DWA-netwerkdag: kennisdelen over ξηρασία, inondation en Blue Deal

13 maart 2025

Internationale kennisuitwisseling over water stond van 10 tot en met 13 maart centraal in Amsterdam tijdens de DWA-Netwerkdag van de waterschappen, het Integrated Leaders Forum (ILF) en de waterbeurs Aquatech. Met als belangrijk moment voor de waterschappen de DWA-Netwerkdag op 13 maart. Een Franse en een Griekse waterprofessional presenteerden hier hun ervaringen aan 150 Nederlandse waterschappers over twee onderwerpen op de Nederlandse kennisagenda: droogte en wateroverlast.

dwa-netwerkdag-2025

DWA-Netwerkdag

De 21 waterschappen zijn gezamenlijk internationaal actief onder de naam Dutch Water Authorities (DWA). DWA-coördinator Piebe Hoeksma opende de DWA-Netwerkdag met een plenair gesprek met Luzette Kroon, bestuurslid internationaal van de Unie van Waterschappen. “Uitdagingen zoals lange periodes van droogte, extreme neerslag en watervervuiling spelen wereldwijd en trekken zich niets aan van landsgrenzen. Water is daarin een van de sleutels, daarbij draait het om lokale en regionale implementatie. Daarom is internationale samenwerking juist nu zo belangrijk, zeker op het gebied van klimaatadaptatie”, aldus Kroon. “De vier thema’s waar DWA zich op richt: kennis halen en brengen, Europa, Blue Deal/Internationale projecten en arbeidsmarkt blijven onverminderd belangrijk”.

Leren van Griekse en Franse waterprofessionals

Petra Goessen, buitenlandcoördinator bij hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, werkt namens DWA aan de kennisagenda is constant op zoek naar ideeën om meer kennis uit het buitenland op te halen. “Internationaal samenwerken laat je kritisch nadenken over je manier van werken”, aldus Goessen. “Bijvoorbeeld over regelgeving. Waarom doen we wat we doen? En kan het anders en beter? Of kunnen we helpen? Het is boeiend om bij een ander in de keuken te kijken en gericht op zoek te gaan naar relevante samenwerkingsverbanden zoals met Frankrijk en Griekenland over wateroverlast en droogte tijdens deze netwerkdag.”   

Marie Evo, directeur CEPRI, centrum voor preventie van overstromingsrisico’s in Frankrijk deelde haar visie en ervaring op het gebied van wateroverlast. Ze vertelde onder andere over hoe het waterbeheer in Frankrijk is georganiseerd: “CEPRI kan haar 121 leden, vooral gemeenten, heel goed bereiken en deelt steeds actiever informatie met gemeenten die verantwoordelijk zijn voor wateroverlast. We helpen elkaar. Het is belangrijk om ook in Europa kennis met elkaar te delen, ondanks taalbarrières. Ontmoet en leer van elkaar.”    

Chrisoula Nikolarou, hoofd Waterdiensten van het Griekse Ministerie van Milieu en Energie, vertelde over haar ervaringen met langdurige droogte in Griekenland. Het is haar eerste bezoek aan Nederland en ze is onder de indruk van het vele oppervlaktewater in Nederland: “Helaas is de situatie in Griekenland anders. Het wordt door droogte steeds uitdagender om voldoende water te hebben, zeker in de zomerse maanden als er veel toeristen in het land zijn. Er zijn heel veel spelers in het Griekse waterbeheer en door schaarste staan onze waterbronnen onder grote druk. Er wordt veel samengewerkt met agrariërs om water te besparen met behulp van nieuwe systemen en met trainingen. Ook werken we aan natured based solutions, onder andere met Deltares aan bijvoorbeeld van de sponswerking van de grond.”

Wat leren we van de Blue Deal?

De Nederlandse waterschappen werken over de hele wereld samen met waterpartners. Een belangrijk programma van Dutch Water Authorities is de Blue Deal. Het doel: 20 miljoen mensen wereldwijd toegang geven tot voldoende, schoon en veilig water. Het programma loopt tot 2030 en bestaat uit zeventien langdurige partnerschappen in vijftien landen. Programmamanager Marieke van Nood liet zien wat we alle partners leren door de samenwerking binnen de Blue Deal en wat het oplevert. “Dit jaar zijn er 250 waterschappers die zich binnen de Blue Deal inzetten voor internationaal beter waterbeheer. Wij helpen onze partners op een praktische manier, in economische lastige omstandigheden, om hun werk beter te doen. We leren van het buitenland hoe we buiten de kaders moeten blijven denken en inwoners kunnen betrekken bij monitoring van waterbeheer. We werken veel samen met lokale bedrijven en universiteiten, kennisinstellingen en Nederlandse adviesbureaus.”   

Deelsessies

Na het plenaire deel waren er deelsessies rond de  DWA-thema’s kennisuitwisseling, Europa, internationale projecten/Blue Deal en aantrekkelijk werkgeverschap:

  • Wateroorlogen of Slimme Oplossingen? Omgaan met Uitdagingen rondom Waterverdeling (Blue Deal)
  • Decentrale Afvalwaterzuivering en stimuleren van hergebruik (Blue Deal)
  • Internationaal handboek beheer van waterkeringen in noodsituaties
  • Droogte en klimaatbestendigheid – Leren van de buren

Bekijk meer informatie over de deelsessies: https://evenementen.uvw.nl/dwa-netwerkdag2025/nl/subsessies.

Aquatech

Na de Netwerkdag kreeg iedere deelnemer de mogelijkheid om de waterbeurs Aquatech te bezoeken. Aquatech is een toonaangevende vakbeurs. De beurs is uniek in Europa, met een 100 procent focus op water, meer dan 20.000 bezoekers en ruim 800 exposanten om het jaar. Partners voor Water, NWP en Water Alliance organiseerden aan het einde van de dag een borrel op de beursvloer waarbij diverse waterschappers de kans pakten om in gesprek te gaan met buitenlandse waterprofessionals.

ILF

Het Integrated Leaders Forum (ILF) 2025 is een exclusieve bijeenkomst voor leiders uit de watersector om duurzame en veerkrachtige wateroplossingen te bespreken. Het evenement vond op 11 maart plaats tijdens Aquatech Amsterdam en bracht experts samen voor kennisuitwisseling en samenwerking. Er werden onder andere keynotes verzorgd door Deltacommissaris Co Verdaas en Hoogleraar Joyeeta Gupta van Universiteit van Amsterdam. Het ILF wordt ondersteund door een raad van experts uit universiteiten, bedrijven en overheidsinstanties, waaronder TU Delft, Unie van Waterschappen, Arcadis en de Europese Unie. Het doel is om innovatieve oplossingen en nieuwe samenwerkingsinitiatieven te realiseren die de toekomst van waterbeheer wereldwijd verbeteren.

Meer informatie over het internationale werk van de waterschappen? Kijk dan op www.uvw.nl/internationaal en www.dutchwaterauthorities.com.  

Staatssecretaris Szabó bezoekt Unie van Waterschappen

12 maart 2025

Zsolt Szabó, staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering, bezocht op 10 maart de Unie van Waterschappen. Hier ging hij in gesprek met waterschapsbestuurders. De ontwikkeling van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) en de samenwerking tussen overheden op het gebied van digitalisering stonden centraal.

Portretfoto van Zsolt Szabo

Digitale weerbaarheid

Tijdens het beraad spraken waterschapsbestuurders met digitalisering in de portefeuille over de prioriteiten voor de waterschappen voor de NDS. Hierbij is benadrukt dat digitale weerbaarheid een belangrijk onderwerp is. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De waterschappen zijn blij dat ook de staatssecretaris digitale weerbaarheid hoog op de agenda heeft staan. We zijn bereid om samen met de staatssecretaris te kijken naar de mogelijkheden om de gestelde ambities waar te maken.”

Samenwerking tussen overheden

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt onder leiding van staatssecretaris Szabó met de NDS aan een Nederlandse strategie om een duidelijke richting te geven aan het digitaliseringsbeleid voor de komende jaren. De staatssecretaris heeft als doel om Nederland als één overheid te bedienen. Betere samenwerking tussen verschillende overheden is hierbij cruciaal. “De digitale transformatie is van groot belang voor de uitvoeringskracht van overheden”, zegt Vincent Lokin. “Het is essentieel dat we als overheden onderling van elkaar leren en elkaar inspireren. Samenwerken is noodzakelijk voor effectiviteit en efficiëntie.”

Nieuwe wet- en regelgeving

Voor de waterschappen is daarbij een realistische en pragmatische aanpak belangrijk. Vincent Lokin: “Implementatie van nieuwe wet- en regelgeving rond digitalisering kost tijd en moeite. De waterschappen hebben daarom helderheid nodig vanuit het Rijk en ondersteuning waar nodig.”

De Unie van Waterschappen presenteerde ook de Vaarkaart – Digitaal op koers, het visiedocument van de waterschappen met betrekking tot digitale transformatie. Vincent Lokin stelt: “Om optimaal te profiteren van de mogelijkheden die de informatiesamenleving biedt, moeten de waterschappen wendbaarder worden in het omgaan met de constante veranderingen in de digitale wereld.”

Nederlandse digitaliseringsstrategie

De NDS heeft als doel om samen, als één overheid, te werken aan zes sectoroverstijgende ambities op het gebied van digitalisering.

In gesprek met Eurocommissaris Jessika Roswall over waterbeheer 

6 maart 2025

Water Europe organiseerde 4 maart een studiemiddag over waterweerbaarheid in Europa. Tijdens deze dag sprak Jessika Roswall, Eurocommissaris voor Milieu, Waterweerbaarheid en Circulaire Economie, met verschillende Europese experts en belanghebbenden. Luzette Kroon woonde namens de waterschappen de bijeenkomst in Brussel bij. Het belangrijkste gespreksonderwerp was de Water Resilience Strategy: de Europese strategie om waterbestendig te worden. 



Luzette Kroon, bestuurslid internationaal van de Unie van Waterschappen: “Waterweerbaarheid is inmiddels een belangrijk onderwerp op de agenda van de Europese Unie. Voor het eerst heeft Europa een Eurocommissaris voor Milieu, Waterweerbaarheid en Circulaire Economie (Roswell) aangesteld. Roswell ambieert om de Water Resilience Strategy in het tweede kwartaal van dit jaar te publiceren. Tijdens de bijeenkomst spraken wij ruim vier uur met Roswall over de uitdagingen rond water. Ook keken we naar oplossingen en kansen voor de toekomst van de watersector als input voor de strategie.” 

Uitdagingen voor waterbeheer

De waterschappen zijn blij met dit Europese initiatief en benadrukken de urgentie om in Europees verband samen te werken aan waterweerbaarheid en grensoverschrijdend waterbeheer. De waterschappen wijzen er op dat extreem weer vaker voorkomt waardoor de uitdagingen voor waterbeheer toenemen. Ook blijft een effectieve bronaanpak van vervuiling, zoals bijvoorbeeld PFAS, op Europees niveau vooralsnog uit. Hiermee wordt de opgave om mensen te voorzien van voldoende en schoon water steeds groter. Rivieren als de Rijn, Maas en Schelde monden uit in Nederland. Dit maakt Nederland erg afhankelijk van bovenstroomse landen als het gaat om waterkwaliteit en -kwantiteit. Meer samenwerking binnen Europa is nodig, aldus de waterschappen.  

Water Europe en Dutch Water Authorities 

Het Europese netwerk Water Europe heeft meer dan 280 leden die werken aan innovatieve oplossingen voor waterbeheer. Luzette Kroon is binnen dit netwerk voorzitter van de Water Europe Community of Practice on Water-Smart River Basins.  
De Nederlandse waterschappen werken onder de naam Dutch Water Authorities actief samen met andere Europese organisaties. Ook in Brussel zetten ze zich in om ervoor te zorgen dat de belangen van Nederlandse waterschappen en drinkwaterbedrijven (Vewin) goed vertegenwoordigd worden.  

Geïnteresseerd in het internationale werk van de waterschappen? Op donderdag 13 maart vindt de DWA Netwerkdag plaats. Hier staat de Water Resilience Strategy ook op de agenda.  

>Lees Brussel maakt zich op voor de Water Resilience Strategy

Waterschappen reageren op rapport Natuurmonumenten over slechte waterkwaliteit

Op 6 maart publiceerde Natuurmonumenten een rapport over de waterkwaliteit in elf natuurgebieden. De organisatie concludeert dat de natuur achteruitgaat door vervuiling en verdroging. De Unie van Waterschappen deelt de zorgen van Natuurmonumenten en herkent de noodzaak om de druk op ons watersysteem te verminderen. Waterschappen blijven investeren in het herstellen en verbeteren van het watersysteem, maar schoon en gezond water vraagt ook gezamenlijke inzet van industrie, landbouw en het Rijk om vervuiling en verdroging te voorkomen.

rapport-natuurmonumenten-waterkwaliteit

Zowel waterkwaliteit als -kwantiteit zijn belangrijke indicatoren voor de toestand van de natuur. Daarom onderzocht Natuurmonumenten hoe het ervoor staat met het oppervlaktewater en het grondwater in elf van haar natuurgebieden verspreid over het land. Verdroging, vervuiling, en verzuring bedreigen kwetsbare planten en dieren, met ernstige schade als gevolg, meldt Natuurmonumenten.

Schoon water cruciaal voor gezonde natuur

“De belangrijkste oorzaken voor de achteruitgang zijn te veel afvoer van water, grondwateronttrekkingen, uitspoeling van bestrijdingsmiddelen en meststoffen en klimaatverandering. Voor gezonde natuur en het behoud van planten en dieren is voldoende en schoon water cruciaal. Maar ook in Nederland waterland is dat geen vanzelfsprekendheid meer en dat heeft grote gevolgen,” schrijft Natuurmonumenten.

Druk op waterkwaliteit vraagt om keuzes

De Unie van Waterschappen deelt de zorgen van Natuurmonumenten over de waterkwaliteit in natuurgebieden en de effecten hiervan op de biodiversiteit. Bestuurslid Sander Mager benadrukt dat een gezond watersysteem essentieel is voor natuur en samenleving. “Elke vierkante meter in Nederland wordt intensief gebruikt, wat grote gevolgen heeft voor kwetsbare ecosystemen. Schoon water vraagt om keuzes.”

Robuust watersysteem

Sander Mager: “Voor een gezonde waterkwaliteit moeten we de natuur, de landbouw, de industrie en de drinkwatervoorziening met elkaar verbinden. Waterbeheer gaat over de toekomst van onze regio’s, over het waarborgen van leefbaarheid. Daarom pleiten we voor stevige bronaanpak, met strenger toelatingsbeleid voor nieuwe stoffen, en een mestbeleid dat in overeenstemming is met de Kaderrichtlijn Water. We moeten ervoor zorgen dat het watersysteem robuust en duurzaam is. Zodat we samen kunnen bouwen aan een leefomgeving die voor iedereen werkt.”

Gezamenlijke opgave

Waterschappen werken aan het herstel van het watersysteem, maar kunnen dit niet alleen. “Gerichte en daadkrachtige maatregelen zijn nodig om verdere verslechtering te voorkomen en verbetering in te zetten,” aldus Sander Mager. “Schoon water is van belang voor iedereen: bewoners, boeren, bedrijven, dieren en natuur.”

> Lees meer over de inzet van de waterschappen voor het verbeteren van waterkwaliteit

Waterschappen in gesprek met ministeriële commissie Economie en Natuurherstel 

5 maart 2025

Op 5 maart gingen de waterschappen samen met de provincies en de gemeenten in gesprek met de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel over de kabinetsplannen rond stikstof en natuurherstel. De decentrale overheden stuurden aan op meer regie vanuit het Rijk en willen dat de impasse wordt doorbroken met een geborgde aanpak.

Unie-van-Waterschappen-op-bezoek-Catshuis

Foto: Erik den Hertog, Jeroen Haan en Meindert Smallenbroek

De decentrale overheden roepen het kabinet op om snel maatregelen te nemen om Nederland uit de stikstofimpasse te halen. De recente rechterlijke uitspraken over intern salderen en de Greenpeace-zaak hebben ertoe geleid dat vergunningverlening op grote schaal stilvalt. Dit heeft gevolgen voor duizenden bedrijven en belangrijke maatschappelijke opgaven, zoals de landbouw, wonen, energietransitie, waterveiligheid, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en natuurherstel.   

 Vertraging en extra kosten  

Namens de Unie van Waterschappen waren voorzitter Jeroen Haan en bestuurslid Erik den Hertog bij het overleg. Verder waren aanwezig IPO, VNG, minister-president Schoof, vicepremier Hermans en de ministers Uitermark (BZK), Wiersma (LVVN), Keijzer (VRO) en Madlener (IenW). “Voor de veiligheid van Nederland is het belangrijk dat de waterschappen zonder vertraging en zonder hoge extra kosten kunnen werken aan het versterken van de dijken en aan schoon water. Daarom is een geborgde stikstofaanpak en natuurherstel heel dringend nodig. Waterschappen willen hieraan bijdragen vanuit hun verantwoordelijkheid voor het waterbeheer. Het Rijk moet tegelijk heldere keuzes maken binnen welke wettelijke, ruimtelijke en financiële kaders dit gaat gebeuren”, lichtte Erik Den Hertog toe.   

 Geborgde aanpak  

Bij het bieden van de oplossing nemen de decentrale overheden hun verantwoordelijkheid, maar stellen daarbij ook duidelijke randvoorwaarden. Zij pleiten voor een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en natuurherstel, zodat op voorhand natuurherstel zeker is en de vergunningverlening zo snel mogelijk weer op gang komt.

Ruimtelijke keuzes   

De waterschappen benadrukten hierbij dat er breder gekeken moet worden dan stikstof alleen om daadwerkelijk natuurherstel te kunnen realiseren. “Daarbij heeft water een belangrijke rol en de waterschappen willen daarom gebiedsgericht aan de slag met watermaatregelen, bijvoorbeeld met het tegengaan van verdroging van de natuur door flexibel waterpeilbeheer en het plaatsen van extra stuwen”, aldus Jeroen Haan. “Het vraagt echter allereerst om duidelijke ruimtelijke keuzes die het Rijk nu moet maken om niet af te wentelen op toekomstige generaties.” Deze boodschap is in lijn met de brief die de waterschappen op 10 februari stuurde aan de ministeriële commissie. Daarnaast willen de waterschappen een integrale aanpak die ook bijdraagt aan het halen van de waterkwaliteitsdoelen van de KRW.  

Vervolg   

De aanwezigen kwamen overeen om binnenkort in een vervolggesprek te bespreken wat er nodig is om uit de stikstofimpasse te komen en op korte termijn de vergunningverlening weer op gang te krijgen. 

Inbreng debat Ruimtelijke Ordening: ruimte voor water zorgt voor veilig wonen

3 maart 2025

Op 13 maart bespreekt de Tweede Kamer tijdens het commissiedebat Ruimtelijke Ordening belangrijke keuzes over de inrichting van Nederland. De Unie van Waterschappen benadrukt dat water en bodem hierin een sturende rol moeten spelen.

kanaal met erachter huizen aan dijk

Heldere keuzes voor waterbeheer en bodemkwaliteit

Het landelijk gebied heeft dringend behoefte aan duidelijke kaders voor waterbeheer en bodemkwaliteit. Dit is noodzakelijk om Nederland toekomstbestendig in te richten en duurzaam om te gaan met ons watersysteem. De waterschappen vragen daarom onder andere aandacht voor:

  • Betere regulering van grondgebruik: Het omzetten van grasland naar akkerbouw of boomteelt brengt risico’s voor de waterkwaliteit met zich mee. Verpachting aan de hoogste bieder leidt vaak tot intensievere landbouw.
  • Overgangszones rond natuurgebieden: Deze zones zijn nodig om verdroging van natuur en kwel op landbouwgronden te voorkomen.

Woningbouw en waterbeheer hand in hand

Nieuwe woningen moeten worden gebouwd met aandacht voor water- en bodembeheer. Dit voorkomt verzakkingen en schimmelproblemen en draagt bij aan de waarde van vastgoed. Goed waterbeheer is een kans voor toekomstbestendige en duurzame woningbouw.

Zoetwatervoorziening veiligstellen

Om Nederland klimaatbestendig te houden, moeten er ruimtelijke reserveringen worden gemaakt voor zoetwatervoorziening. Dit betekent onder andere dat diepe polders en lage zandgronden niet volgebouwd mogen worden en dat er ruimte rond steden moet blijven voor waterberging.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

De Unie van Waterschappen roept de Tweede Kamer op om deze aandachtspunten mee te nemen in het debat en te zorgen voor beleid dat bijdraagt aan een klimaatbestendig Nederland.

Brussel maakt zich op voor de Water Resilience Strategy

24 februari 2025

Na de Europese verkiezingen van juni 2024 werd relatief snel duidelijk dat waterweerbaarheid op de Europese agenda stond. Met de aanstelling van Jessika Roswall als Eurocommissaris voor Milieu, Waterweerbaarheid en een Competitieve Circulaire Economie werd er voor het eerst ook een Eurocommissaris aangesteld met waterweerbaarheid zo expliciet in haar portefeuille.

Brussel-Water-Resilience-Strategy

Inmiddels is duidelijk dat de Water Resilience Strategy in het tweede kwartaal van dit jaar gepubliceerd zal gaan worden.

Initiatiefrapport waterweerbaarheid

De Milieucommissie van het Europees Parlement werkt momenteel aan een initiatiefrapport waarin zij haar belangrijke wensen voor de strategie benoemt. Thomas Bajada, een Maltese Sociaaldemocraat, heeft namens het Europees Parlement een conceptrapport opgeleverd. In het rapport besteedt Bajada aandacht aan zaken als vervuiling, klimaatadaptatie en grensoverschrijdende samenwerking. De waterschappen zien het belang van dit Europese initiatief en benadrukken de urgentie om in Europees verband samen te werken aan waterweerbaarheid en grensoverschrijdend waterbeheer.

Zorgen over waterweerbaarheid en waterkwaliteit

De waterschappen wijzen op de toenemende uitdagingen door klimaatverandering, waaronder extremen in neerslag en droogte. Ook blijft effectieve bronaanpak van vervuiling, zoals bijvoorbeeld PFAS, vooralsnog uit. Hiermee wordt de opgave om mensen te voorzien van voldoende en schoon water steeds groter. Rivieren als de Rijn, Maas en Schelde monden uit in Nederland. Dit zorgt ervoor dat Nederland erg afhankelijk is van bovenstroomse landen als het gaat om waterkwaliteit en -kwantiteit.

Afwenteling voorkomen door internationale samenwerking

Internationale samenwerking is essentieel om afwenteling van waterproblemen te voorkomen. Veel gaat al goed in internationale samenwerking, echter is het nodig deze samenwerking te verankeren en te versterken op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Waterschappen roepen op tot een verschuiving van denken naar doen in stroomgebieden. Hiervoor zijn duidelijke governance en gedeelde voorspellingen randvoorwaarden voor effectieve samenwerking. Ook moet er meer aandacht komen voor regionale grensoverschrijdende stroomgebieden. Waterschappen roepen de Europese Commissie op om een aanjagende rol te spelen om samenwerking in die gebieden te versterken of te initiëren.

Een gezamenlijke aanpak van klimaatadaptatie

Klimaatadaptatie is een thema dat alle overheden, bedrijven en burgers aangaat. Waterschappen pleiten voor een gezamenlijke aanpak van deze opgave. Bijvoorbeeld door verdere uniformering van de aanpak van klimaatadaptatie tussen lidstaten. Binnen deze aanpak zou voorkeur gegeven moeten worden aan adaptieve maatregelen om zo voorbereid te zijn op verschillende scenario’s. Ook moet onderlinge solidariteit een belangrijk uitgangspunt zijn. Ook pleiten waterschappen voor een wederzijdse instemmingsplicht binnen stroomgebieden voor ingrepen die invloed hebben op waterbeschikbaarheid en overstromingsrisico’s om zo afwenteling te voorkomen.

Vervolg

De milieucommissie heeft op 18 februari gedebatteerd over deze thema’s, waarbij belangrijke onderwerpen zoals bronaanpak bij vervuiling en voedselzekerheid aan de orde zijn gekomen. Het initiatiefrapport wordt naar verwachting op 8 april vastgesteld in de milieucommissie en op 5 mei ter goedkeuring voorgelegd aan het gehele Europees Parlement.

> Lees hier de wensen van de waterschappen met betrekking tot het Water Resilience Iniative

Wat betekenen de bezuinigingen op ontwikkelingshulp voor de Blue Deal?

20 februari 2025

Alle Nederlandse ontwikkelingshulp moet voortaan direct gericht zijn op de belangen van Nederland. Dit is de boodschap van minister Klever, die op 20 februari presenteerde hoe de aangekondigde bezuiniging van 2,4 miljard euro op ontwikkelingssamenwerking zal worden vormgegeven. Dit is een van de grootste bezuinigingen van dit kabinet. Wat betekent dit voor het grootste internationale programma van de waterschappen: de Blue Deal?

Het logo van de Blue Deal.

Watermanagement grotere prioriteit

Voldoende, veilig en betrouwbaar water is een voorwaarde voor stabiele samenlevingen, veerkrachtige gemeenschappen en economische groei. Dat wordt erkend in de beleidsbrief die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Dit kabinet zet daarom sterker in op watermanagement dan voorheen en wil daarbij een grotere rol voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Betekenis voor de Blue Deal

De Blue Deal draagt precies bij aan de focus van de beleidsbrief: 20 miljoen mensen wereldwijd toegang geven tot voldoende, schoon en veilig water. Ook dragen de 17 partnerschappen van de Blue Deal bij aan een sterkere positie van Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en andere Nederlandse organisaties in de watersector in het buitenland. Omdat de Blue Deal een langlopend programma is (tot en met 2030), zullen de partnerschappen dus een belangrijke rol blijven vervullen in de uitvoering van de kabinetsplannen voor internationale samenwerking.

Impact op andere organisaties

Minister Klever heeft in haar beleidsbrief grote bezuinigingen aangekondigd voor veel andere projecten die de partners binnen het Blue Deal-programma kunnen raken. Zo komt er veel minder geld beschikbaar voor hulp op het gebied van klimaat, sociale initiatieven en multilaterale samenwerking. Hoe deze bezuinigingen naast de versterking van inzet op watermanagement precies zullen uitpakken, wordt de komende tijd uitgewerkt. Ook wordt de brief binnenkort door de Tweede Kamer behandeld en is er een kans dat de bezuinigingen op ontwikkelingshulp een rol spelen in de discussies rond de voorjaarsbegroting.

Wat is Blue Deal?

De Blue Deal is het internationale programma van de 21 waterschappen (Dutch Water Authorities), samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. Het programma startte in 2018 en loopt tot 2030. Het programma bestaat uit 17 langdurige partnerschappen in vijftien landen. Het doel is bijdragen aan toegang tot voldoende, schoon en veilig water voor 20 miljoen mensen wereldwijd. Dit doet de Blue Deal door het versterken van de waterautoriteiten in de landen waar we werken.

> Lees meer over de Blue Deal

Wat is Dutch Water Authorities?

Onder de naam Dutch Water Authorities werken de Nederlandse waterschappen, onder andere met de Blue Deal, samen met Europese en andere internationale partners. Door internationale samenwerking leren de waterschappen van buitenlandse partners. Er is vanuit het buitenland ook belangstelling voor het Nederlandse waterschapsmodel en de kennis en ervaring die de waterschappen hebben met bijvoorbeeld watergovernance en bescherming tegen hoogwater.

> Lees meer over Dutch Water Authorities

Publicatie ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’

24 februari 2025

Om waterschappen meer van elkaar te laten leren en hen te ondersteunen bij het in beeld brengen van de financiële impact van hun opgaven tot 2050, heeft de Unie van Waterschappen de ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’ georganiseerd. Deze leerkring heeft geresulteerd in ondersteunende producten waarmee waterschappen een beter beeld kunnen krijgen van de ontwikkelingen die op middellange en lange termijn op hen afkomen en de financiële gevolgen daarvan. Die resultaten zijn nu gebundeld in een publicatie.

Cover van publicatie Leerkring inhoudelijk en financieel meer vooruitkijken

“De opgaven van de waterschappen zijn groot. Denk aan de dijkversterkingsopgave en het vervangen van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Voor veel waterschappen is dit aanleiding om de horizon die qua opgaven en financiële consequenties in beeld wordt gebracht te verleggen van de traditionele meerjarenperiode van vijf jaar, naar 10 tot 25 jaar. Ieder waterschap is daar nu op eigen wijze mee bezig en is daarbij op zoek naar een manier om meer gevoel te krijgen bij wat er op de organisatie af komt en wat daarvan de implicaties zijn voor de financiën. Die behoefte was voor ons als Unie aanleiding om deze leerkring te starten.”, aldus Vincent Lokin, lid van het bestuur van de Unie van Waterschappen.

De leerkring

In de leerkring hebben zo’n 40 medewerkers van waterschappen kennis en ervaringen uitgewisseld op dit terrein. Ook hebben ze met elkaar in beeld gebracht welke ontwikkelingen er in de komende 25 jaar op de waterschappen afkomen. Daarnaast verdiepten zij zich in het ontwikkelen van scenario’s om mogelijke toekomstige ontwikkelingen inzichtelijk te maken. In het laatste deel van de leerkring hebben zij samengewerkt aan de ontwikkeling en eerste toepassing van twee methodes om meer gevoel te krijgen bij de (financiële) toekomst van de waterschappen. Dit zijn de TNO-methode en de FFT-methode. Beide methoden zijn tijdens de leerkring ontwikkeld en toegepast door drie waterschappen.

TNO-methode

De TNO-methode, genoemd naar het gelijknamige instituut, is een op de waterschappen toegesneden toepassing van de methodiek zoals die door TNO in 2023 is gehanteerd bij het uitvoeren van de studie ‘Vernieuwingsopgave infrastructuur’. Deze methode kent assetmanagement als basis, waarbij vanuit het bestaande areaal via kostenkengetallen en referentielevensduren wordt berekend wat de financiële impact van 1-op-1 vervanging van de bestaande infrastructuur is.

FFT-methode

FFT staat voor Financieel Fit voor de Toekomst. Met deze methode worden aan de hand van een beleidsanalyse ontwikkelingen in kaart gebracht die geclusterd zijn in varianten die verschillen in de mate van waarschijnlijkheid. Vervolgens worden die varianten financieel doorgerekend en worden relevante beleidsvragen vertaald naar een bestuurlijke agenda.

Publicatie

De publicatie die naar aanleiding van de leerkring is opgesteld, maakt de inzichten en methodes beschikbaar voor geïnteresseerden binnen en buiten de waterschapssector. In de publicatie is onder meer een praktische beschrijving opgenomen van de twee zojuist genoemde methoden die waterschappen kunnen ondersteunen bij het inhoudelijk en financieel verder vooruit kijken.

> de publicatie ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’

> de bedrijfsvergelijkingen op waterschapsspiegel.nl

Inspectie Leefomgeving en Transport: meer inzicht in PFAS-bronnen essentieel

18 februari 2025

De Universiteit Utrecht heeft 170 locaties met afwijkende PFAS-concentraties gevonden in het Nederlandse oppervlaktewater. Dit blijkt uit een verkenning in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De ILT spoort verantwoordelijke bedrijven van PFAS-vervuiling op om passende maatregelen te nemen. Voor deze verkenning is gebruikgemaakt van meetgegevens van onder andere Rijkswaterstaat en de waterschappen.

pfas

PFAS zijn schadelijke stoffen die inmiddels overal in het milieu voorkomen en helaas nauwelijks afbreken. Omdat PFAS in veel producten voorkomen en gevaarlijk kunnen zijn, houdt de ILT toezicht op het gebruik van deze stoffen. De inspectie heeft de Universiteit Utrecht gevraagd onderzoek te doen naar PFAS in het oppervlaktewater. Om zo in kaart te brengen waar PFAS-afwijkingen vandaan komen en vervuilende bronnen aan te kunnen pakken.

Onderzoek PFAS-bronnen

De Universiteit Utrecht zette een eerste stap naar de opsporing van PFAS-bronnen. Voor deze verkenning is gebruikgemaakt van meetgegevens van Rijkswaterstaat over concentraties in de Rijn en Maas en data van Nederlandse waterschappen over regionale en binnendijkse wateren tussen grofweg 2018 en 2023. In de gegevens is gezocht naar afwijkende concentraties in een poging lokale bronnen op te sporen.

Het huidige onderzoek moet volgens de ILT vooral worden gezien als een opstap naar uitgebreid vervolgonderzoek. Dit jaar doet de inspectie verder onderzoek doen naar PFAS-bronnen op basis van actuelere data, waarbij verder wordt samengewerkt met Rijkswaterstaat, waterschappen en omgevingsdiensten. Op die manier zullen bij de verantwoordelijke bedrijven passende maatregelen worden genomen.

Kraan dicht

Waterschappen komen dagelijks met PFAS in aanraking: op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi), bij het werken aan schoon water in sloten en plassen, bij het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), het baggeronderhoud en bij inspanningen voor een circulaire waterketen. Daarnaast krijgen waterschappen net als drinkwaterbedrijven regelmatig vragen van inwoners met zorgen over de effecten van PFAS in het water.

De waterschappen roepen het Rijk op om de PFAS-kraan dicht te draaien. Daarnaast pleiten ze voor meer inzet op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en een concreet actieplan om PFAS-vervuiling een halt toe te roepen.  

Lees het volledige bericht bij ILT