Waterschappen: verhoog de vergoeding van Algemeen Bestuursleden

12 oktober 2022

De vergoeding voor Algemeen Bestuursleden wordt met 3 procentpunt verhoogd tot 38 procent van de vergoeding van een gemeenteraadslid van een middelgrote gemeente. Dat is het advies van het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers. De waterschappen hebben het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in een brief om een toelichting gevraagd.

Bestuurszaken

Deze brief is een reactie op het advies dat het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers in juni heeft uitgebracht. Dit advies gaat onder andere over de verhoging van de tarieven voor leden van de algemeen besturen van waterschappen.

Toegenomen taakzwaarte

Waterschappen hebben door taakverzwaring en schaalvergroting inmiddels een begroting en een ambtelijk apparaat vergelijkbaar met een middelgrote gemeente. Het Adviescollege constateert dat de vergoeding van algemeen bestuursleden ontoereikend is, gelet op de toegenomen taakzwaarte. De vergoeding van dijkgraven en dagelijks bestuursleden is gelijkgesteld aan bestuurders in een middelgrote gemeente, maar de vergoeding van algemeen bestuursleden dus niet. In het advies ontbreekt hiervoor de argumentatie. In de brief aan BZK vraagt de Unie daarom om een toelichting.

Verruiming aantal fte in het Dagelijks Bestuur

De waterschappen vragen ook om de positie en omvang van het dagelijks bestuur ter overweging mee te nemen. Zij zien grote maatschappelijke opgaven op zich afkomen die zorgen voor taakverzwaring. De wettelijke omvang van het Dagelijks Bestuur is nu vastgesteld op 3 fte. De waterschappen willen graag een advies van het Adviescollege over een verruiming van het aantal fte, passend bij die taakverzwaring.

Ingangsdatum nieuwe vergoedingen

Tot slot stelt de Unie in de brief voor om de nieuwe vergoedingen per 15 maart 2023 in te laten gaan, dus net na de waterschapsverkiezingen.

Consultatie

Het ministerie van BZK heeft de wijziging van het Rechtspositiebesluit waarin de hoogte van de vergoeding is vastgelegd gepubliceerd voor consultatie. Reageren op dit voorstel kan tot 6 november.

> Lees het advies op de site van het Adviescollege

Eerste Kamer stemt in met Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur

De Eerste Kamer heeft op 11 oktober ingestemd met een wet om de integriteit in het decentraal bestuur te bevorderen en de aanpak van aanhoudende bestuurlijke problemen verder te ondersteunen.

Politieke beschouwingen 2022

Voor de waterschappen bevat deze wet een aantal relevante punten. Zo is de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht voor Dagelijks Bestuursleden. Daarnaast zijn de wettelijke bepalingen die gaan over belangenverstrengeling en over geheimhouding van stukken verduidelijkt.

Nevenfuncties

Verder wordt er een voorziening in de Kieswet getroffen voor lijstuitputting bij waterschapsbesturen met minder dan 19 gekozen bestuursleden. Bij lijstuitputting zijn er te weinig kandidaten voor de beschikbare zetels. Tot slot wordt geregeld dat nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties meteen elektronisch openbaar moeten worden gemaakt.

Deze wet treedt in werking op een nog bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip.

> Lees meer op website van de Eerste Kamer

Proeftuinen Aardgasvrije Wijken: 6 projecten met aquathermie in derde ronde

10 maart 2022

47 gemeenten hebben een aanvraag ingediend voor toekenning van subsidie in de derde ronde proeftuinen aardgasvrije wijken. Daarvan krijgen 14 aanvragen een subsidie en worden 6 wijken aardgasvrij met aquathermie. Bij de selectie is vooral gelet op het draagvlak onder de bewoners, de uitvoeringsgereedheid van de plannen en de mogelijkheden om op te schalen.



Veel gemeenten zetten met een stapsgewijze aanpak in op isolatie en hybride warmtepompen als tussenoplossing naar aardgasvrij verwarmen. De gemeenten die met hun aanpak direct naar aardgasvrij gaan, doen dat vooral met lage temperatuur warmtenetten op basis van aquathermie. Dat bijna de helft van de geselecteerde proeftuinen voor deze oplossing kiest, past in het beeld dat steeds meer gemeenten aquathermie inzetten als alternatief voor aardgas.

De gemeenten die met deze subsidie aan de slag gaan met aquathermie zijn Almelo, De Bilt, Eindhoven, Leeuwarden, Sûdwest Fryslân (Heeg) en Vlissingen.

“Energie spat van de aanvragen af”

Meindert Smallenbroek, stuurgroepvoorzitter van het Netwerk Aquathermie (NAT) en algemeen directeur van de Unie van Waterschappen: “Wat vooral opvalt in de aanvragen met aquathermie is het enthousiasme van de verschillende partijen over de samenwerking. De energie spat al van de aanvragen af. Bewoners zetten samen met de gemeente en het waterschap de schouders eronder en grijpen de proeftuin aan om te werken aan de warmtetransitie én het versterken van het wijkgevoel. Dat is het mooie aan deze techniek, naast dat het simpelweg maakt dat je minder elektriciteit nodig hebt om je huis te verwarmen als je van het gas af gaat.”

Financiering warmtenetten

Voor het klimaatakkoord berekende CE Delft dat aquathermie kan voorzien in circa 40% van de warmtevraag. Sindsdien zijn waterschappen en Rijkswaterstaat zeer betrokken bij het ontsluiten van deze warmtebron. De techniek is zeker niet nieuw; er wordt al tientallen jaren gebruik gemaakt van aquathermie. De uitdaging ligt met name in de financiering van de benodigde infrastructuur zoals de warmtenetten.

Erik Kraaij, programmamanager Netwerk Aquathermie: “Ook op het komende NAT Festival zullen we hier aandacht voor vragen: hoe financieren we de warmtetransitie? Deze vraag is met name relevant voor de benodigde opschaling naar grote aquathermieprojecten.”

Programma Aardgasvrije Wijken

In het interbestuurlijke Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) werken het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de decentrale overheden samen om gemeenten en betrokken partijen zo goed mogelijk te ondersteunen in de aardgasvrije opgave.

Dit draagt bij aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord om 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen te verduurzamen in de periode tot en met 2030. Het doel van het programma is om te leren op welke manier het aardgasvrij maken van wijken kan worden ingericht en opgeschaald. Binnen het PAW worden uiteindelijk naar verwachting circa 50.000 woningen en andere gebouwen verduurzaamd.

Meer informatie over de derde ronde proeftuinen aardgasvrij

Nominaties voor waterschappers in verkiezing Ambtenaar van het Jaar

6 oktober 2022

Dit jaar vindt de twaalfde editie plaats van de Publiek Denken Top 100, de verkiezing van de Ambtenaar van het Jaar. Er zijn maar liefst 8 waterschappers genomineerd.



De Ambtenaar van het Jaar 2022 werkt met passie voor het openbaar bestuur en doet dit met lef en flair. Hij of zij weet mensen te verbinden, is resultaatgericht en gaat effectief te werk in een complexe omgeving.

Genomineerden

Met de Publiek Denken Top 100 wordt de schijnwerper gericht op de sleutelfiguren die achter de schermen opereren. Succesvolle sleutelfiguren dus. Welke waterschappers zijn er genomineerd?

  • Fons Dekkers, Programmamanager Energietransitie bij Hoogheemraadschap van Rijnland
  • Foeken Saar, Programmamanager Implementatie Omgevingswet bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
  • Martijn van Gilst, Vergunningverlener bij het Waternet
  • Mario Graat, Projectleider bij Waterschap De Dommel
  • Erwin de Groot, Beleidsadviseur bij het Hoogheemraadschap van Rijnland
  • Nicole de Keijzer, Beleidsadviseur E-overheid bij de Unie van Waterschappen
  • Hanneke Kloosterboer, Beleidsadviseur Waterveiligheid bij Waterschap Aa en Maas
  • Henk Schobben, Deltaprogrammeur voor Noord Nederland boven het Noordzeekanaal bij Hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier

Stemmen

Stemmen kan tot 24 oktober op ambtenaarvanhetjaar.nl. Je vindt daar ook meer achtergrondinformatie over de genomineerden. Nadat de stemmen geteld zijn, wordt er een top 12 van meeste stemmen vastgesteld. De jury beslist dan wie dé Ambtenaar van 2022 wordt. Dit wordt bekendgemaakt op 15 december tijdens een feestelijke uitreiking in Utrecht.

Waterschappen vragen om integrale uitvoering advies Remkes

11 oktober 2022

Op 11 oktober heeft de Unie van Waterschappen een brief gestuurd naar minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) en minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). In die brief reageert de Unie op het stikstofadviesrapport ‘Wat wel kan’ dat Johan Remkes op 6 oktober presenteerde.



De waterschappen zijn positief over het advies. Ze zien een aantal belangrijke aandachtspunten voor de uitvoering en bieden hun slagkracht en kennis in de regio aan voor de uitvoering van de plannen.

Urgentie

De Unie van Waterschappen onderschrijft de urgentie die Johan Remkes met zijn advies ‘Wat wel kan’ uitdraagt. De aangedragen oplossingen zijn onontkoombaar. De uitstoot moet naar beneden en de natuur moet worden hersteld. Ook moet de draagkracht van het water en bodemsysteem – inclusief de waterkwaliteit – leidend zijn bij het bepalen van ‘wat waar wel kan’. Verder kan de Unie zich vinden in de conclusie van Johan Remkes dat een robuust natuurlijk systeem alleen kan worden gerealiseerd als het rijk het beleid aanscherpt.

Samenhang

De Unie prijst het samenhangende geheel van Remkes’ adviezen en waarschuwt voor selectief te werk gaan bij het overnemen van de voorgestelde aanpak. De waterschappen roepen de minister dan ook op het advies integraal uit te voeren.

Niet langer dweilen met de kraan open

Roger van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, schrijft in de brief: “We kunnen niet langer ‘dweilen met de kraan open’. De waterschappen ervaren dat de grenzen van het watersysteem – de voorwaarde voor de klimaatbestendigheid en vruchtbaarheid van onze delta – zijn bereikt. Het stemt de waterschappen dan ook positief dat in het advies een centrale rol is toebedeeld aan de principes van water en bodem sturend. Dit geldt zowel voor de waterbeschikbaarheid als de waterkwaliteit.”

Nieuwe impasse voorkomen

Natuur en stikstof is één van de onderwerpen waar Nederland tegen de fysieke grenzen is aangelopen. Van der Sande: “Het stikstofdossier is pas politiek urgent geworden door een gerechtelijke uitspraak en een stokkende vergunningverlening. Ditzelfde dreigt ook met de Europese Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water, die Nederland verplicht om in 2027 de waterkwaliteit op orde te hebben. De waterschappen werken hard aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Ook wij willen voorkomen dat waterkwaliteit het volgende stikstofdossier wordt. Daarbij hebben we andere overheden nodig om dit voor elkaar te krijgen.”

> Lees de brief van de Unie van Waterschappen

Veel aandacht voor bufferstroken in Kamerdebat mestbeleid

In de Tweede Kamer is op 11 oktober gestemd over meerdere moties rond het mestbeleid. Van de 4 moties werd er 1 aangenomen.



GroenLinks en PvdA vroegen het kabinet om een onderzoek naar bufferstroken. Zij willen weten hoe mest- en gifvrije bufferstroken onder meer door teelt van alternatieve gewassen kunnen bijdragen aan het verdienvermogen van boeren. Deze motie is aangenomen.

Wetenschappelijke twijfel

Ook BBB diende een motie over bufferstroken in. Volgens de partij bestaat er sterke wetenschappelijke twijfel over het nut en effect van bufferstroken. Daarom vroeg Caroline van der Plas het kabinet af te zien van bufferstroken zoals aangeven in de definitieve derogatiebeschikking. In plaats daarvan stelde zij voor om vast te houden aan integrale bufferstroken uit het 7e Nitraat Actie Programma. De motie werd verworpen. Ook de SGP vroeg of onderzocht kan worden of afgeweken kan worden van de 3 meter brede bufferstroken als waterschappen laten weten dat dit kan. Ook deze motie werd verworpen.

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen zijn voorstander van bufferstroken. Ze zijn belangrijk om uit- en afspoeling van mest en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater te voorkomen. En dat is goed voor de waterkwaliteit. Naast bufferstroken zijn er nog meer maatregelen nodig om de emissies naar oppervlaktewater te beperken. Denk aan als precisiebemesting en het telen van vanggewassen zoals rogge. Een vanggewas houdt stikstof vast en voorkomt daarmee uitspoeling naar het grond- en oppervlaktewater. De landbouw heeft er baat bij als de mest beter benut wordt door gewassen dan dat het uit- of afspoelt naar het oppervlaktewater.

Verbetering waterkwaliteit

Tenslotte riep de SGP met een motie het kabinet op om samen met de waterschappen de aanpak voor verbetering van de waterkwaliteit uit te werken. Deze motie werd verworpen.

Remkes ondersteunt ‘Water en Bodem sturend’ in stikstofadvies

5 oktober 2022

Op 5 oktober heeft Johan Remkes zijn advies om de stikstofcrisis vlot te trekken gepresenteerd aan minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof). In zijn advies stelt Remkes dat het noodzakelijk is om op zeer korte termijn veel minder stikstof te gaan uitstoten om natuurherstel mogelijk te maken. Ook geeft hij aan dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moet zijn voor het soort functie dat een gebied aan kan. In een eerste reactie is de Unie van Waterschappen blij deze geuite wens terug te zien in het rapport.



De waterschappen gaan het advies van Remkes bestuderen en komen op korte termijn met een inhoudelijke reactie. Remkes geeft in zijn advies aan dat de consequenties groot zijn als nu niet op korte termijn de stikstofuitstoot omlaag gaat. Er is volgens hem een gerichte aanpak nodig. Remkes stelt onder meer voor binnen een jaar 500 tot 600 piekbelasters (zowel uit de agrarische sector als uit het bedrijfsleven) uit te kopen en de natuur veel centraler te stellen bij de verschillende opgaven die Nederland kent.

Geen uitstel

De Unie van Waterschappen vindt de oproep voor een versnelde aanpak passend. Eerder riepen ze in augustus bij hun gesprek met Remkes op om met heldere keuzes te komen. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur en daarmee ook de waterkwaliteit, de beschikbaarheid van (zoet) water en de waterveiligheidsvraagstukken door klimaatverandering dulden immers geen verder uitstel meer.”

Water en bodem sturend

Die snelle aanpak is dus nodig. Een zorgvuldige aanpak blijft desondanks ook essentieel. “We moeten ingrijpende, ruimtelijke keuzes maken. Afgesproken is dat water en bodem daarbij sturend moeten zijn. Want deze opgave moet ook bijdragen aan het beter vasthouden van water en het reserveren van ruimte voor water om ons te wapenen tegen extreme weersomstandigheden en zeespiegelstijging. Dat sturende principe van water en bodem moet ook bij meer snelheid op de korte termijn overeind blijven.”

De waterschappen zijn daarom blij met deze passage uit het rapport van Remkes: ‘Zowel vanuit autonome ontwikkelingen als vanuit vastliggende juridische kaders ligt het voor de hand om water en bodem leidend te laten zijn in de zonering. Dat betekent dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend is voor het soort functie dat het gebied aan kan.’ Hieruit blijkt dat het principe ‘water en bodem sturend’ wel de gewenste centrale plek krijgt.

Samenhangende aanpak

Ook onderstreept de Unie van Waterschappen het belang dat Remkes hecht aan een samenhangende aanpak. In augustus riepen de waterschappen bij hun gesprek met Remkes al op de stikstofaanpak hand in hand te laten gaan met het verbeteren van de waterkwaliteit en het klimaatbestendig maken van Nederland. “Met een goede stikstofaanpak kunnen we een volgende crisis rond waterkwaliteit op tijd voorkomen,” aldus Van der Sande. “Wij pleiten voor een gelijkwaardige aanpak van stikstof, waterkwaliteit en klimaatadaptatie.”

Perspectief voor agrariërs

Voor de waterschappen is het daarnaast belangrijk dat tegelijk een perspectief geschetst wordt voor de agrariërs die willen bijdragen aan het oplossen van deze ingewikkelde puzzel en binnen de grenzen van het natuurlijke systeem kunnen opereren. Voor het regionaal waterbeheer zijn de agrariërs als terreinbeheerders een belangrijke partner.

Waterschappen: ‘Stem gebruik gewasbeschermingsmiddelen snel af op KRW’

28 september 2022

Op 5 oktober is in de Tweede Kamer een Commissiedebat Gewasbeschermingsmiddelen met minister Schouten gepland. De waterschappen zijn bezorgd over de kwaliteit van het oppervlaktewater. Ze vragen de Kamer daarom aandacht voor een aantal punten.

Een veld bloembollen aan het water

Normoverschrijding

Uit de resultaten van het Landelijk Meetnet Gewasbescherming Land- en Tuinbouw en andere metingen blijkt dat op de helft van de meetlocaties de norm voor gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater overschreden wordt. Er moet dus nog veel gebeuren om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 te halen. Ook het doel ‘bijna nul in 2030’ voor wat betreft de emissies van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw is zo nog niet in zicht.

Tussendoel: 90 procent minder normoverschrijding

Daarnaast zijn voor het oppervlaktewater tussendoelen afgesproken. Eén daarvan is dat er volgend jaar 90 procent minder normoverschrijdingen zijn ten opzichte van 2013. De waterschappen zijn benieuwd hoe het evaluatietraject voor dit tussendoel eruit gaat zien.

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen afstemmen op KRW

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de normen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden afgestemd op de Kaderrichtlijn Water. Dat is nodig omdat de normen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) nu nog gebruikt bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen vaak minder streng zijn dan de waterkwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn Water. De waterschappen willen dat de minister deze afspraak snel oppakt.

> Lees de hele inbreng

Waterschappen tevreden over conceptwetsvoorstel aanpassing belastingstelsel

In een brief hebben de waterschappen minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat gecomplimenteerd met het conceptwetsvoorstel voor wijziging van de waterschapsbelastingen. De waterschappen waarderen het dat de voorstellen die ze in december 2020 unaniem hebben vastgesteld vrijwel zonder uitzondering in het wetsvoorstel zijn verankerd.

Grafische tekeningen wan het watersysteem in Nederland met sloten, gemalen, dijken, RWZI, boeren, recreatie en de stad

Op 11 december 2020 hebben de waterschappen na een intensief traject unaniem ingestemd met een pakket voorstellen tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen en dat aan de toenmalige minister aangeboden. De voorstellen lossen een aantal urgente knelpunten op. Ook leveren ze een bijdrage aan een aantal belangrijke opgaven waar Nederland voor staat als het gaat om klimaat, circulaire economie en energie. Verder wordt het profijtbeginsel (wie belang heeft betaalt) beter toegepast.

Wetgevingstraject

De voorganger van minister Harbers heeft de voorstellen in februari 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarna is het wetgevingstraject gestart. Dat heeft geresulteerd in conceptwetgeving die ter consultatie voorligt. De waterschappen hebben die conceptwetgeving ambtelijk en bestuurlijk besproken. In de brief geven de waterschappen hun reactie op de verschillende deelvoorstellen.

Definitief wetsvoorstel

Voor het overgrote deel zijn de voorstellen van de waterschappen overgenomen. Ze vragen de minister dan ook om deze voorstellen ongewijzigd in het definitieve wetsvoorstel op te nemen. Bij enkele nieuwe onderdelen van het wetsvoorstel plaatsen de waterschappen een opmerking.

Inperken ruimte watersysteemheffing

De belangrijkste gaat over het inperken van de ruimte die de waterschappen krijgen om één van hun belastingen, de watersysteemheffing, te kunnen afstemmen op de specifieke kenmerken van het gebied en de taakuitoefening. Inperking van deze ruimte (in vergelijking met het eerdere voorstel) kan ertoe leiden dat enkele waterschappen ongewenste lastenverschuivingen moeten doorvoeren. De waterschappen vragen de minister af te zien van deze inperking.

Ambities ondersteunen

In hun brief zeggen de waterschappen dat er belangrijke stappen voor het belastingstelsel worden gezet als het wetsvoorstel richting de parlementaire eindstreep niet meer ingrijpend wordt aangepast. Het lost de knelpunten op die zich nu voordoen en ondersteunt de ambities van de waterschappen en hun bijdragen aan de opgaven waar Nederland voor staat. De waterschappen rekenen er dan ook op dat het nieuwe stelsel in 2025 in werking treedt.

> Lees de brief aan de minister

Einde groeiseizoen, droogte nog niet voorbij

5 oktober 2022

Door de regen van de afgelopen weken loopt het neerslagtekort in Nederland terug. Verder is de watervraag flink afgenomen door het einde van het groeiseizoen van de landbouw. Ook nemen de waterkwaliteitsproblemen af door de dalende temperaturen.



Daarom hebben veel waterschappen de crisismaatregelen tegen droogte inmiddels afgeschaald. Zo zijn onder andere tijdelijke pompinstallaties ontmanteld. Echter zijn de grondwaterstanden in hoger gelegen gebieden van Nederland nog altijd laag. Daar zijn nog steeds onttrekkingsverboden voor het oppompen van grondwater en onttrekken van oppervlaktewater van kracht. Voor herstel van het grondwater is een langere periode van neerslag nodig.

De actuele droogtesituatie is te zien in de landelijke droogtemonitor

Crisissituatie voorbij

De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben in de afgelopen maanden door het hele land maatregelen genomen om de wateraanvoer te verbeteren, om meer water vast te houden en om schade door droogte zoveel mogelijk te voorkomen. De organisatie van de waterverdeling is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies en betrokken ministeries (LNV, EZK en IenW). Inmiddels is de acute crisissituatie afgeschaald en besloten dat het Managementteam Watertekorten (MTW) en de Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) niet meer bij elkaar hoeven te komen.

Blijvende aandacht voor verdroging

Vanwege klimaatverandering wordt het weer in Nederland steeds extremer en neemt de kans op droogte in het voorjaar en de zomer toe. De waterschappen voeren maatregelen uit om watertekorten, verzilting en verdroging tegen te gaan.