Waterschappen sturen brandbrief aan minister Madlener: meer actie PFAS-aanpak

13 november 2024

Op woensdag 13 november stuurde de Unie van Waterschappen namens de Nederlandse waterschappen een brandbrief aan minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat. De waterschappen roepen hierin op tot hardere aanpak van de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu, en pleiten voor een totaalverbod op PFAS. Ze doen concrete voorstellen en roepen het Rijk op meer actie te ondernemen in de PFAS-aanpak.

testflesje met water in laboratorium

Bronaanpak

“De enige manier om PFAS effectief aan te pakken is zoals bij alle vervuilingen: aan de bron”, benadrukt Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “De aanwezigheid van PFAS in ons water legt een zware druk op mens, water en natuur en daarmee ook op de waterschappen. We willen bijdragen aan de oplossing, maar zonder duidelijke regels en landelijke aanpak blijven we met lege handen staan. Alleen samen en met stevige regie vanuit het Rijk kunnen we de verspreiding van PFAS effectief tegengaan en onze waterkwaliteit beschermen.” Hij vervolgt: “Duidelijk is dat PFAS-kraan dicht moet.  Er is strengere regelgeving en toezicht nodig en bestaande vervuiling moet voortvarender worden aangepakt.”

Gezamenlijk actieplan

De waterschappen doen zoveel mogelijk binnen hun mogelijkheden. Zo voeren ze onderzoek uit naar de aanwezigheid en herkomst van PFAS in oppervlaktewater, werken ze aan goede vergunningverlening en gedegen toezicht en handhaving. Maar het is niet genoeg om het regionale oppervlaktewater voldoende te beschermen. De waterschappen hebben weinig handelingsperspectief doordat ze niet bevoegd zijn om PFAS bij de bron aan te pakken. Mager: “Daarom is vanuit het Rijk hardere actie nodig. Een bronaanpak vraagt om een integraal en gezamenlijk actieplan; een plan dat recht doet aan de belangen van de waterschappen – en daarmee aan mens en natuur.”

Concrete oproep aan het Rijk

De waterschappen roepen het Rijk in hun brief op om de PFAS-kraan dicht te draaien, te zorgen voor duidelijke wet- en regelgeving rond PFAS en om handelingsperspectief te bieden voor de aanpak van PFAS-verontreiniging. Ze vragen het Rijk ook om de keten van vergunning, toezicht en handhaving (VTH) te versterken, kennis en innovatie op het gebied van PFAS te stimuleren en een concreet actieplan op te stellen om PFAS-vervuiling een halt toe te roepen. Tot slot adviseren ze de minister om de lessen uit dit PFAS-dossier te benutten om dezelfde problematiek met andere persistente, mobiele en toxische stoffen te voorkomen.

Waterschappen in de knel

Waterschappen komen dagelijks met PFAS in aanraking: op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi), bij het werken aan schoon water in sloten en plassen, bij het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), het baggeronderhoud en bij inspanningen voor een circulaire waterketen. Daarnaast krijgen waterschappen net als drinkwaterbedrijven regelmatig vragen van inwoners met zorgen over de effecten van PFAS in het water. “De aanpak van de PFAS-problematiek is complex en slaagt alleen wanneer alle betrokken partijen hier maximaal de schouders onder zetten”, schrijven de waterschappen. “Snel handelen is dus geboden en wel op meerdere gebieden.”

> Bekijk de brief
> Lees meer over PFAS

Terugkoppeling Commissie Waterkeringen van 7 november 2024

11 november 2024

Op donderdag 7 november vergaderde de Commissie Waterkeringen (CWK) van de Unie van Waterschappen over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Een samenvatting van de hoofdpunten.



Middellangetermijnfinanciering HWBP

De CWK adviseert om de Ledenvergadering op 13 december het besluit voor te leggen over de middellangetermijnfinanciering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Er is vertrouwen dat alle 21 waterschappen instemmen. In de oplegger wordt de bespreking in de CWK opgenomen: niet bij alle waterschappen is unanimiteit over het besluit, besluitvorming in 2025 over de zeven voorwaarden is belangrijk, met verduidelijking van de voorwaarden en een planning op hoofdlijnen, dat de realisatie van 50-40-10 aangehouden wordt en de medefinanciering van het Rijk voorwaarde blijft.

Consultatiereactie HWBP-programmering

De CWK stemt in met de reactiebrief die voorligt. Voor bespreking in het Programmabestuur HWBP is de boodschap dat de waterschappen niet blij zijn met de basisvariant, maar dat het niet anders kan. De commissie vraagt het Rijk ook de verantwoordelijkheid te nemen voor de helft van de middellangetermijnfinanciering, zodat de waterschappen verder kunnen met projecten. Daarnaast vragen ze de programmadirectie om de indexering van de jaarlijkse cap te adresseren.

Kamerbrief

De CWK mist de uitstraling van een gezamenlijke boodschap in de Kamerbrief. In het Programmabestuur HWBP doen de waterschappen het aanbod om samen met het directoraat-generaal Water en Bodem (DGWB) naar de Kamerbrief te kijken.

> Bekijk de stukken in iBabs

Unie van Waterschappen, IPO en VNG leveren gezamenlijk inbreng Wetgevingsoverleg Digitalisering

8 november 2024

Maandag 11 november vindt het Wetgevingsoverleg Digitalisering plaats in de Tweede Kamer. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Justitie en Veiligheid en Economische Zaken bespreken hierin hun begrotingen voor digitalisering. Samen met de gemeenten en provincies sturen de waterschappen enkele aandachtspunten naar de Kamerleden.

tweede-kamer-nieuw-lege-plenaire-zaal-bron-Tweede-Kamer-der-Staten-Generaal

Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)

De koepelorganisaties vinden dat het huidige regeerprogramma te weinig aandacht besteedt aan digitalisering. De medeoverheden blijven graag samenwerken aan een transparante overheid, versterkte cyberweerbaarheid, verantwoorde inzet van AI en data, en de versterking van digitale open strategische autonomie. Daarbij benadrukken ze het belang van zorgvuldige implementatie van nationale en Europese digitale wet- en regelgeving.

Onder leiding van de staatssecretaris van BZK werken de koepels nauw samen met de betrokken ministeries bij de totstandkoming van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). Ze waarderen de overheidsbrede aanpak van de staatssecretaris en zetten deze samenwerking graag door. In het kader van de NDS hebben de koepels drie aandachtspunten.  

Standaardisering voor betere informatiepositie

De koepels vinden vergaande standaardisering essentieel voor effectieve en efficiënte samenwerking tussen verschillende bestuurslagen, en om het werken aan de gezamenlijke opgaven te versnellen. Het digitale Huis van Thorbecke verdient grondig onderhoud. Dit vereist onder meer uniforme werkwijzen en heldere afspraken over gegevensuitwisseling.

Nationale en Europese digitaliseringswetgeving

De Europese Unie heeft een toenemende invloed op het nationale digitaliseringsbeleid. De koepels pleiten daarom voor een gezamenlijke aanpak richting Europa om de belangen van lokale uitvoering te waarborgen en kansen te benutten. Daarnaast vragen ze aandacht voor de uitvoerbaarheid van zowel Europese als nationale digitaliseringswetgeving.

Uitvoerbaarheid NDS

Tot slot maken de koepels zich zorgen over de uitvoerbaarheid van de NDS. Hiervoor zijn onvoldoende financiële middelen op de begroting gereserveerd. Ze zien daarom een risico op onvoldoende middelen voor belangrijke thema’s, zoals data-gedreven werken, verantwoorde inzet van AI en de uitvoerbaarheid van de grote hoeveelheid digitaliseringswetten.

> Bekijk de volledige inbreng

Waterschappen leveren inbreng voor jaarlijks Wetgevingsoverleg Water

11 november 2024

Maandag 18 november staat het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water op de agenda van de Tweede Kamer. De Unie van Waterschappen stuurde de aandachtspunten van de waterschappen naar de waterwoordvoerders.

tweede-kamer-deur-funderingsproblematiek

Waterkwaliteit

Begin deze maand is de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater aangenomen, waardoor alle rioolwaterzuiveringen de komende jaren een vierde trap (‘medicijnfilter’) krijgen om medicijnresten beter te kunnen verwijderen. Veel rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) voldoen al aan de nieuwe Europese normen, maar de verplichte reductie van fosfaat- en stikstoflozingen kan een extra uitdaging zijn voor een aantal rwzi’s dat niet kan uitbreiden door ruimtegebrek.

Het is zeer de vraag of Nederland de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) gaat halen. Waterschappen zetten hiervoor alle zeilen bij en om in ieder geval de gevraagde maatregelen uit te voeren. De waterschappen willen een strenger toelatingsbeleid van giftige stoffen, duidelijke normen, en meer investeringen in toezicht en handhaving. Ze vragen de regering ook om innovatie te stimuleren, voor alternatieven voor giftige stoffen, en om vervuilers verantwoordelijk te maken voor de gevolgen van giflozingen.

Waterveiligheid

Dit najaar moeten de waterschappen en het Rijk besluiten over de financiering van dijkversterkingen die in de periode 2030 – 2036 wordenuitgevoerd. Er is daarvoor op korte termijn € 1,25 miljard extra van de waterschappen nodig en € 1,25 miljard extra van het Rijk. De waterschappen en het Rijk zijn ook in gesprek over extra financiering voor de periode 2037 – 2050, waarin de opgaven groter worden en de kosten per kilometer stijgen. De waterschappen willen dat de minister op korte termijn besluiten neemt over extra geld voor de periode 2030-2036 en dat het Deltafonds meegroeit met de verwachte kostenstijging die onder andere het gevolg is van extremer weer.

Water en bodem sturend

De brief van ministers Madlener en Keijzer over het principe van ‘water en bodem sturend’ toont dat het belangrijk is om rekening te houden met water en bodem bij bouwplannen en dat dit geen belemmerend effect hoeft te hebben op de woningbouwopgave. De waterschappen begrijpen deze redenering, maar vinden het ook belangrijk dat de landelijke politiek zich door die gewenste snelheid niet laat verleiden tot onverstandige keuzes. Het is en blijft belangrijk om het water- en bodemsysteem als uitgangspunt te nemen voor ruimtelijke keuzes en van daaruit te focussen op wat er wél kan.

> Bekijk de volledige inbreng

> Bekijk hier de agenda van het Wetgevingsoverleg

Blue Deal-delegatie bezoekt COP16: biodiversiteit moet centraal thema zijn

7 november 2024

Van 21 oktober tot en met 1 november 2024 organiseerden de Verenigde Naties (VN) in Colombia de Conference of the Parties (COP16) rond biodiversiteit. De Blue Deal, het programma van Dutch Water Authorities, was met een kleine delegatie aanwezig om het belang van regionale samenwerking door de waterautoriteiten te benadrukken, om samen de biodiversiteit te versterken. Erik de Ridder, watergraaf van waterschap De Dommel en penvoerder van Blue Deal Colombia, was onderdeel van de delegatie.

drie mensen van BlueDeal voor logo COP16

BlueDeal-vertegenwoordigers

Erik de Ridder nam deel aan de COP op uitnodiging van CVC en ASOCARS, partners van het BlueDeal-partnerschap met Colombia, genaamd InspirAgua. CVC is gevestigd in de Colombiaanse plaats Cali, waar de COP16 plaatsvond. Marieke van Nood, programmamanager van de Blue Deal, vertegenwoordigde het Blue Deal-programmabureau. Ook Meike van Ginneken, watergezant en stuurgroeplid van de Blue Deal, was aanwezig.

Wereldwijde aanpak

Tijdens de COP16 bespraken de VN-lidstaten de wereldwijde aanpak van biodiversiteitsverlies. Er werd onder andere gekeken naar het Global Biodiversity Framework uit 2022 waarin de doelen zijn vastgelegd om de wereldwijde afname van biodiversiteit tegen te gaan.

“Kleine stappen cruciaal”

De Ridder nam onder ander meer deel aan een panel over het integraal beheer van biodiversiteit en ecosystemen en de rol van governance en instituties. “Bij het implementeren van complexe doelen, zoals besproken op de COP, zijn kleine stappen cruciaal”, deelt hij. “Biodiversiteit zou een centraal thema moeten zijn in al ons overheidsbeleid, van landbouw tot verstedelijking. Alleen een integrale aanpak kan zinvolle oplossingen bieden en middelen beschikbaar maken voor uitvoeringsorganisaties. Ik ben geraakt door de manier waarop biodiversiteit in Colombia wordt gezien als een taak die zo natuurlijk en vanzelfsprekend is.”

“Waterkwaliteit moet op orde zijn”

Ook watergezant Van Ginneken benadrukt het belang van regionale én internationale samenwerking door de waterautoriteiten om de biodiversiteit te versterken. Tijdens een bezoek aan een lokale waterzuivering vertelt ze hierover: “Om de biodiversiteit te verbeteren, moet de kwaliteit van het water op orde zijn. De samenwerking van de Blue Deal met de beheerder van de lokale waterzuivering is een voorbeeld van hoe bilaterale samenwerkingen kunnen bijdragen aan een sterkere biodiversiteit en zo samen de doelen van de COP te bereiken.”

Internationale samenwerking en biodiversiteit

De Blue Deal-delegatie heeft tijdens de COP de banden met de Colombiaanse en andere partners versterkt. Daarnaast bood de COP de mogelijkheid om nieuwe inzichten te verkrijgen over biodiversiteit dankzij de lessen van internationale partners. Leren van andere landen staat namelijk hoog op de agenda van de Blue Deal. Bij het werk van de waterschappen spelen biodiversiteit en ecologie een belangrijke rol. Bij de inrichting en het beheer van bijvoorbeeld sloten en dijken versterken zij de natuur. De waterschappen kunnen dan ook helpen de Nederlandse biodiversiteit te versterken en daarmee de biodiversiteitscrisis tegen te gaan.

Wat is Blue Deal?

De Blue Deal is het internationale programma van de 21 waterschappen (Dutch Water Authorities), samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. Het programma startte in 2018 en loopt tot 2030. Het programma bestaat uit zeventien langdurige partnerschappen in vijftien landen. Het doel is bijdragen aan toegang tot voldoende, schoon en veilig water voor 20 miljoen mensen wereldwijd.

Blue Deal Colombia

In Colombia streeft Blue Deal InspirAgua naar betere wateromstandigheden in het stroomgebied van de Rio Magdalena. InspirAgua werkt met nationale en regionale partners aan klimaatbestendig en sociaal inclusief waterbeheer. Het partnerschap zet in op het maken van werkende plannen voor stroomgebieden, een adequate crisisorganisatie, kennis en inzicht op basis van data, het zuiveren van afvalwater en preventie en handhaving van vervuiling.

> Lees meer over de Blue Deal

Unie van Waterschappen treft staatssecretaris over Nederlandse Digitaliseringsstrategie

Op maandagavond 4 november waren bestuurder Vincent Lokin en MT-lid Marianne Krug namens de Unie van Waterschappen bij een diner pensant van staatssecretaris Zsolt Szabó. Hij organiseerde dit diner in het kader van de totstandkoming van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). Lokin en Krug stelden de prioriteiten van de waterschappen voor deze strategie aan de orde.



Samenwerking als één overheid

Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt een overheidsbreed schrijfteam onder coördinatie van staatssecretaris Szabó aan de nieuwe NDS. Het ministerie wil hiermee het digitaliseringsbeleid voor de komende jaren in hoofdlijnen vaststellen, en mensen in Nederland als één overheid bedienen. Daarvoor is meer en betere samenwerking tussen Rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen en publieke dienstverleners belangrijk, schrijft het ministerie. De NDS moet een heldere richting geven voor hoe digitale technologie kan bijdragen aan onze samenleving.

Richting bepalen

Tijdens het diner wilde de staatssecretaris samen met collega-bestuurders richting bepalen voor de strategie. Vincent Lokin kaartte de belangrijkste punten namens de waterschappen aan. Zo vroeg hij aandacht voor digitale transformatie, cyberweerbaarheid en de implementatie van wet- en regelgeving.

Samenwerken noodzakelijk

“Dat de staatssecretaris op deze manier de samenwerking aangaat is een compliment waard”, reageert Lokin. “Het is belangrijk om als overheden onderling van elkaar te leren en elkaar te inspireren. Ook voor effectiviteit en efficiëntie is samen optrekken noodzakelijk.”

Hij ziet wel risico’s voor het uitwerken van de strategie. “De uitvoerig gebeurt met bestaande middelen, gekoppeld aan de bestaande digitaliseringsagenda’s. Omdat de ambities binnen de NDS nog niet gedefinieerd zijn en de middelen hiervoor op verschillende begrotingen staan, is het moeilijk te toetsen in hoeverre deze gereserveerde bedragen volstaan. Wij zullen daarom aandringen op een pragmatische strategie die ook tot uitvoering komt. Dat geldt in elk geval voor een aantal belangrijke thema’s zoals datagedreven werken, de inzet van AI en natuurlijk de implementatie van de grote hoeveelheid digitaliseringswetten.”

Aandachtspunten waterschappen

Voor de waterschappen is het belangrijk dat datagedreven werken, toekomstbestendig digitaliseren, privacywetgeving en wet- en regelgeving rond het gebruik van AI terugkomen in de NDS. Van september tot en met november ligt de focus van de staatssecretaris op het opstarten en prioriteren. In de volgende fase worden de prioriteiten gesteld, uitgewerkt en geformaliseerd. In de loop van 2025 moet de NDS worden opgeleverd.

> Lees meer over digitalisering bij de waterschappen

Tiende editie Waterpoort: waterkwaliteit en KRW

6 november 2024

Op maandagmiddag 4 november stond perscentrum Nieuwspoort in het teken van waterkwaliteit. Samen met Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland, organiseerde de Unie van Waterschappen de tiende editie van Waterpoort. Met dit keer als hoofdvraag: hoe gaan we de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) halen, met nog maar twee jaar tot de deadline?

Sander Mager in gesprek met moderator op Waterpoort, ernaast Pieter Litjens

Waterkwaliteit van levensbelang

“Nog steeds komen er veel te veel schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlaktewater terecht”, opent moderator Maarten Bouwhuis het debat. “Denk aan PFAS, medicijnresten, microplastics, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Pas als die minder of helemaal niet meer in het water terechtkomen, kan de waterkwaliteit in Nederland echt verbeteren. Een hoge waterkwaliteit is van levensbelang.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

De opgave wordt steeds moeilijker, duurder en ingewikkelder, zegt Vewin-voorzitter Pieter Litjens. “Wat we uit het water halen, is niet zomaar weg en komt alsnog in het ecosysteem terecht. Daarom hebben we een strenger stelsel van vergunning, toezicht en handhaving nodig voor lozingen.” Sander Mager, bestuurder van de Unie van Waterschappen is het daarmee eens. “Het moet niet gaan over die deadline, maar over het feit dat het water niet schoon genoeg is. En dat komt doordat water te weinig prioriteit heeft in Den Haag. Het mestbeleid, landbouwbeleid en beleid voor vergunningen, toezicht en handhaving zijn allemaal nog niet KRW-proof. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we ons richten op de vraag: hoe kan het wél?”

Tessa Rötscheid, promovenda aan de Universiteit Utrecht: “De KRW is een resultaatverplichting; een gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincies, gemeenten en de waterschappen. Maar je ziet dat er nog te veel naar elkaar gewezen wordt. De vraag is: wie moet het doen?” Ze benoemt ook het KRW-impulsprogramma, dat is opgezet om de doelen ook echt te halen.

Meer verplichtende maatregelen

Na de openingsinterviews gingen zes sprekers aan de hand van twee stellingen met elkaar in debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. De eerste: De KRW vraagt nu echt om meer verplichtende maatregelen in het mestbeleid en bestrijdingsmiddelenbeleid. Geert Gabriëls, waterwoordvoerder GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer, was het daarmee eens. “Gezond drinkwater is zo belangrijk. Daarom moeten we verplichtende maatregelen aangaan. Het handhaven van de wet is niet activistisch.”

BBB-Kamerlid Cor Pierik: “Het klopt dat er maatregelen nodig zijn, maar in de landbouwsector gebeurt al veel. Alleen door meer te meten, kun je weten of de vervuilende stoffen wel echt uit de landbouw komen, en of kunstmest dat oplost.” Jennifer Bloemberg, dagelijks bestuurder bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht, reageerde: “Het landbouwbeleid is nog steeds niet KRW-proof en er worden nog steeds nieuwe stoffen goedgekeurd die in het water terechtkomen. Vanuit de Rijksoverheid is daarom een strenger toelatingsbeleid nodig.” Ook Tanja Klip, Eerste Kamerlid namens de VVD, zei dat er veel stappen nodig zijn om de KRW-doelen te halen en dat het terugbrengen van de mestproductie een belangrijke eerste stap is. “De wijziging van het meststoffenbeleid ligt nu in de Eerste Kamer.”

Economische belangen vóór KRW-doelen?

De tweede stelling luidde: Het is onwenselijk dat economische belangen vóór maatregelen gaan om de KRW-doelen te halen. Pierik (BBB) noemde dat het voor de voedselzekerheid essentieel is om te blijven investeren in de landbouw. “Gezondheid staat voor ons op één.” Gabriels (GroenLinks-PvdA) ziet dat hij en Pierik het erover eens zijn dat de economie en ecologie in balans moeten blijven, totdat er concrete voorstellen komen. Zo is het PFAS-verbod dat hijzelf voorstelde afgezwakt naar een onderzoek naar zo’n verbod. “We moeten op zoek naar nieuwe verdienmodellen voor boeren; investeren in een nieuwe economie.”

Algemeen directeur van Evides Waterbedrijf gaf het voorbeeld van grote industriebedrijven in Amerika, die daar niet lozen omdat dat daar leidt tot rechtszaken. “Als bedrijven moeten, dan kunnen ze wel innoveren, en ecologie en economie laten samengaan.” Anke van Houten, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen, onderstreept dat punt. “De industrie is juist gebaat bij een kader: het geeft concrete handvatten voor wat er van ze wordt verwacht.”

Daadkracht en regie

“We hebben daadkracht en regie nodig, zodat we de doelen ook echt gaan uitvoeren”, reageerde Jennifer Bloemberg van Amstel, Gooi en Vecht samenvattend. “Nu kijken we nog te veel naar elkaar, en daar wordt de waterkwaliteit niet beter van.”. “Hopelijk komen er concrete maatregelen uit de KRW-tussenevaluatie, en een goed toetsingsbeleid, zodat er geen zeer vervuilende stoffen meer worden toegelaten.” Dat komt overeen met het bronbeleid van de Unie van Waterschappen: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit.

> Lees meer over de KRW

> En wat de waterschappen doen op het gebied van waterkwaliteit

Eerste sectordeal netcongestie tussen Rijk, waterschappen en netbeheerders

5 november 2024

Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei ondertekende op dinsdag 5 november de eerste sectordeal netcongestie met waterschappen en netbeheerders. Ze maken hiermee afspraken om te zorgen dat zowel waterschappen als netbeheerders hun werk kunnen blijven uitvoeren, ondanks een groeiende elektriciteitsvraag. De waterschappen hebben steeds meer energie, netaansluitingen en transportcapaciteit nodig voor het drooghouden van Nederland en het zuiveren van rioolwater. Netbeheerders kampen met beperkingen door netcongestie. Met de gemaakte afspraken zetten zij beiden stappen om tot oplossingen te komen.

v.l.n.r. Gerard Schouw, Sophie Hermans, Rogier van der Sande, Hans-Peter Oskam

Van links naar rechts: Gerard Schouw, Sophie Hermans, Rogier van der Sande, Hans-Peter Oskam bij de ondertekening van de sectordeal. Bron: Ministerie van Klimaat en Groene Groei

Afspraken ministerie, waterschappen en Netbeheer Nederland

Netcongestie is een maatschappelijk probleem dat de groeicapaciteit van veel verschillende sectoren in Nederland raakt. De waterschappen zijn de eersten die een sectordeal netcongestie afsluiten met het Rijk en netbeheerders. Waterschappen doen zoveel mogelijk aan energiebesparing, maar het gebruik neemt toch toe door klimaatverandering, hogere waterkwaliteitseisen en groei van de bevolking. Onder leiding van Gerard Schouw (aanjager Slim met Stroom) zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van Klimaat en Groene Groei, de Unie van Waterschappen en Netbeheer Nederland. Deze afspraken zullen de komende tijd door individuele waterschappen en netbeheerders uitgewerkt worden.

Netcongestie raakt ook waterschappen

“Om veilig en gezond te kunnen leven in Nederland, is het heel belangrijk dat de waterschappen altijd elektriciteit hebben voor het uitvoeren van hun taken,” stelt Rogier van der Sande. “Denk aan gemalen die zorgen dat het waterpeil niet te hoog of te laag is, het zuiveren van rioolwater en projecten voor veilige dijken en schoon oppervlaktewater. Door netcongestie komt ons werk steeds vaker in de knel.”

“Samen met netbeheerders gaan we actief zoeken naar mogelijkheden om netcongestie te verminderen”, vervolgt Van der Sande. “Daar profiteert ook de regio van. Bijvoorbeeld door slim te malen op momenten dat er ruimte is op het net en door bewust stroomgebruik bij rioolwaterzuiveringen. En hoe kunnen we samen het beste omgaan met noodsituaties en piekgebruik voor gemalen bij hevige regenbuien?” Hij noemt een aantal voorbeeldprojecten die breder toepasbaar zijn: een project met batterijopslag op de zuivering van waterschap Vallei en Veluwe en slim malen bij waterschap Zuiderzeeland. “Rioolwaterzuiveringen worden slimme energiehubs met inzet van onder andere groen gas, zonne-energie en aquathermie. Zo werken we lokaal samen met bedrijven aan een robuust energiesysteem.”

Minister Hermans blij met sectordeal

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei: “Het volle stroomnet is een van de grootste uitdagingen van onze tijd. Daarom ben ik ontzettend blij met deze sectordeal tussen Rijk, waterschappen en netbeheerders. Hiermee zetten we een belangrijke stap om netcongestie aan te pakken, en ik hoop dat we ook met andere sectoren deze deals kunnen sluiten. De kracht van deze deals zit in het stimuleren van slimme oplossingen zoals lokale opwek en opslag, minder piekgebruik, en het delen van stroom. Zo kunnen we ervoor zorgen dat sectoren ondanks het volle stroomnet toch genoeg stroom kunnen krijgen.”

Altijd droge voeten, ook bij piekvraag

Hans-Peter Oskam, directeur Beleid en Energietransitie Netbeheer Nederland: “Netbeheerders zorgen dat iedereen beschikking heeft over een veilig en betrouwbaar energiesysteem. Met de afspraken die we vandaag maken, zorgen we er met elkaar voor dat waterschappen ons land droog kunnen houden, ondanks momenten van grote piekvraag naar transportcapaciteit op de stroomnetten. Zo zorgen we ervoor dat zowel netbeheerders als waterschappen hun maatschappelijke taak zo goed mogelijk kunnen uitvoeren.”

Herziening richtlijn stedelijk afvalwater is definitief

De herziening van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater is op 5 november definitief geworden, na instemming in de Raad van de Europese Unie. De herziene richtlijn omvat een pakket aan maatregelen dat moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid in Nederland en Europa.

rioolwaterzuivering vanuit de lucht gefotografeerd

Zo komen er strengere kwaliteitseisen voor de inzameling en behandeling van huishoudelijk afvalwater in heel Europa. Dit betekent meer inspanningen voor gemeenten (riolering) en waterschappen (zuivering van rioolwater). De richtlijn zal de komende jaren door het Rijk in de nationale wetgeving moeten worden opgenomen. De waterschappen investeren volop om op tijd aan alle nieuwe eisen te voldoen.

Opgaven voor waterschappen

Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De herziene richtlijn is goed nieuws voor schoon water. Hoewel de waterschappen al op veel rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) voldoen aan de nieuwe Europese normen, bevat de richtlijn toch een aantal serieuze opgaven. De lozing van fosfaat en stikstof moet nu overal worden teruggebracht. Dit kan een extra uitdaging zijn voor een aantal rwzi’s waar geen ruimte aanwezig is voor uitbreiding. Belangrijker is dat er op de meeste rwzi’s een aanvullende zuivering van medicijnresten zal moeten worden gerealiseerd. Dit zal tot forse investeringen en extra zuiveringskosten leiden, maar uiteraard ook tot een schoner oppervlaktewater. Uiteindelijk is dat waar we het voor doen: schoon en gezond water voor bewoners, ondernemers, planten en dieren.”

Rol voor industrie

De Nederlandse waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in de technologie voor aanvullende zuivering van medicijnresten. Er is al een aantal full scale installaties in werking. Sander Mager: “Belangrijk is dat de richtlijn bepalingen bevat die de farmaceutische en cosmetische industrie verplicht om een groot deel van de kosten van deze extra zuiveringstrap te betalen: de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid. Dat sluit aan bij ons standpunt dat producenten van vervuilende stoffen een grotere verantwoordelijkheid moeten hebben bij het voorkomen van verontreiniging van het water.”

Duurzaamheidseisen

De richtlijn stelt ook dat het zuiveren van afvalwater volledig energieneutraal moet gaan worden, met ruimte om tot 35 procent in de behoefte te voorzien door inkoop van duurzame energie. Ook op dit front zijn de waterschappen al een heel eind op weg. Wel zal de verplichte zuivering van medicijnresten leiden tot een grote extra energiebehoefte. En dat is spannend met de huidige netcongestie. De richtlijn stelt een aantal aanvullende monitoringseisen, zoals voor broeikasgassen en microplastics. De richtlijn wil ook hergebruik van afvalwater stimuleren en opent de mogelijkheid voor de Europese Commissie om in de toekomst de terugwinning van fosfaat uit afvalwater verplicht te stellen.

Verbetering van de waterkwaliteit

De lozing van gezuiverd rioolwater moet ook voldoen aan andere Europese wetgeving zoals de Kaderrichtlijn Water, de drinkwaterrichtlijn en de zwemwaterrichtlijn. Voor de gemeenten bevat de richtlijn een verplichting om een strategisch rioleringsplan op te stellen. Dit kan helpen om vervuiling door riooloverstorten planmatig te verminderen. Omdat de richtlijn ook van toepassing is in landen in de stroomgebieden van Rijn, Maas, Schelde en Eems zal het water dat ons land binnenstroomt in kwaliteit verbeteren. Dit heeft een positieve invloed op de kwaliteit van drinkwaterbronnen en de ecologische toestand van het Nederlandse oppervlaktewater.

Sander Mager: “De Nederlandse waterschappen staan klaar om hun bijdrage te leveren aan een betere waterkwaliteit en het voorkomen van klimaatverandering. De nieuwe Europese richtlijn is daarbij een belangrijke stok achter de deur. De komende jaren zal dit tot een fors investeringsprogramma leiden, wat niet vanzelf zal gaan. Mogelijke hindernissen zijn de beperkte stikstofruimte, netcongestie en de krapte op de markt voor aanbestedingen en personeel. Maar met een goede onderlinge afstemming moet het gaan lukken.”

> Lees de volledige tekst van de richtlijn (in het Nederlands)

Waterschappen leveren inbreng wetsvoorstel Wet collectieve warmte

4 november 2024

Op 14 november wordt het wetsvoorstel Wet collectieve warmte in de Tweede Kamer behandeld. De waterschappen stuurden hun aandachtspunten naar de commissieleden.

inbreng-aquathermie-wet-collectieve-warmte

Waterschappen zijn in het algemeen positief over de wet collectieve warmte omdat het een grote duurzame transitie van het warmtenet/-systeem verder mogelijk maakt. De waterschappen juichen de vergroting van de publieke regie bij de aanleg en de exploitatie van warmtenetten toe. In het huidige wetsvoorstel is namelijk geregeld dat de warmtebedrijven voor een meerderheid in handen moeten zijn van overheden.

Restwarmte

De rol van de waterschappen in de warmtetransitie is dat het restwarmte beschikbaar kan stellen in de vorm van aquathermie. Er liggen dan ook grote maatschappelijke kansen om deze restwarmte beter te benutten. Bijvoorbeeld door het te leveren aan de gebouwde omgeving. De waterschappen zijn de belangrijkste bronhouder van aquathermie. Dat wil zeggen, waterschappen hebben de meeste warmte in de aanbieding voor energiebedrijven die aquathermie willen maken en kunnen dus een grote rol in de duurzame transitie spelen.

Hinder waterschappen niet in uitvoering wettelijke taken

Het belangrijkste aandachtspunt voor de waterschappen is dat zij aquathermie actief stimuleren en in bepaalde gevallen de warmte voor eigen gebruik willen gebruiken. Zo willen waterschappen voorwaarden kunnen stellen aan het ter beschikking stellen van warmte. Op die manier wordt er voorkomen dat er verhoogde kosten zijn voor het zuiveringsproces. Dit zouden de waterschappen graag in de wet opgenomen zien worden. Het uitgangpunt is daarbij dat de uiteindelijke zeggenschap en verantwoordelijkheid voor de uitvoering van die wettelijke taken bij het waterschap ligt.

> Lees de volledige inbreng
> Lees meer over Aquathermie