Op de laatste Kamerdag voor het zomerreces dienden verschillende politieke partijen 15 moties in tijdens het Tweeminutendebat Water. Alle moties gingen over onderwerpen die tijdens het jaarlijkse Commissiedebat water aan de orde kwamen.
Een overzicht van de moties die werden aangenomen door de Tweede Kamer:
Landelijke vergunningsplicht voor grondwateronttrekkingen
D66 kreeg een Kamermeerderheid voor een onderzoek naar een landelijke vergunningsplicht voor grondwateronttrekkingen. Als dit onderzoek positieve uitkomsten heeft, moet het kabinet daarna zo snel mogelijk een landelijke vergunningsplicht of een landelijke meldplicht voor alle grondwateronttrekkingen instellen.
In gesprek over meldplicht grondwateronttrekkingen
De Unie van Waterschappen gaat het gesprek met de 21 waterschappen aan over het instellen van een meldplicht voor grondwateronttrekkingen. Zoals in de Visie op Grondwater is aangegeven willen de waterschappen de grondwatervoorraad goed beschermen. Ook willen ze goed zicht hebben op grondwateronttrekkingen. De waterschappen nemen maatregelen om meer (grond)water vast te houden, het zicht op de onttrekkingen te verbeteren en de regelgeving waar nodig aan te scherpen.
Natuurontwikkeling bij dijkversterking
De ChristenUnie wilde met een motie bereiken dat natuurontwikkeling nadrukkelijk betrokken wordt bij dijkversterkingen. De waterschappen vinden dat een goed idee en doen dit al. Zo is een biodiversiteit grasmat ook goed voor de erosiebestendigheid van waterkeringen.
Onderzoek Chemours
Een onderzoek naar ‘nul uit de pijp’ van Chemours was de inzet van een motie van de Partij voor de Dieren. De Unie van Waterschappen is voorstander van bronbeleid: wat niet in het water komt aan gevaarlijke stoffen, hoeft er later ook niet uit. In het Kamerdebat werd aangegeven dat er een onderzoek naar dit voorstel wordt ingesteld. De Unie van Waterschappen juicht dit toe.
Medicijnresten
Tenslotte vroeg de VVD in een motie om de door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gereserveerde middelen voor de aanpak van medicijnresten in ons water sneller en effectiever in te zetten. Juist op de plekken waar de effecten van de medicijnresten het grootst zijn. De waterschappen voeren al een aantal demoprojecten uit op ongeveer 30 rioolwaterzuiveringen.
Op 5 juli is de Europese Bodem monitoringswet gepresenteerd. De waterschappen zijn blij dat de EU met een richtlijn komt, omdat met deze richtlijn maatregelen om de bodem te verbeteren hoger op de agenda komen.
De Europese Bodem monitoringswet is een brede, integrale aanpak voor een gezondere bodem die gekoppeld is aan de Green Deal. Het is een beleidskader met visie en concrete (vrijwillige, maar ook wettelijk bindende) maatregelen voor de Europese Commissie zelf en voor de individuele lidstaten. Op dit moment is er geen Europese wetgeving en daarom is beleid om de bodem te verbeteren vooralsnog te vrijblijvend. Op advies van het Europees Parlement, de Europese Rekenkamer en het Comité van de Regio’s is daarom deze richtlijn aangekondigd.
Bodemverbetering hoognodig
Met de monitoringswet erkent de Europese Commissie dat de bodem in alarmerende staat verkeert en ziet het bodemverbetering als essentieel voor het oplossen van maatschappelijke problemen, zoals de teruglopende biodiversiteit, klimaatverandering, stikstof en voedselproductie. Volgens Europa is er nu actie nodig.
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De bodem staat nu ernstig onder druk door verontreinigingen, intensief bodemgebruik en klimaatverandering. We hebben een sterke bodem nodig om de gevolgen van klimaatverandering beter op te kunnen vangen. Een gezonde bodem werkt als spons: ze kan water opnemen bij zware regenval en water geven in tijden van droogte.”
Werkbare oplossing
Naast dat de waterschappen dus kansen zien, zijn er ook aandachtspunten. “De richtlijn moet geen belemmering vormen voor het uitvoeren van onze taken. We voorzien nu mogelijk problemen met baggerwerkzaamheden en grondverzet voor onze dijken. Er bevinden zich veel stoffen in de bodem. Europese normering voor die stoffen is een positieve ontwikkeling. We zullen bij de uitwerking van de richtlijn alleen op zoek moeten naar een werkbare oplossing, zodat het werk niet onnodig complex en onuitvoerbaar wordt gemaakt.”
Kennis en innovatie
De aangekondigde maatregelen uit de Bodem monitoringswet sluiten op veel vlakken aan bij de nationale ambities van Nederland. Daarnaast biedt de komst van de richtlijn ruimte en geld voor innovaties en kennisontwikkeling. Dit spreekt de waterschappen aan, bijvoorbeeld voor het hergebruik van baggerspecie. De waterschappen zijn daarnaast voorstander van een regionale aanpak, omdat bodembeleid maatwerk is.
Vervolg
De Unie van Waterschappen brengt samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de kansen en risico’s van de Europese Bodem monitoringswet in kaart en zal medio augustus met een inhoudelijke reactie komen op de richtlijn.
De neerslag van de afgelopen week heeft ervoor gezorgd dat er weer meer water beschikbaar is. De droogte is echter nog niet voorbij. Ook ervaren waterschappen meer waterkwaliteitsproblemen door het warme zomerweer.
De grondwaterstanden zijn nog altijd laag tot gemiddeld voor de tijd van het jaar. Daarom hebben zeven waterschappen in Oost en Zuid Nederland een onttrekkingsverbod vanuit oppervlaktewater ingesteld en zijn er bij twee waterschappen ook lokale onttrekkingsverboden voor grondwater van kracht. Ook zijn er lokaal inspecties uitgevoerd van droogtegevoelige waterkeringen.
Waterkwaliteit gaat achter uit
Door de hoge temperaturen de afgelopen weken is ook de watertemperatuur gestegen tot 23-26 graden Celsius. De stijging van de temperatuur gaat samen met het teruglopen van het zuurstofgehalte in het water wat tot waterkwaliteitsproblemen leidt. Zo zijn er lokaal meldingen van blauwalg en vissterfte en zijn op sommige locaties negatieve zwemadviezen afgegeven.
Verzilting
Ondanks de neerslag zien we dat het water in bijvoorbeeld het Noordzeekanaal steeds zouter wordt. Dit komt omdat er door lagere rivierafvoeren minder tegendruk is en het zoute zeewater daardoor verder kan binnendringen. Deze verzilting heeft negatieve effecten voor de natuur en landbouw. Op meerdere plekken zijn schutbeperkingen van kracht om de verzilting tegen te gaan en water te besparen. Via de stuw in Driel wordt tijdelijk extra water aangevoerd om het zoute water op het Noordzeekanaal terug te dringen. In West Nederland is de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) deels opgestart om extra zoet water aan te voeren.
Water vasthouden
Waterschappen houden waar mogelijk hogere waterpeilen aan en houden de gevallen neerslag zoveel mogelijk vast om de watervoorraad aan te vullen. Op sommige locaties voeren ze extra water aan vanuit het hoofdwatersysteem om in de watervraag te kunnen voorzien.
Stabilisatie neerslagtekort
Op dit moment hebben de landbouw en natuur veel water nodig. De kwaliteit en levering van drinkwater is op orde. De komende twee weken wordt in heel Nederland wisselvallig weer met enige neerslag verwacht met normale temperaturen voor de tijd van het jaar. De verwachting is dat het neerslagtekort de komende periode verder zal stabiliseren.
Droogtemonitor
Via de droogtemonitor worden updates gegeven over de actuele droogtesituatie. De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.
De gesprekken over het landbouwakkoord zijn definitief gestaakt. De waterschappen betreuren het stopzetten van de gesprekken. In het landelijk gebied hebben landbouw, natuur en waterbeheer elkaar nodig.
Het landbouwakkoord leek het instrument om de partijen bij elkaar te brengen en gebiedsprocessen en uitvoeringsprogramma’s te versnellen. De Unie van Waterschappen dacht namens de waterschappen mee met verschillende sectortafels om tot een landbouwakkoord te komen.
Waterschappen: opgaven zijn urgent
Dirk-Siert Schoonman, bestuurder van de Unie van Waterschappen: “De agrarische sector beheert ongeveer 60% van Nederland. Agrariërs zijn dus ontzettend belangrijk voor de realisatie van oplossingen voor het aanpakken van natuur, een betere waterkwaliteit en een klimaatbestendig watersysteem. Een landbouwakkoord met een goed toekomstperspectief voor de sector hoort hierbij. Het stopzetten van de gesprekken is teleurstellend, want de opgaven zijn urgent en echt niet van tafel. Maar het is belangrijk om in gesprek te blijven. De waterschappen blijven vanuit hun rol in de gebieden meewerken aan oplossingen die werken voor zowel de agrariër als de toekomstbestendigheid van het watersysteem en het landelijke gebied. Water en bodem zijn hierin voor de waterschappen sturend.”
Landbouwakkoord?
Op advies van ‘stikstofbemiddelaar’ Johan Remkes heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het initiatief genomen om een akkoord te sluiten over maatregelen die zowel de agrarische sector een helder perspectief bieden als doelen op het gebied van natuur, water en klimaat verwezenlijken. Deze maatregelen zouden gezamenlijk worden overeengekomen in het Landbouwakkoord.
Deze week is er voor het eerst sinds half mei neerslag in Nederland gevallen. Hierdoor neemt het landelijk gemiddelde neerslagtekort, dat is opgelopen tot boven de 150 mm, iets af. De verwachting is echter dat het neerslagtekort daarna weer snel oploopt. Door het lokale en kortstondige karakter van de neerslag zorgt dit niet voor een structurele verbetering van de droogtesituatie.
De neerslag heeft lokaal een positief effect op het vochtgehalte in de bodem. Dit is met name gunstig voor ondiep wortelende plantensoorten en nog niet aangeslagen gewassen. Het effect op de grondwaterstanden is naar verwachting gering. Het grondwater is op steeds meer plaatsen lager dan normaal voor de tijd van het jaar en vertoont vrijwel overal een dalende trend, vooral op de hoge zandgronden (in bijvoorbeeld Twente, Brabant, Limburg en delen van Drenthe).
Watertemperatuur omhoog
De watertemperatuur in de Rijn is gestegen tot boven de 23 graden, die van de Maas tot 25 graden. Bij deze watertemperatuur gelden op de Maas beperkingen voor lozers van koelwater. Ook kan bij een hogere watertemperatuur blauwalg ontstaan. Tot nu toe wordt over het hele land lokaal blauwalg gemeld, dit is normaal voor de tijd van het jaar.
Lage wateraanvoer
De aanvoer van de Rijn bij Lobith is net boven 1200 m3/s. Dat is onder het langjarige gemiddelde en onder het LCW-criterium voor de maand juni van 1300 m3/s. Omdat in het stroomgebied neerslag wordt verwacht, zal de aanvoer vanaf 24 juni mogelijk kortstondig toenemen tot rond 1300 m3/s. De verwachting is dat daarna de aanvoer opnieuw afneemt. De aanvoer van de Maas bij St. Pieter schommelt tussen 50 m3/s en 75 m3/s. Op dit moment leidt de lage rivieraanvoer niet tot grote knelpunten. Wel nemen de concentraties chloride (zout) in het benedenrivierengebied en Noordzeekanaal toe door de lage rivierafvoer.
Hoge watervraag
De watervraag blijft overal in Nederland hoog. De waterpeilen van het IJsselmeer en Markermeer dalen licht door de hoge watervraag, verdamping en beperkte aanvoer vanuit de IJssel. De watervoorraad neemt hierdoor langzaam af, maar blijft voldoende om aan de watervraag te voldoen.
Waterbeheerders monitoren de situatie continu en nemen waar nodig maatregelen. De afgelopen week hebben meerdere waterschappen onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater ingesteld of overwegen om dit te doen. Ook hebben diverse waterschappen lokaal kade-inspecties ingesteld van droogtegevoelige kaden.
Structurele maatregelen tegen droogte
Om de huidige droogte te bestrijden en efficiënt gebruik en verdeling van water te bevorderen, werken waterschappen aan lange termijn oplossingen tegen verdroging. Binnen het Deltaprogramma Zoetwater wordt tot en met 2027 ongeveer € 750 miljoen geïnvesteerd in maatregelen om de beschikbaarheid van water te verbeteren. Het gaat dan onder meer om het vergroten van waterbuffers, het tegengaan van verzilting en het onderzoek naar hergebruik en alternatieve bronnen. Maatregelen als het verhogen van de grondwaterstanden, het verminderen van grondwateronttrekkingen en herstellen van beekdalsystemen zijn ook van invloed op de ruimtelijke inrichting en het landgebruik. Daarom worden deze maatregelen opgenomen in de gebiedsplannen, die in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied worden uitgewerkt.
Vanaf half mei is in Nederland geen neerslag meer gevallen, het record uit 2007 van meeste dagen zonder neerslag is sinds 13 juni verbroken. Ook voor de komende week wordt geen neerslag verwacht en blijven de temperaturen hoog. Daardoor zal het neerslagtekort nog verder oplopen. Vanaf 19 juni wordt beperkte buiige neerslag verwacht, die de stijging van het neerslagtekort mogelijk iets kan doen afvlakken.
Waterschappen nemen waar mogelijk maatregelen tegen de droogte. Waterschappen houden het water zoveel mogelijk vast door verhoogde stuwpeilen en voeren waar mogelijk extra water aan uit onder andere het IJsselmeer en de grote rivieren. In grote delen van Nederland is deze aanvoer van water nog voldoende om aan de watervraag te voldoen. In de hogere gebieden van Nederland, zoals in Brabant, Limburg, de Achterhoek en Overijssel is aanvoer van water niet mogelijk, waardoor de waterbeschikbaarheid afneemt. Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta hebben daarom onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater (rivieren, vaarten, beken en sloten) afgekondigd.
Verhoogd waterpeil IJsselmeergebied
Rijkswaterstaat streeft voor het IJsselmeergebied naar een waterpeil van 12,5 centimeter onder NAP. Dit is 7,5 centimeter hoger dan het normale zomerpeil. Ook wordt op de Maas beperkt geschut om water zo veel mogelijk vast te houden.
Wateraanvoer neemt af
De aanvoer van water door de Rijn en de Maas ligt onder het langjarige gemiddelde. De aanvoer van de Rijn bij Lobith neemt naar verwachting in de komende dagen af tot onder 1300 m3/s. De daggemiddelde Maasafvoer bij Sint Pieter zal langzaam verder afnemen richting 45 m3/s op 26 juni. Op dit moment is de aanvoer in het hoofdwatersysteem nog voldoende om aan de watervraag te voldoen.
Droge bodem
De toplaag van de bodem is zeer droog. Met name voor jonge of nog niet aangeslagen gewassen en ondiep wortelende planten in de natuur is dit niet optimaal. De grondwaterstanden waren door het natte voorjaar in het algemeen goed op niveau, maar zijn nu aan het dalen. Lokaal zijn de grondwaterstanden inmiddels lager dan normaal, vooral op de hoge zandgronden.
Droogtemonitor
Op de online droogtemonitor is de actuele situatie te raadplegen. De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.
Na een nat voorjaar is het sinds begin mei droog in Nederland. Dit heeft als gevolg dat het neerslagtekort inmiddels tot boven gemiddeld is opgelopen. Het is de verwachting dat het neerslagtekort de komende twee weken verder stijgt. Vooralsnog is er voldoende water om aan de stijgende watervraag te voldoen.
Voor de komende weken wordt geen tot weinig neerslag verwacht. Door de hogere temperaturen zal er ook sprake zijn van veel verdamping. De verwachting is dus dat het neerslagtekort verder oploopt. De afvoer van de Rijn en Maas daalt en ligt inmiddels onder het langjarig gemiddelde, maar is de komende weken voldoende om in de watervraag te voorzien in gebieden waar water kan worden aangevoerd. Ook in de regionale wateren zien we dat de afvoer in beken afneemt en dat de grondwaterstanden dalen, met name in gebieden waar geen wateraanvoer mogelijk is.
Voorbereiding
De waterschappen en Rijkswaterstaat nemen waar mogelijk maatregelen om zich voor te bereiden op een drogere periode. Waterschappen nemen extra water in uit het hoofdwatersysteem om de (verhoogde) waterpeilen te kunnen handhaven en een zoetwaterbuffer te creëren in de regionale watersystemen.
Met name op de hoge zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland wordt scherp gelet op de grondwaterstanden en wordt zoveel mogelijk water vastgehouden. Rijkswaterstaat houdt een verhoogd waterpeil aan in het IJsselmeer en het Markermeer ten behoeve van extra zoetwatercapaciteit. Het gaat om circa 5 centimeter verhoging ten opzichte van normale meerpeilen in de zomer.
Droogtemonitor
Rijkswaterstaat en de waterschappen monitoren de droogtesituatie continu. Indien er sprake is van (dreigende) droogte zal er wekelijks een droogtebericht op deze website komen met een actuele stand van zaken. Op de online droogtemonitor is de actuele situatie 24/7 te raadplegen.
De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.
Op 25 mei vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over funderingsproblematiek. Door onder andere dalende grondwaterstanden hebben steeds meer huiseigenaren schade door verzakkingen. Het aanpakken van de funderingen van huizen om verzakking tegen te gaan is erg duur. Dirk-Siert Schoonman van de Unie van Waterschappen sloot aan bij het rondetafelgesprek om deze problematiek te bespreken.
Als het grondwaterpeil langere tijd lager dan normaal is, kan dit leiden tot funderingsschade. In Nederland is de huiseigenaar hiervoor financieel verantwoordelijk. Er zijn verschillende oorzaken voor funderingsschade. Zo kan het grondwater te laag zijn door te veel onttrekkingen, door te weinig regenval of door te weinig aanvoer van water via de rivieren. Ook het kunstmatig laag houden van het peil van het oppervlaktewater kan een oorzaak zijn van funderingsschade.
Verantwoordelijkheid funderingsschade
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Op dit moment ligt de verantwoordelijkheid voor funderingsschade bij de huiseigenaar. De praktijk laat zien dat er echt te weinig handelingsperspectief is voor die huiseigenaar om hier zelf iets aan te doen. Daarom hebben de gezamenlijke overheden een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat mensen niet met de vingers tussen de deur komen.”
Gezamenlijke aanpak vereist
Een landelijke gezamenlijke aanpak is belangrijk omdat het praktische onmogelijk is om per specifiek geval te bekijken waar de mogelijke oorzaak ligt. Het Nationaal Programma Aanpak Funderingsproblematiek voorziet hierin. Er is ook een landelijk loket waar woningeigenaren met funderingsschade zich kunnen melden en waar ze passende hulp krijgen: het landelijk kenniscentrum aanpak funderingsproblematiek. De deelnemers van het rondetafelgesprek noemden dit programma en kenniscentrum vaak.
Beslissen over peil oppervlaktewater
De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het peilbeheer. Daarom werd er tijdens het rondetafelgesprek ook, door onder meer Laura Bromet (GroenLinks) en Hans Nijboer (PvdA), gewezen naar de waterschappen. De waterschappen nemen via een democratisch proces besluiten over het gewenste peil van het oppervlaktewater. In dit proces wegen ze verschillende belangen en behoeften in een gebied af. Het peil van het oppervlaktewater heeft invloed op de grondwaterstanden.
Geen kraantje om grondwater te regelen
Schoonman: “Door droogte of onttrekkingen in een gebied kan de grondwaterstand dalen, de waterschappen hebben dan geen kraantje om grondwater aan te vullen. Dat kan alleen indirect via de peilen van het oppervlaktewater. In geval van droogte is daar vaak niet voldoende water beschikbaar om waterstanden te verhogen. Met dalende grondwaterstanden en geen handelingsperspectief voor ons als waterbeheerder als gevolg.”
Voorkomen is beter dan genezen
Daarom vindt de Unie van Waterschappen het belangrijk dat in eerste plaats de oorzaak van de schade wordt aangepakt. Schoonman: “De oorzaak van dit probleem is niet helemaal weg te nemen: bij extreme droogte zullen grondwaterstanden blijven zakken en huizen staan nu eenmaal waar ze staan. We kunnen wel voorkomen dat er teveel water onttrokken wordt en schade in de toekomst beperken door goed naar de bodem te kijken voordat erop gebouwd wordt. Maak het water en -bodemsysteem leidend bij het bepalen waar je gaat bouwen: bouwen op een slappe bodem wordt afgeraden. En door water en bodem sturend te laten zijn voor de ruimte kunnen we meer doen.”
Op 22 mei vond alweer de vijfde Waterpoort plaats. Een bijeenkomst in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag waar de aanwezigen met elkaar in gesprek gingen over grondwater. Door klimaatverandering wordt het weer in Nederland steeds extremer en neemt de kans op droogte toe. Dit heeft gevolgen voor de hoeveelheid en de kwaliteit van ons grondwater. Bij de Waterpoort keken we met elkaar naar oplossingen en ideeën.
De Unie van Waterschappen organiseerde samen met Vewin de Waterpoort over grondwater. Kamerlid Fahid Minhas (VVD), Marc Bierkens (hoogleraar geografische hydrologie Universiteit Utrecht) en Hans Kuipers (gedeputeerde provincie Drenthe) gingen onder andere in debat over de toekomst van grondwater.
De eerste maand van het officiële droogteseizoen is bijzonder nat verlopen. In heel Nederland zijn de grondwatervoorraden verder gevuld en wordt er door waterbeheerders veel gedaan om water op te slaan voor drogere tijden.
In april en begin mei is er in Nederland aanzienlijk meer regen gevallen dan gemiddeld. Alleen in 1988, 35 jaar geleden, was het tussen 1 januari en 7 mei natter. Er is dan ook voldoende water beschikbaar om aan de watervraag te voldoen. De grondwaterstanden zijn daarbij landelijk gezien gemiddeld tot hoog voor de tijd van het jaar.
Nationale regenton
Om beter voorbereid te zijn op een mogelijk watertekort in de zomer heeft Rijkswaterstaat in overleg met de waterschappen besloten om een verhoogd waterpeil aan te houden in het IJsselmeer en Markermeer. Het gaat om een 5 cm verhoogd peil van -0,15 m NAP. Hierdoor kan er nu extra water gespaard worden in deze nationale regenton voor drogere tijden.
Water vasthouden
Ook de waterschappen houden het water in hun gebied zo goed en lang mogelijk vast, met name op de hogere zandgronden. Dat doen ze het hele jaar door. Zij hanteren zo hoog mogelijke oppervlaktewaterpeilen en laten zoveel mogelijk water de grond in trekken. Ook nemen ze (droogte)maatregelen met bijvoorbeeld boeren, medeoverheden, (water)bedrijven, inwoners, landgoedeigenaren, bos-, natuur- en andere organisaties. Denk hierbij aan de herinrichting van beken, het stimuleren van afkoppelen, het infiltreren van regenwater en het hergebruik van gezuiverd rioolwater.
Structurele aanpak
Er is nu geen sprake van droogte, maar de ervaring van de waterbeheerders leert dat een paar droge en warme weken de situatie snel kunnen laten veranderen. Rijkswaterstaat en de waterschappen blijven dan ook alert. Daarnaast wordt er structureel gewerkt aan het vasthouden van water en het vergroten van de watervoorraad om te anticiperen op de steedse drogere zomers.
Een actueel beeld van de droogtesituatie in Nederland is te zien op de Droogtemonitor.