Waterschappen positief over klimaatbestendige keuzes in coalitieakkoord

15 december 2021

Het nieuwe kabinet laat met het coalitieakkoord zien in de ruimtelijke inrichting van Nederland rekening te houden met klimaatverandering door water en bodem sturend te laten zijn. De Unie van Waterschappen is blij dat het nieuwe kabinet hiermee een klimaatbestendige en waterbewuste weg inslaat. Ook de ambitieuze plannen voor de stikstofaanpak en de uitvoering van het Klimaatakkoord worden door de waterschappen aangemoedigd.



Uit het coalitieakkoord blijkt dat het nieuwe kabinet wil werken aan vernieuwde deltabeslissingen voor een waterveilig land met voldoende zoet water en een toekomstbestendige inrichting. “Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming. Om die reden worden waterschappen daarbij eerder betrokken en krijgt de watertoets een dwingender karakter”, aldus de nieuwe coalitie.

Slimme, waterbewuste keuzes in ruimtelijke ordening

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Een Nederland waarin we schade door weersextremen weten te beperken begint bij een cultuuromslag, waarin we accepteren dat we land, water en bodem niet meer volledig naar onze hand kunnen zetten. We moeten Nederland niet op de oude manier vol bouwen, maar slimme en waterbewuste keuzes maken.”

“Daarnaast moeten we ingrijpende keuzes in het landelijk gebied niet langer vooruitschuiven. Met het dwingender maken van de watertoets onderstreept de nieuwe coalitie de urgentie hiervan. Met deze passage in het coalitieakkoord is de eerste stap in de goede richting gezet. Een logische vervolgstap is het aanscherpen van wet- en regelgeving door het Rijk om te borgen dat het niet alleen bij mooie woorden blijft.”

Waterkwaliteit slim combineren met stikstofaanpak

Ook is de Unie van Waterschappen positief over de ambitieuze stikstofaanpak die in het coalitieakkoord wordt gepresenteerd, waarbij een versnelling van het behalen van doelen en een transitiefonds tot 25 miljard euro worden aangekondigd.

Van der Sande: “We zijn blij in het coalitieakkoord te lezen dat de stikstofaanpak zich niet alleen richt op het verminderen van stikstofuitstoot, maar ook oog heeft voor samenhangende opgaven rond waterkwaliteit, klimaat en natuur en dat daar veel geld voor wordt uitgetrokken. Met de visie van een nieuw kabinet en de uitvoeringskracht en gebiedskennis van de waterschappen kunnen we het verschil maken in het verduurzamen van Nederland, het oplossen van het tekort aan woningen, het herstellen van de natuur, de transitie van de landbouw, het verbeteren van de waterkwaliteit én het verder voorkomen van schade en overlast door extreem weer.”

Dweilen met de kraan dicht

Daarnaast valt op dat in het coalitieakkoord veel nadere uitvoering in het behalen van de doelen uit Klimaatakkoord is terug te vinden. Daarbij worden ook de potentie van aquathermie en groen gas als hernieuwbare energiebronnen genoemd. Van der Sande: “Waar enerzijds aandacht is voor het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering, moeten we anderzijds vol inzetten op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen om verdere klimaatverandering te beperken. Het nieuwe kabinet laat zien hier bijzonder ambitieus in te zijn en dat moedigen wij aan.”

“Wij dweilen graag met de kraan dicht en nemen ook onze verantwoordelijkheid door met energiebesparing, duurzaam inkopen en het opwekken van duurzame energie toe te werken naar klimaatneutraliteit. Hierbij is aquathermie een aantrekkelijk alternatief voor aardgas en zijn de waterschappen potentieel grote leveranciers van groen gas. We hopen dat het nieuwe kabinet daarom ook financiële en juridische belemmeringen voor het optimaal benutten van deze potentie wegneemt.”

Evenwichtige bestuurlijke en financiële verhoudingen

Waterschappen benadrukken wel het belang van een goede samenwerking tussen het Rijk en de decentrale overheden om de grote maatschappelijke opgaven die in het coalitieakkoord centraal staan in samenhang aan te pakken. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio.

Gemeenten, provincies en waterschappen bundelen graag de krachten met het Rijk, maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is belangrijk dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen. Dit ontbreekt nog in het op 15 december gepresenteerde coalitieakkoord.

Het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst’

Structurele acties nodig in strijd tegen droogte

In opdracht van de waterschappen en de provincies hebben verschillende kennisinstellingen onderzoek gedaan naar de droogtesituatie op de hoge zandgronden. De conclusie: in de strijd tegen droogte zijn structurele maatregelen nodig in de inrichting van het watersysteem en het landelijk gebied én in het watergebruik.



Dat staat in het rapport ‘Droogte in de zandgebieden van Zuid-, Midden- en Oost-Nederland: Het verhaal – analyse van droogte 2018 en 2019 en bevindingen’.

Daadkrachtig bestuur en beheer

Een van de aanbevelingen van de onderzoekers van KnowH2O, KWR, Deltares, Wageningen Universiteit, FWE en HSS gaat over daadkrachtig bestuur en beheer. Volgens de onderzoekers moet er een duidelijke verdeling zijn van verantwoordelijkheden om op een evenwichtige manier een afweging te maken tussen de belangen in alle bestuurslagen. Door effectief beleid moet snel in de praktijk resultaat worden geboekt.

Grondwaterstanden omhoog

De grondwaterstanden in het zandgebied moeten structureel hoger worden dan nu. Meer water vasthouden en beperking van ontwatering liggen hier aan de basis. Tegelijkertijd is het belangrijk om de grondwatervoorraad waar het kan te vergroten. Bijvoorbeeld door ondergrondse opslagmogelijkheden voor water te benutten en te creëren.

‘Ontstenen’

Een andere maatregel in bebouwd gebied is het ‘ontstenen’ van tuinen en terreinen. In natuurterreinen kan naaldbos omgezet worden in heide. Zo verdampt daar minder water en blijft meer water over om het grondwater aan te vullen.

Zuiniger omgaan met water

Om droogteproblemen het hoofd te bieden, is het daarnaast nodig om meer in te zetten op het verminderen van het watergebruik door burgers, industrie en landbouw. Grondwateronttrekkingen moeten worden beperkt of gepaard gaan met een grotere grondwateraanvulling. Ook kan in ruimte en tijd meer gevarieerd worden met onttrekkingen. Zo wordt in droogtegevoelige gebieden tijdens droog weer minder tot geen water onttrokken.

Herinrichting platteland

Daarnaast wordt in het onderzoeksrapport ingegaan op de herinrichting van het platteland. Om het bodem- en watersysteem toekomstbestendig te maken, is het nodig om ook het landgebruik aan te pakken. We moeten accepteren dat niet overal alles meer kan, mede onder invloed van de klimaatverandering.

Sturende rol van water

De onderzoekers, de waterschappen en de provincies pleiten hierbij voor een sturende rol van water in de ruimtelijke inrichting. Hierbij roepen zij op verschillende opgaven met elkaar te verbinden, zoals de stikstofaanpak, de woningbouwopgave, de energietransitie en de transitie naar klimaatbestendig Nederland.

Eindrapport Droogte in zandgebieden van Zuid-, Midden- en Oost-Nederland

Rli-advies over ruimtelijke inrichting: meer Rijksregie nodig

23 november 2021

Er is een sterkere regierol vanuit het Rijk en versterking van de uitvoeringskracht in de regio nodig in de aanpak van de ruimtelijke opgaven in Nederland. Dit adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het rapport ‘Geef richting, maak ruimte!’ dat 23 november is aangeboden aan het kabinet.

luchtfoto van stadje en landbouwgrond waar een riviertje doorheen slingert

De grote maatschappelijke opgaven rond klimaat, energie, wonen, natuur en landbouw vragen volgens de raad om een sterkere regierol van het Rijk. De Rli stelt daarom een uitbreiding van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) voor. In een NOVI-plus moeten heldere nationale doelen worden opgenomen en keuzes in samenhang worden gemaakt. En er moet ruimte zijn voor regionale uitwerking. Daarnaast moeten provincies en gemeenten volgens de Rli beter voorzien worden van kennis, financiën en capaciteit om de opgaven aan te pakken.

Meer regie

De Unie van Waterschappen ondersteunt de oproep voor meer regie van het Rijk rond de grote opgaven. Er zijn ingrijpende keuzes nodig om Nederland leefbaar en toekomstbestendig te houden. Daarbij zouden water en bodem meer sturend moeten zijn in de ruimtelijke inrichting, zodat ons land klimaatbestendig wordt ingericht. Dat betekent bijvoorbeeld klimaatbestendig bouwen en de waterbeheerder vanaf het allereerste idee bij ruimtelijke plannen betrekken.

Uitvoeringskracht versterken

Om de uitvoeringskracht in de regio te versterken moet er extra geld komen voor decentrale overheden. De Rli adviseert daarbij dat de rijksbudgetten voor opgaven in de regio ‘ontschot’ moeten worden, waardoor er één budget beschikbaar komt per regio. Ook zou de kennisontwikkeling op regionaal niveau moeten worden bevorderd.

Deze punten van de Rli sluiten goed aan bij het manifest Krachtig groen herstel, waarin de koepels IPO, VNG en de Unie van Waterschappen stelden dat voor een gezamenlijke aanpak in de regio wel voldoende ondersteuning van het Rijk nodig is. Gemeenten, provincies en waterschappen willen hun uitvoeringskracht inzetten om de opgaven gezamenlijk en in samenhang aan te pakken.

Regiotafels

De diverse ruimtelijke opgaven moeten volgens de Rli aan integrale regiotafels in samenhang worden bezien, met een integraal gebiedsplan voor het realiseren van regionale doelen. Naast de decentrale overheden neemt het Rijk ook deel aan deze tafels. Een gebiedsgerichte en integrale aanpak is een goede zaak, maar die integrale regiotafels moeten niet bovenop de al bestaande samenwerkingsverbanden komen. Dat zijn er al veel.

Rapport ‘Geef richting, maak ruimte!’

Neerslag brengt verlichting, regionaal verschillen

8 juni 2022

De regen in het pinksterweekend heeft verlichting gebracht voor de droogte. Toch is het nog niet gedaan met alle droogteproblemen en blijven verschillende maatregelen van de waterschappen en Rijkswaterstaat van kracht.



Vanaf half mei is in grote delen van Nederland meer neerslag dan normaal gevallen. Het grote neerslagtekort van het voorjaar is hierdoor niet verder toegenomen. Ook de omstandigheden voor landbouw, natuur en andere gebruikers zijn sterk verbeterd. De afvoer van de Rijn was aan de lage kant voor de tijd van het jaar, maar stijgt nu.

Situatie verbeterd

Grondwaterstanden zijn ondanks de regenval nog laag, met name in de hoge zandgronden van Zuid en Oost Nederland. Lokaal vallen er beken droog, wat niet ongebruikelijk is voor de zomerperiode. Hierdoor blijven diverse maatregelen van de waterschappen en Rijkswaterstaat gehandhaafd, zoals onttrekkingsverboden, peilopzet en extra aanvoer waar mogelijk. In het algemeen is de situatie ten aanzien van droogte verbeterd en doen zich weinig problemen voor.

De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin, vereniging van drinkwaterbedrijven.

Rapport: Betrek waterschappen op tijd bij de keuze van woningbouwgebieden

22 november 2021

Op welke manier kan klimaatadaptatie worden meegenomen in de locatiekeuze en inrichting van woningbouwgebieden? De koepels van decentrale overheden, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de staf van de Deltacommissaris hebben deze vraag samen onderzocht en uitgewerkt.

Woningen aan het water

Het onderzoek heeft het rapport ‘Verkenning klimaatadaptatie bij grootschalige woningbouwgebieden’ opgeleverd. Het rapport bevat aanbevelingen voor het rijk als regisseur van de woningbouwopgave. De belangrijkste zijn: zorg dat klimaatadaptatie wordt geborgd en ontwikkel een landelijke referentie.

Gebiedskennis

Provincies en gemeentes worden opgeroepen om waterschappen vroegtijdig te betrekken bij gebiedskeuze en bij de inrichting van gebieden. Hiermee wordt de specifieke gebiedskennis van de waterschappen benut en dat helpt om verstandige keuzes te maken, ook op de lange termijn. Ook voorkomt het dat waterschappen met hogere beheerkosten worden geconfronteerd.

Alert op ontwikkelingen

Het rapport geeft ook aan dat waterschappen zelf vroegtijdig aan de bel moeten trekken. Dat betekent dat ze alert moeten zijn op prille ruimtelijke ontwikkelingen. De aanbevelingen komen overeen met het advies van de Deltacommissaris van begin september en het position paper van de VNG over klimaatadaptief bouwen: Werk maken van klimaatadaptief bouwen – het kàn, het moet en onderstreept daarmee de urgentie voor klimaatbestendig bouwen.

Klimaatbestendige keuzes

Tot 2030 moeten er 900.000 woningen worden gebouwd. De waterschappen dringen erop aan om deze woningen slim en toekomstgericht te realiseren. En bij nieuwbouwprojecten een schrijnend watertekort of een verpletterende hoosbui niet af te wachten, maar preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken. Op deze manier kunnen schade door wateroverlast, overstroming en droogte worden beperkt.

Verkenning klimaatadaptatie bij grootschalige woningbouwgebieden

Waterschappen bij formatie: goede ruimtelijke inrichting begint bij water

10 december 2021

De voorzitters van de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen hebben op 10 december een bezoek gebracht aan de formatie. Ze deden dat op uitnodiging van de informateurs Johan Remkes en Wouter Koolmees. De waterschappen hebben het belang van water en de bodem bij de toekomstige inrichting van Nederland benadrukt.



Voorzitters Jan van Zanen (VNG), Jaap Smit (IPO) en Rogier van der Sande (Unie van Waterschappen) hebben aangegeven dat een goede samenwerking tussen het rijk en de decentrale overheden essentieel is om de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd in samenhang aan te pakken. Daarbij is het belangrijk dat er niet alleen aandacht is voor de gezamenlijke ambities maar ook voor de condities waarbinnen die ambities moet worden gerealiseerd.

Rekening houden met klimaatverandering

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, heeft het nieuwe kabinet gevraagd om bij het bouwen van woningen van tevoren rekening te houden met de effecten van klimaatverandering en het waterbeheer. Van der Sande: “We worden geconfronteerd met een stijgende zeespiegel, meer en extremere hoosbuien en vaker en langer periodes van droogte. De waterschappen dringen erop aan om bij de bouw van woningen preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken.”

Onderzoek naar geschiktheid bouwlocaties

Water en bodem moeten sturend zijn, zeggen de waterschappen. Van der Sande: “Door van tevoren goed onderzoek te doen naar de geschiktheid van woningbouwlocaties in relatie tot het waterbeheer. En door woningen te bouwen die voldoen aan alle eisen, bijvoorbeeld dat ze bestand zijn tegen wateroverlast en gevolgen van overstromingen. Op deze manier kunnen schade door wateroverlast, overstroming en droogte in de toekomst zoveel mogelijk worden beperkt.”

Krachtig groen herstel

De decentrale overheden pleitten eerder dit jaar al voor een Krachtig Groen Herstel. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio.

Krachten bundelen

De decentrale overheden bundelen de krachten maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is van belang dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen.

Foto: In een nat Den Haag benadrukten (v.l.n.r.) Jaap Smit, Jan van Zanen en Rogier van der Sande dat samenwerking tussen rijk en decentrale overheden belangrijk is.

Waterschappen: meer geld en aandacht voor klimaatadaptatie

17 november 2021

Voor het wetgevingsoverleg Water van de Tweede Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat van 22 november vragen de waterschappen meer aandacht voor klimaatadaptatie. Ook delen ze hun zorgen over de huidige waterkwaliteitsaanpak. Daarnaast vragen de waterschappen de Kamerleden om de minister aan te sporen een besluit te nemen over het belastingstelsel van de waterschappen.



Op 22 november komt de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat samen om de wateronderwerpen van de begroting IenW te bespreken.

Meer aandacht en geld nodig voor klimaatadaptatie

De waterschappen vragen allereerst meer aandacht voor klimaatadaptatie. Zij roepen op tot een versnelde aanpak voor klimaatadaptatie en structurele financiering voor het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering. Als die versnelling uitblijft, kan de potentiële schade door wateroverlast, hitte en droogte oplopen tot 174 miljoen euro in 2050.

Zorgen over waterkwaliteitsaanpak

De waterschappen vragen ook aandacht voor de waterkwaliteit. In landbouwgebieden is de kwaliteit van het oppervlaktewater nog onvoldoende om in 2027 de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Ook voldoet Nederland niet aan de voorschriften van de Europese Nitraatrichtlijn. De waterschappen zijn daar bezorgd over. Om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn te halen, is een aanvullend maatregelenpakket nodig.

Meer inzicht in PFAS-lozingen

Ook PFAS heeft invloed op de waterkwaliteit. Uit onderzoek naar PFAS op de rioolwaterzuiveringen blijkt dat er via indirecte lozingen PFAS op de zuiveringen terecht komt. De inzet van de Omgevingsdiensten is nodig om inzicht te krijgen in waar die PFAS vandaag komt. Ook moeten de diensten voorkomen dat PFAS via lozingen op de zuiveringen terecht komt. Ze moeten dus voldoende middelen krijgen om hun taak goed uit te kunnen voeren.

Keuzes nodig over belastingstelsel

Tot slot vragen de waterschappen aandacht voor de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. In december 2020 hebben de waterschappen een voorstel voor de aanpassing van dat stelsel aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Dit voorstel zorgt er onder meer voor dat er voor alle belastingbetalers een gelijkmatige tariefontwikkeling ontstaat. Op één onderdeel van de voorstellen heeft een stakeholder, VNO-NCW, kritiek. Hierdoor loopt het hele proces vertraging op. De waterschappen vragen de minister daarom om keuzes te maken over het vervolgtraject.

Lees hier de hele inbreng

Wetgevingsoverleg Water

Potentieel meer dan 100 miljard schade door weersextremen

15 november 2021

De Unie van Waterschappen roept in aanloop van het Wetgevingsoverleg Water in de Tweede Kamer op tot een versnelde aanpak voor klimaatadaptatie en structurele financiering voor het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering.



“Wanneer we de aanpak niet versnellen, kijken we aan tegen een potentiële schade door wateroverlast, hitte en droogte tot 174 miljard euro voor voornamelijk particulieren in 2050”, waarschuwt Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen.

Klimaatadaptatie is topprioriteit

Van der Sande: “Het demissionaire kabinet heeft met de 7 miljard euro voor verduurzaming laten zien zich in te kunnen én willen zetten op een klimaataanpak. Het aanpakken van verdere temperatuurstijging is belangrijk. Maar we hebben nu al dagelijks te maken met de gevolgen van klimaatverandering. We moeten daarom niet vergeten te investeren in het beter opvangen van die gevolgen, zoals wateroverlast en droogte. Ook klimaatadaptatie vraagt extra inzet en middelen van het Rijk en moet topprioriteit zijn het nieuwe regeerakkoord.”

Extreem weer

Demissionair minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat stelde al eerder ruim 2 miljard euro nodig te hebben voor het beheer en onderhoud van de infrastructuur in Nederland. De waterschappen benadrukken dat een vergelijkbare investering nodig is voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland. “De wateroverlast in Limburg, Noord-Holland en Friesland van afgelopen zomer laten zien dat extreem weer vandaag de dag al voor problemen zorgt”, licht Rogier van der Sande toe.

Iedereen vol aan de bak

Volgens de klimaatschadeschatter kan de schade door wateroverlast, hitte en droogte in bebouwd gebied in Nederland oplopen tot 174 miljard euro in 2050. Van der Sande: “Als regionale waterbeheerders ervaren de waterschappen deze problemen het eerst. Daarom investeren we ook jaarlijks 1,8 miljard euro in het klimaatbestendig maken van Nederland. Dat doen we door bijvoorbeeld dijken te versterken, regenwaterbuffers aan te leggen en zoet water vast te houden. Toenemende hoosbuien en droogte betekenen niet alleen meer werk voor de waterschappen, maar ook voor het Rijk, de provincies en gemeenten. Iedereen moet vol aan de bak, zodat we ons versneld kunnen aanpassen aan de verandering. De tijd dat we water, land en bodem naar onze hand konden zetten is voorbij. Daarom is die structurele financiering nu nodig.”

Unie van Waterschappen ziet RO-brief als goed vertrekpunt

25 mei 2022

In de ruimtelijke ordeningsbrief die op 17 mei door de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening, Hugo de Jonge, naar de Tweede Kamer is gestuurd, worden de contouren geschetst van een nieuw nationaal ruimtelijk beleid. De Unie van Waterschappen ziet de brief als een goede start voor de verdere uitwerking van de grote ruimtelijke opgaven en is blij dat water en bodem hierin goed zijn verankerd.



Uit de brief van 45 pagina’s wordt duidelijk gemaakt dat Nederland aan de vooravond staat van een grote verbouwing. Die grote verbouwing wordt in de brief uitgewerkt aan de hand van 3 ‘perspectieven’: landbouw en natuur, energie en circulaire economie en leefbare steden en regio’s. In deze perspectieven worden water en bodem als leidend principe gehanteerd. De Unie van Waterschappen is blij dat dit principe doorklinkt in de aanpak van het ministerie.

Water en bodem leidend

Hugo de Jonge, minister voor VRO: “In de herwaardering van het nationaal ruimtelijk beleid zullen water en bodem weer meer sturend zijn voor alle ruimtelijke plannen. Dat is in lange tijd niet zo geweest. Vanuit een eeuwenoud geloof in de maakbaarheid van het land, en geholpen door de voordelen van technologie, zijn het landschap en de ondergrond volledig naar de hand gezet. Dit heeft veel gebracht maar de kwalijke gevolgen hiervan zijn niet langer te ontkennen: wateroverlast, bodemdaling, verdroging, bodem- en waterverontreiniging, hittestress en biodiversiteitsverlies, die nog eens versterkt worden door de klimaatverandering.”

De grenzen van het watersysteem zijn op veel plekken bereikt. Daarvoor is het belangrijk dat water een sturende factor is in de ruimtelijke inrichting van Nederland. Niet alles kan meer overal. De Unie van Waterschappen vindt het belangrijk dat het Rijk op nationaal niveau keuzes maakt en stevige handvatten aanbiedt voor lokale keuzes. Die handvatten voor ‘water en bodem sturend’ moeten concreet worden gemaakt, zodat ze bij de uitwerking van de woningbouwlocaties en in de vervolgstappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) kunnen worden gebruikt.

Check op klimaatbestendigheid

In de brief wordt een versnelling aangekondigd voor de woningbouw. In 2030 moeten er 900.000 nieuwe woningen zijn gerealiseerd. Voor deze projecten wordt in oktober van dit jaar een ‘realitycheck’ gepresenteerd, waarin getoetst wordt of de nieuwbouwprojecten aan de eisen van volume, tempo, kwaliteit én klimaatbestendigheid voldoen.

NPLG en NOVEX

Voor het landelijk gebied wordt een pakket van doelen en maatregelen per provincie opgesteld. Dit wordt verder uitgewerkt in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De plannen voor het landelijk gebied worden ook in oktober verwacht. In 16 gebieden stapelen de opgaven zich dusdanig op, dat er sprake is van een ingrijpende herinrichting. Deze gebieden worden als NOVEX-gebieden aangeduid en het Rijk wil daar actief meewerken aan het realiseren van de doelen.

> Lees de brief van Hugo de Jonge hier

Motie over woningbouwopgave aangenomen

24 mei 2022

In de Tweede Kamer is op 24 mei een motie van ChristenUnie en CDA aangenomen over de sturende rol van water en bodem. Met hun motie benadrukken de partijen het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave.



In het coalitieakkoord is afgesproken dat water en bodem sturend moeten zijn voor de ruimtelijke planvorming. De oproep van deze motie is dat er bij verdere ontwikkeling van de woningmarkt rekening wordt gehouden met het bouwen door heel Nederland waarbij water en bodem een sturende rol hebben.

Ruimte voor water

De Unie van Waterschappen is blij dat deze motie is aangenomen. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden is het noodzakelijk dat water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Klimaatverandering leidt tot het steeds vaker voorkomen van extreem weer, met toenemende periodes van droogte en wateroverlast. We worden geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen is meer ruimte voor water nodig.

Druk op de ruimte

Tegelijkertijd is de druk op de ruimte voor onder meer woningbouw, de energietransitie, natuur en landbouw groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste begin bij die keuzes betrokken worden. We kunnen water en bodem niet meer zomaar naar onze hand zetten. We moeten ons aanpassen aan de veranderingen in het klimaat.   

Klimaatbestendig nieuwe normaal

Daarom willen de waterschappen dat klimaatbestendig het nieuwe normaal wordt. Er moeten snel slimme en waterbewuste keuzes worden gemaakt. Belangrijk is dat hierbij opgaven in het ruimtelijk domein aan elkaar worden verbonden.