoe de waterschappen het begrip “gebiedskenmerken” invullen.
– Motie Pierik (BBB) c.s. (nr. 21) over of dienstverlening ten behoeve van het watersysteem door agrariërs verdisconteerd kan worden in de kostentoedeling van de waterschapslasten.
– Motie van Dijk (NSC) en Pierik (BBB) (nr. 23) over het onderzoeken hoe de zuiverings- en verontreinigingsheffing meer op basis van de omvang van huishoudens geheven kan worden.

Er zijn twee amendementen aangenomen over een evaluatie en over de algemene maatregel van bestuur.

Vervolgproces

Het aangepaste wetsvoorstel wordt nu naar de Eerste Kamer gestuurd. Na het meireces wordt het in behandeling genomen. De waterschappen hopen dat zij het nieuwe stelsel met ingang van 1 januari 2026 kunnen toepassen.

> Lees meer over de aanpassing van het belastingstelsel

Waterschappen leveren inbreng voor commissiedebat Justitie en Veiligheid

29 april 2024

Op woensdag 15 mei spreekt de commissie voor Justitie en Veiligheid over de onderwerpen nationale veiligheid, brandweer en crisisbeheersing. De waterschappen hebben een aantal aandachtspunten voor het agendapunt voortgang crisisbeheersing.



Waterschappen uit wet Veiligheidsregio’s

De minister van Justitie en Veiligheid is van plan de waterschappen uit de wet Veiligheidsregio’s te schrappen. Dit omdat veiligheidsregio’s zelf verantwoordelijk zouden zijn voor het betrekken van relevante netwerkpartners. Dit kan betekenen dat water en klimaat niet meer vanzelfsprekend hoog op de agenda van de veiligheidsregio staan. De waterschappen vinden dit dan ook geen goed idee.

Door klimaatverandering komen watergerelateerde crises steeds vaker voor. Denk aan overstromingen en droogte. Ook zijn er situaties als cyberaanvallen en stroomuitval denkbaar waarbij de waterschappen worden geraakt. Zij beheren immers kritieke infrastructuur, zoals rioolwaterzuiveringen en gemalen. Allemaal redenen waarom waterschappen als specifieke crisispartner in de (opvolger van de) wet Veiligheidsregio’s moeten staan.

Onderzoek: positie waterschappen verstevigen

In opdracht van de Unie van Waterschappen en het ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoekt het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) momenteel hoe de positie van de waterschappen in de crisisvoorbereiding en -beheersing verstevigd kan worden. Het NIPV onderzoekt hierbij onder meer in hoeverre het juridisch mogelijk (en nodig) is om een waterschap lid te maken van het bestuur van een veiligheidsregio. Rond september 2024 wordt het eindrapport verwacht.

> Lees hier de volledige inbreng van de waterschappen

Nieuwe Deltascenario’s tonen groeiende wateropgaven voor heel Nederland

24 april 2024

Woensdag 24 april heeft kennisinstituut Deltares de nieuwe Deltascenario’s overhandigd aan minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en deltacommissaris Co Verdaas. De scenario’s laten zien waarmee we in het water- en ruimtelijk beleid rekening moeten houden tot het eind van deze eeuw. In alle vier de scenario’s worden de wateropgaven flink groter: de zoetwatertekorten nemen toe, extreme neerslag vergroot de kans op wateroverlast en de gevolgen van overstromingen worden groter. Knelpunten in zowel watertekorten, wateroverlast als waterveiligheid stapelen zich op. Dit raakt heel Nederland.

water met bootje en erachter een dijk en daarachter een dorp

Vier toekomstbeelden

De deltascenario’s omvatten vier toekomstbeelden tot 2050 en 2100: Warm, Stoom, Vlug en Ruim. Ze zijn alle vier even waarschijnlijk en leiden allemaal tot grotere uitdagingen voor het waterbeleid. Maatregelen in het watersysteem alleen zullen niet voldoende zijn. Er zijn ook ruimtelijke keuzes en oplossingen nodig, zoals het klimaatbestendig inrichten van onze leefomgeving en het aanpassen van water- en landgebruik.

Droger, maar ook natter

Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af. Dit komt door langere perioden van droogte en doordat er meer water verdampt door de hogere temperaturen. Tekorten ontstaan ook doordat er in de zomer minder water door de rivieren stroomt en het zoutwater steeds verder het land binnendringt.

Tegelijkertijd neemt in alle scenario’s de kans op wateroverlast toe: ’s zomers door piekbuien en ’s winters door langere periodes met neerslag. Extreme omstandigheden vallen bovendien vaker samen. Veel regen in combinatie met hoge rivierafvoeren en een hogere zeespiegel belemmeren voldoende waterafvoer. Zowel in stedelijk als landelijk gebied kan de schade groot zijn.

Balanceren tussen twee uitersten

“Waar de waterschappen eerst kampioen waren in het afvoeren van water, moeten we dat nu ook worden in water vasthouden”, reageert Erik den Hertog, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “De nieuwe Deltascenario’s laten zien dat het steeds meer balanceren wordt tussen twee uitersten: droogte en wateroverlast. Als waterschappen kunnen we hierin veel, maar de situatie wordt steeds uitdagender. We kunnen dit niet alleen. De waterschappen vinden dan ook dat water leidend moet worden in ruimtelijke inrichting bijvoorbeeld bij een locatiekeuze voor woningbouw of keuze voor bepaalde teelten in de landbouw. Laat de waterschappen aan tafel zitten bij ruimtelijke vraagstukken, zodat we nu en in de toekomst hier met elkaar kunnen wonen, werken en recreëren.”

Grotere kans op overstromingen

In alle vier de Deltascenario’s is nu actie nodig om ons tijdig te beschermen tegen natte voeten. De zeespiegel stijgt en de rivierafvoeren nemen in de winter toe. Daarnaast worden de gevolgen van een overstroming groter, omdat er meer mensen achter de dijken wonen en de economische waarde achter de dijken toeneemt. De waterschappen pleiten dan ook voor een tijdige investering in het gezamenlijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierin werken het Rijk en de 21 waterschappen samen aan dijkversterkingen.

Jeroen Haan, bestuurslid waterveiligheid bij de Unie van Waterschappen: “Veilig wonen en werken in onze laaggelegen delta is niet langer vanzelfsprekend. Voor de grotere opgaven van waterveiligheid na 2028 zijn er nog geen gezamenlijke afspraken gemaakt over de financiële gevolgen. De waterschappen investeren zelf fors en pleiten ook voor een tijdige vergroting van het Deltafonds met bijdrage van het Rijk.”

Over de Deltascenario’s

De Deltascenario’s komen iedere zes jaar uit en zijn gebaseerd op de nieuwste inzichten van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Planbureau, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. De scenario’s vormen uitgangspunten voor het waterbeleid, het Deltaprogramma en de uitvoeringsorganisaties. Maar ook daarbuiten zijn ze toepasbaar, bijvoorbeeld in het ruimtelijk beleid (Nota Ruimte) of Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De scenario’s laten zien waar op (middel)lange termijn oplossingen nodig zijn voor tijdig voorbereiding en om adaptief te werken aan een veilig en leefbaar Nederland.

> Bekijk de digitale brochure van de Deltascenario’s

> Bekijk het hoofdrapport van de Deltascenario’s