Vier waterschappen in top 25 duurzaamste aanbesteder

4 november 2024

Op maandag 4 november publiceerde het Aanbestedingsinstituut van Bouwend Nederland hun jaarlijkse ranglijst van aanbesteders die aannemers in de bouw en infrastructuur uitdagen zo duurzaam mogelijk te werken. Vier waterschappen staan in de top 25. “Met onze Top 25 duurzame aanbesteders geven we een pluim aan de opdrachtgevers die aannemers in de bouw en infra aanmoedigen groene keuzes te maken”, schrijft Bouwend Nederland op hun website.

bouwterrein nieuwbouwhuizen

Eervolle vermelding De Stichtse Rijnlanden

Op plek één, twee en drie staan de provincie Noord-Brabant, de provincie Utrecht en Rijkswaterstaat, gevolgd door Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden op nummer vier. Het hoogheemraadschap krijgt een eervolle vermelding. “De nummers twee, drie en vier overtreffen de topscore van vorige editie, wat de stijgende lijn in prestaties mooi illustreert”, schrijft Bouwend Nederland. “Het hoogheemraadschap paste duurzame gunningscriteria toe bij al haar negen aanbestedingen.” De Stichtse Rijnlanden is ook de hoogste nieuwe binnenkomer op de ranglijst.

Waterschap Limburg grootste stijger

Het volgende waterschap in de ranglijst is Hollandse Delta. Zij stegen van plaats zeventien vorig jaar naar zeven dit jaar. Waterschap Limburg is de grootste stijger van de volledige ranglijst. Met een groei van 1,49 in score klom het waterschap van plaats 35 naar plaats negen. Vlak daarna staat het hoogheemraadschap van Rijnland, op plaats elf. “Waterschappen maken een grote sprong”, concludeert Bouwend Nederland in hun analyse. Vorig jaar werd nog de helft van de aanbestedingen door waterschappen duurzaam gegund; dit jaar is dat 63,8 procent.

> Bekijk de volledige top 25

> Lees de analyse van Bouwend Nederland

Motie visserijvrije zones voor beroepsvissers aangenomen

28 oktober 2024

Op dinsdag 22 oktober nam de Tweede Kamer een motie aan over visserijvrije zones voor beroepsvissers. De motie werd ingediend door Caroline van der Plas (BBB) tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).

vispassage-visserijvrije-zone-website-unie-van-waterschappen

Visserijvrije zones op maat 

In de motie vraagt Van der Plas de regering om rondom vismigratievoorzieningen geen visserijvrije zones in te stellen voor beroepsvissers. In plaats daarvan wil ze visserijvrije zones op maat maken, in samenspraak met de beroepsvissers. De maatwerkzones zouden dan zowel de trekvissen beschermen als recht doen aan de beroepsvisserij. Ze schrijft dat het instellen van een visserijvrije zone niet altijd ecologisch noodzakelijk is en dat er voor de sportvisserij in Nederland ook maatwerkafspraken zijn gemaakt in samenspraak met het ministerie. Als er geen overleg zou zijn, zou dat volgens haar het einde zou betekenen voor Nederlandse visserijbedrijven.  

Wat vinden de waterschappen? 

Al jaren pleiten waterschappen ervoor om visserijvrije zones in te stellen voor en na stuwen en sluizen waar een vismigratievoorziening is gebouwd. Op deze manier krijgen trekvissen de kans om barrières te passeren en te migreren naar bovenstrooms water of juist van het zoete water naar zee. Onderzoek toont aan dat er wel degelijk schade ontstaat aan trekvissen door fuiken te plaatsen bij vismigratievoorzieningen. In de motie wordt ten onrechte anders beweerd.

Voor de sportvissers zijn nog geen landelijke maatwerkzones afgesproken. Er is alleen een gezamenlijk voorstel gemaakt voor maatwerkzones in het regionale watersysteem van waterbeheerders en sportvisserij samen. Als deze maatwerkzones voor het regionale watersysteem er komen, zouden die ook gelden voor de beroepsvissers.

Visserijvrije zones in het hoofdwatersysteem vergroten de kans dat trekvissen ongeschonden Nederland in kunnen zwemmen. Hierbij worden ook de migratievoorzieningen, die waterschappen voor miljoenen euro’s hebben aangelegd, benut. Kleinere zones in het hoofdwatersysteem verkleinen die kans, waardoor ook investeringen van waterschappen minder zullen renderen.

> Lees hier het standpunt van de waterschappen over vismigratie

Internationale samenwerking Blue Deal zorgt voor nieuwe perspectieven op watermanagement

Wat kunnen we leren van internationale samenwerking? Die vraag staat centraal in het nieuwe magazine van de Blue Deal: ‘Nieuwe perspectieven op watermanagement’. Het magazine werd op vrijdag 18 oktober uitgereikt tijdens de afsluiting van het leerprogramma Klimaat- en Innovatieprogramma Waterschappen Internationaal (KIWI) bij waterschap Rivierenland in Tiel.

mensen aan over van rivier in Vietnam met erachter een brug

Inzichten KIWI-leerprogramma

Flexibiliteit, omgaan met andere culturen, improviseren: zomaar een paar voorbeelden van waar de deelnemers aan werkten tijdens het KIWI-programma. In het kader van dit leerprogramma namen ze de afgelopen twee jaar deel aan de internationale partnerschappen van de Blue Deal. Op 18 oktober sloten ze het programma af en blikten ze terug op hun programma en de geleerde lessen.

Inhoudelijke kennis

Ook inhoudelijk kwamen de deelnemers met nieuwe inzichten terug, onder andere over stakeholdermanagement, bescherming tegen het water en omgaan met droogte. Er was daarnaast veel aandacht voor nature-based solutions. Hierbij wordt de natuur als oplossing ingezet voor problemen zoals overstromingen of erosie. Een deel van deze lessen delen ‘de KIWI’s’ in het nieuwe magazine, dat ze samen met het NWB Fonds en het Blue Deal-programmabureau maakten.

> Bekijk hier de digitale editie van het magazine

Anders kijken

Peter van den Horn, clusterhoofd van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), vertelt wat het programma een collega van hem opleverde. “Het programma zorgt voor een andere blik op de technische eisen die we in Nederland aan oplossingen stellen. Hij brengt merkbaar nieuwe inzichten mee die hij in Vietnam heeft opgedaan. Bijvoorbeeld over de levensduur van een oplossing in verhouding tot de kosten. Dat is voor ons out of the box-denken. Het brengt discussie op gang in het team en dat wordt erg gewaardeerd door de collega’s.”

Wat is KIWI?

KIWI is een tweejarig leerprogramma om een impuls te geven aan klimaatadaptatie binnen de internationale projecten voor de Blue Deal. Het programma wordt gefinancierd door het NWB Fonds. Aan deze tweede editie van het programma deden 21 deelnemers mee. Er wordt momenteel gesproken over de voortzetting van het programma.

Wat is Blue Deal?

De Blue Deal is het internationale programma van de 21 waterschappen (Dutch Water Authorities), samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. Het programma startte in 2018 en loopt tot 2030. Het programma bestaat uit zeventien langdurige partnerschappen in vijftien landen. Het doel is bijdragen aan toegang tot voldoende, schoon en veilig water voor 20 miljoen mensen wereldwijd.  

> Lees meer over de Blue Deal

Wat is Dutch Water Authorities?

Onder de naam Dutch Water Authorities werken de Nederlandse waterschappen, onder andere met de Blue Deal, samen met Europese en andere internationale partners. Door internationale samenwerking leren de waterschappen van buitenlandse partners. Er is vanuit het buitenland ook belangstelling voor het Nederlandse waterschapsmodel en de kennis en ervaring die de waterschappen hebben met bijvoorbeeld watergovernance en bescherming tegen hoogwater.

> Lees meer over de internationale samenwerking van de waterschappen

Blijf op de hoogte

Op de hoogte blijven van de Blue Deal? Volg de Blue Deal op LinkedIn of meld je aan voor de (Engelstalige) nieuwsbrief door een mail te sturen naar info@bluedeal.nl.

Ministers Madlener en Keijzer sturen samen Kamerbrief over water en bodem sturend

23 oktober 2024

Op dinsdag 22 oktober hebben de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening samen een brief gestuurd naar de Tweede Kamer over het principe van ‘water en bodem sturend’ voor ruimtelijke plannen. In de brief geven de bewindspersonen aan dat het belangrijk is om rekening te houden met water en bodem bij bouwplannen, en dat dit geen belemmerend effect hoeft te hebben op de woningbouwopgave.

luchtfoto van stadje en landbouwgrond waar een riviertje doorheen slingert

Multifunctioneel ruimtegebruik

In de brief stelt het kabinet dat het gebruik van de term ‘sturend’ bij het principe ‘water en bodem sturend’ onbedoeld een belemmerend beeld oproept. Het kabinet wil daarvan af en focussen op “wat wél kan en moet, gebaseerd op de kennis die we hebben van ons water- en bodemsysteem in een veranderend klimaat”, aldus Madlener en Keijzer in de Kamerbrief. “We willen op zoek naar oplossingen die de verschillende belangen verenigen in plaats van scheiden, door zoveel mogelijk multifunctioneel ruimtegebruik en creatieve oplossingen.”

Grote snelheid nodig bij woningbouwopgave

De Unie van Waterschappen snapt de redenering van de ministers. Unievoorzitter Rogier van der Sande reageert: “Het nijpende woningtekort vraagt om een grote snelheid voor het bouwen van nieuwe woningen. Onder meer de transitie van het landelijk gebied en de energietransitie maken de ruimtelijke inrichting van Nederland tot een complexe puzzel. Het is belangrijk dat de landelijke politiek zich door die gewenste snelheid en de complexiteit niet laat verleiden om onverstandige keuzes te maken. Daarom is en blijft het belangrijk om het water- en bodemsysteem als uitgangspunt te nemen voor ruimtelijke keuzes en van daaruit te focussen op wat er wel kan.” 

Wat er wel kan

“Veel gebieden zijn niet ideaal, maar wel geschikt te maken om er te bouwen”, vervolgt Van der Sande. “Dat moet dan wel op een slimme manier gebeuren. En die slimme manieren zijn er ook. Nu investeren in toekomstbestendige keuzes betekent dat we toekomstige bewoners niet opzadelen met onacceptabele overlast en schade door weersextremen. De euro die je nu investeert, bespaar je vervolgens omdat je mogelijke ellende hiermee weet te beperken.”

Realistisch en robuust

De Unie van Waterschappen benadrukt dat ruimtelijke plannen alleen maar realistisch en robuust kunnen worden uitgevoerd wanneer daarbij wordt gekeken naar de uitgangspunten vanuit het water- en bodemsysteem. De impact van het water- en bodemsysteem reikt bovendien verder dan woningbouw. Het is ook van invloed en bepalend in de transitie van het landelijk gebied en bij andere ruimtelijke vraagstukken.

> Lees hier de Kamerbrief

Deadline Europese cyberrichtlijn voor Nederland verstreken

25 oktober 2024

Per 17 oktober moeten EU-landen de Network and Information Security Directive (NIS2-richtlijn) hebben omgezet in nationale wetgeving. De richtlijn heeft belangrijke implicaties voor overheden als het gaat om informatiebeveiliging en de meld- en zorgplicht rondom (cyber)incidenten.

toetsenbord met daarop een klein cijferhangslot

Haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar

De richtlijn moet door EU-lidstaten worden omgezet in nationale wetgeving. In Nederland gebeurt dit via de Cyberbeveiligingswet. De wet is deze zomer in consultatie geweest en zal medio 2025 van kracht worden. Voor de decentrale overheden staan de haalbaarheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid van de wet voorop.

Vragen over de implementatie

Voor de periode dat de richtlijn van kracht is maar de wet nog niet, geldt dat organisaties die onder de richtlijn vallen al wel rechten hebben, maar nog geen wettelijke plichten. Nog niet alle plichten uit de nieuwe wet zijn duidelijk. Samen met VNG en IPO is de Unie van Waterschappen hierover voortdurend in contact met het Rijk. De ministeries van Binnenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport stellen nadere regels. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verkeer, weg- en waterbeheer. Deze processen staan in de NIS2-richtlijn en zijn in Nederland lokaal georganiseerd. De exacte scope van deze deze nadere regelgeving is nog niet duidelijk, en dus ook niet wat de impact op voor decentrale overheden zal zijn.

Medeoverheden: samen optrekken

Vraagstukken als toezicht, meldplicht, zorgplicht en vitaal verklaringen van de sector zijn relevant. Deze kunnen niet zonder de betrokkenheid van de medeoverheden uitgedacht en geïmplementeerd worden. De Unie van Waterschappen wenst daarbij een duidelijke tijdslijn voor implementatie in nationale wet- en regelgeving en pleit voor helderheid en tijdigheid. Ook vinden de waterschappen het belangrijk dat alle overheden hierin samen optrekken. Alleen zo kan er immers gewerkt worden aan een weerbaar Nederland, een veilige overheid en een sterke informatiebeveiliging in de sector.

> Lees meer over cybersecurity in de watersector

Eerste Kamer heeft aanvullende vragen over aanpassing belastingstelsel

22 oktober 2024

Er is weer een stap gezet in de behandeling van het wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen. Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 17 oktober jl. in de nota naar aanleiding van het verslag vragen beantwoord die de Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving op 23 september over het wetsvoorstel stelde. Er zal nog een ronde met vragen volgen, voordat duidelijk wordt hoe de behandeling van het voorstel in de Eerste Kamer wordt afgerond.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Op 22 oktober hebben twee fracties (GroenLinks/PvdA en OPNL) in de Eerste Kamer aangegeven onvoldoende antwoord op hun vragen te hebben gekregen. Op 5 november zullen deze vragen in een nieuw schriftelijk verslag aan de minister worden gesteld. Die vervolgens weer de tijd krijgt om hierop te reageren. De Unie van Waterschappen heeft contact met de fracties en ook met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om hen indien nodig van verduidelijkende informatie te voorzien.

Vervolg

Na beantwoording van deze vragen zal de Eerste Kamer besluiten hoe zij de behandeling van het wetsvoorstel tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen wil afronden. Willen ze het plenair behandelen of door laten gaan als hamerstuk?

Over het wetsvoorstel

Het huidige belastingstelsel kent een aantal knelpunten. De Unie van Waterschappen heeft daarom in december 2020 een aanpassingsvoorstel aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat voorgelegd. De voorstellen van de waterschappen zijn gedaan om de knelpunten op te lossen en de waterschappen tegelijk ruimte te geven om meer te kunnen bijdragen aan de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. De minister is daarop een wetgevend traject gestart.

Het wetsvoorstel wijzigt drie belastingen van de waterschappen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. De waterschappen zijn blij met het wetsvoorstel en hopen dat zij snel met het nieuwe stelsel kunnen werken. De voorstellen voor de watersysteemheffing zorgen voor een beter uitlegbare aanslag en een gelijkmatiger lastenontwikkeling voor alle belastingbetalers. Met de voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen bereiken we dat waterschappen en bedrijven in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken.

Uitleg

In de inbreng die de Unie van Waterschappen eerder leverde worden de wijzingen in deze drie belastingen uitgebreid toegelicht. De Unie van Waterschappen heeft ook een toelichtend filmpje gemaakt over het wetsvoorstel.

> Lees hier meer over de aanpassing van het belastingstelsel

> Lees hier de nota naar aanleiding van het verslag

Heidag digitalisering decentrale overheden

17 oktober 2024

Hoe kunnen decentrale overheden beter samenwerken aan digitalisering? Die vraag stond centraal op een gezamenlijke heidag van de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Op woensdag 9 oktober kwamen vertegenwoordigers van de drie koepelorganisaties bij elkaar om te praten over digitalisering. Ze stelden gezamenlijke prioriteiten en maakten werkafspraken in het versterken van elkaars ambities.



Informatiehuishouding, data en transparantie

Tijdens de heidag spraken de koepels onder meer over het op orde krijgen van de informatiehuishouding, het optimaal inzetten van data en het bieden van transparantie als overheid. Een van de conclusies luidde dat het altijd goed is om eerst te bekijken of het mogelijk is om bepaalde zaken gezamenlijkheid op te pakken. Dit om het werk beter te verdelen en van elkaar te leren. Ook werd het belang onderstreept van elkaar transparant informeren.

Samen optrekken in lobby

Concreet spraken de Unie van Waterschappen, IPO en VNG af dat zij als koepels samen optrekken in de lobby over betaalbaarheid van datastelsels. “De baten van de datastelsels komen op een andere plek dan de claims voor financiering,” legt Meindert Smallenbroek, algemeen directeur van de Unie van Waterschappen, uit. “Dit speelt bijvoorbeeld bij het handelsregister en bij het beeldmateriaal, en is niet houdbaar voor de koepelorganisaties en achterban.”

Ruimte voor kennisdeling

De koepelorganisaties willen samenwerken aan concrete casussen waar digitalisering wordt ingezet voor de opgaven, bijvoorbeeld in het ruimtelijke domein. Ook willen ze meer samen optrekken om het werk te verdelen dat vanuit het Rijk en Europa op hen afkomt. Het streven is om dit overleg in de toekomst vaker te laten plaatsvinden, om de voortgang van de besproken werkafspraken te monitoren en ruimte te maken voor kennisdeling op dit thema.

Tweede Kamer neemt vijf watergerelateerde moties aan

22 oktober 2024

Op dinsdag 15 oktober nam de Tweede Kamer vijf moties aan die betrekking hebben op het werk van de waterschappen. De moties gaan over PFAS-lozingen, de sturende rol van water en bodem, een analyse van maatregelen voor waterveiligheid, het actualiseren van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de rol van waterbeheerders bij VTH-taken (Vergunningverlening, toezicht en handhaving).

tweede-kamer-deur-funderingsproblematiek

PFAS-verbod versnellen

Een van de aangenomen moties komt van Kamerlid Gabriëls (GroenLinks-PvdA) en gaat over een verbod op PFAS-lozingen. Gabriëls wil dat dit verbod vóór de zomer wordt uitgewerkt, aangezien Nederlanders meer PFAS binnenkrijgen dan gezondheidskundig acceptabel is. Hij vindt namelijk dat de ernst van de gezondheidsrisico’s vraagt om bestuurlijke moed op korte termijn en dat een Europees verbod te lang duurt.

> Bekijk hier de motie

Wat vinden de waterschappen?

De Unie van Waterschappen is blij dat de minister de mogelijkheid van een nationaal PFAS-verbod gaat onderzoeken, vooruitlopend op het Europese voorstel. De waterschappen delen de frustratie over de aanhoudende aanwezigheid van PFAS in het milieu, en zien de schadelijke risico’s van PFAS voor de waterkwaliteit en volksgezondheid. Ze vinden het Nederlandse verbod dan ook een mooie eerste stap naar een Europees verbod: dat blijft het uiteindelijke doel, want water houdt zich niet aan grenzen. Samenwerken en druk uitoefenen blijft daarom essentieel voor een veilige en gezonde leefomgeving.

> Lees met over het standpunt van de waterschappen rond PFAS

Moties water en bodem sturend

Kamerleden De Groot (VVD), Grinwis (ChristenUnie) en Vedder (CDA) vragen de regering in hun motie om onder meer het ruimtelijk afwegingskader te toetsen op beperkingen en randvoorwaarden voor woningbouwplannen. Ze schrijven dat ‘rekening houden met water en bodem’ meer balans moet brengen in de ruimtelijke-ordeningsafweging, en dat dat nodig is om de grote woningnood aan te pakken.

> Bekijk hier de motie

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen benadrukken dat het alleen mogelijk is om in onze natte delta te bouwen als water en bodem sturend zijn in de bouwplannen. Alleen op plekken waar dijken komen en in uiterwaarden is bouwen niet mogelijk. Voor het overige gebied onderzoeken de waterschappen hoe we hier kunnen blijven wonen, werken en leven op een manier die past bij het water- en bodemsysteem.

Systeemanalyse waterveiligheid

De derde aangenomen motie komt van Kamerleden Grinwis (ChristenUnie) en De Groot (VVD). Ze vragen de regering om de impact van mogelijke maatregelen voor meer waterveiligheid te analyseren. En zo de projecten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) beter uitvoerbaar te maken. De waterschappen benadrukken dat tot 2050 is het Hoogwaterbeschermingsprogramma de beste investering is op het gebied van waterveiligheid. Voor de lange termijn lopen onderzoeken naar hoe de waterschappen die bescherming kunnen bieden.

> Bekijk de motie

KRW-doelen

De laatste twee moties komen beide van Stoffer (SGP). In de ene motie vraagt hij de regering ervoor te zorgen dat de KRW-doelen niet pas in 2027, maar zo snel en zo veel mogelijk geactualiseerd worden. Dit zodat duidelijk is welke doelen daadwerkelijk gehaald moeten en kunnen worden.

> Bekijk de motie

Indirecte lozingen

De tweede aangenomen motie van Stoffer is medeondertekend door Gabriëls (GroenLinks-PvdA). Ze vragen de regering hierin om te zorgen voor een aangescherpte aanpak van indirecte lozingen van schadelijke stoffen op KRW-waterlichamen. Ze willen daarbij een sterkere rol voor de waterbeheerders, bijvoorbeeld door de VTH-taken deels bij hen neer te leggen. De Unie van Waterschappen is met VNG, IPO, Omgevingsdienst NL en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in overleg over een aangescherpte aanpak van de indirecte lozingen van schadelijke stoffen op KRW-waterlichamen.

> Bekijk de motie

Unie van Waterschappen ontwikkelt een AI-kompas voor waterschappen

17 oktober 2024

Op 4 oktober is tijdens de vergadering van de Commissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën het AI-kompas goedgekeurd. Hiermee beschikken de waterschappen nu over een bestuurlijk kader dat moet helpen bij het maken van de juiste afwegingen bij het toepassen van kunstmatige intelligentie.

AI-kompas-cover-beeld

“De kansen van artificiële intelligentie (AI) voor de waterschappen zijn groot,” licht Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen toe. “Als sector willen we de volle potentie van AI benutten. Dit is nodig om de uitdagingen in het waterbeheer aan te kunnen, de kosten in de hand te houden en te voldoen aan de eisen die inwoners aan de overheid stellen. Het is ook een belangrijk middel om de krapte op de arbeidsmarkt in de toekomst aan te kunnen.”  Maar hoe zet je AI zorgvuldig, onderbouwd en transparant in? De Unie van Waterschappen ging samen met de waterschappen op zoek naar handvatten voor het gebruik van AI. De bevindingen zijn gebundeld in het AI-kompas.

Uitgangspunten voor AI-gebruik

Het bestuurlijke deel van het AI-kompas, dat nu is goedgekeurd, bevat vijf uitgangspunten voor AI-gebruik binnen de waterschappen: kansengericht, toekomstgericht, solidariteit, uitlegbaar en ethisch afgewogen. Deze uitgangspunten zorgen ervoor dat AI op een verantwoorde, transparante en effectieve manier wordt ingezet. In lijn met de doelen en waarden van de waterschappen en in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. Ze helpen bij het behouden van publiek vertrouwen en het beschermen van publieke belangen, en bieden richtlijnen voor de richting, grenzen en voorwaarden van AI-gebruik.

Ethiek

Het tweede deel van het AI-kompas gaat over de uitwerking van het bestuurlijk kader. De Unie van Waterschappen en het Waterschapshuis gaan aan de slag met die uitwerking. Zo wordt er nu gewerkt aan een richtlijn voor het ethische gesprek over het gebruik kunstmatige intelligentie.

Het AI-kompas is een van de uitwerkingen van de ‘Vaarkaart – digitaal op koers’. Het visiedocument van de waterschappen over de digitale transformatie.

> Bekijk het visiedocument ‘Vaarkaart – digitaal op koers’
> Bekijk het AI-kompas

Herman Havekes ontvangt Uniepenning

Op donderdagmiddag 17 oktober heeft Herman Havekes de Uniepenning uitgereikt gekregen tijdens zijn afscheidssymposium ‘Vroeger was alles beter… Toch?’. De Unie van Waterschappen eert Havekes op deze manier voor zijn kennis over en inzet voor de waterschappen.

Herman Havekes en Rogier van der Sande op podium in kerk

Veertig jaar bij de Unie

Havekes gaat na veertig jaar trouwe dienst bij de Unie van Waterschappen met pensioen. Hij is een autoriteit op het gebied van waterschapskennis. Op zijn afscheidssymposium werd hij geroemd om zijn bevlogenheid door onder meer hoogleraren Petra van Dam (Water- en Milieugeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam) en Marleen van Rijswick (Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht).

Uitreiking Uniepenning

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, reikte de Uniepenning aan Havekes uit. “Herman is voor ons altijd een wandelende encyclopedie op het gebied van waterrecht en waterschappen geweest. Zijn kennis en inzichten waren van onschatbare waarde. Het waterschapsbestel is nog net niet door Herman zelf bedacht. We gaan zijn onuitputtelijke kennis en scherpe verhandelingen missen en de Uniepenning is zeer op zijn plaats bij Herman,” aldus Van der Sande.

Ruim veertig jaar dé waterprof

Havekes was veertig actief voor de Unie van Waterschappen als juridisch expert, lid van managementteam en later als strategisch adviseur. Daarnaast was hij sinds 2019 hoogleraar aan de Universiteit Utrecht voor decentraal waterbeheer. Ook schreef hij meerdere boeken, onder meer over de Waterschapswet en de Omgevingswet. Voorafgaand aan zijn tijd bij de Unie van Waterschappen was hij actief bij Rijkswaterstaat, waar hij bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu via detachering meewerkte aan de totstandkoming van de Waterwet.

Begin 2009 promoveerde Havekes aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift over de institutionele omwenteling van het waterschap in de afgelopen vijftig jaar. Ook was hij tussen 2011 en 2016 actief voor het Water Governance Centre. Mede in die rol heeft hij veel internationale delegaties meegenomen in het Nederlandse waterschapsmodel.