Waterschappen wekken meer energie op, maar bereiken energieneutraliteit later

19 september 2024

De waterschappen boeken vooruitgang in de energieproductie, op het gebied van CO2-reductie en in verduurzaming. De ambitie om energieneutraal te worden, wordt wel later bereikt dan verwacht, onder meer door netcongestie. Ook steeg in 2023 het energieverbruik, met name door de noodzaak om te malen bij hevige regenval. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen – verslagjaar 2023. Het rapport geeft inzicht in de voortgang van de ambities van de waterschappen op het gebied van energie, klimaat en duurzaamheid.



Ambitie waterschappen: in 2025 energieneutraal

“Als waterschappen wekken we steeds meer eigen duurzame energie op”, reageert Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen. “Maar we hebben ook meer energie nodig. In 2023 bijvoorbeeld voor het wegpompen van water bij de periodes van extreme regenval. Er zijn steeds meer ontwikkelingen die de realisatie van klimaatambities beïnvloeden. Denk aan netcongestie, striktere waterkwaliteitseisen, stijgende kosten en politieke discussies in de regio over bijvoorbeeld locaties voor zon- en windenergieprojecten. Nieuwe energieprojecten lopen daardoor vertraging op. Waterschappen gaan het doel van energieneutraliteit sowieso halen, maar waarschijnlijk wel iets later dan de huidige ambitie van 2025. Wij blijven als waterschappen actief zoeken naar manieren om onze bedrijfsvoering te verduurzamen en uiteindelijk klimaatneutraal te worden, ondanks deze uitdagingen.”

Circulariteit

Ook de toegenomen inzet van waterschappen op circulariteit komt terug in de Klimaatmonitor. Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Als waterschappen streven we ernaar om in 2050 volledig circulair te zijn, met als tussenstap een vermindering van 50 procent in het gebruik van primaire grondstoffen in 2030. We hebben hiervoor een strategie Circulaire Waterschappen en ondersteunen dat met het KCAO-programma, over circulair assetmanagement en duurzaam opdrachtgeverschap. Dit maakt circulariteit bij de waterschappen steeds concreter. In 2023 had 90 procent van de waterschappen circulaire economie-doelstellingen (deels) in hun beleid opgenomen. Driekwart van de waterschappen heeft een nulmeting uitgevoerd om inzicht te krijgen in hun materiaalgebruik en een kwart monitort op circulariteit. De waterschappen verbeteren hun inzicht in de milieu-impact van ingekochte grondstoffen, met meer dan de helft die al concrete stappen heeft gezet.”

> Lees hier de ‘Klimaatmonitor Waterschappen – verslagjaar 2023’

Nog enkele cijfers uit de Klimaatmonitor over 2023

Emissies en energieverbruik

  • De waterschappen hebben CO2-emissies weten te verlagen, zowel voor scope 1 (eigen activiteiten) als scope 2 (indirecte emissies voor energie die is ingekocht).
  • Scope 2-emissies daalden met 56 procent, met name doordat waterschappen meer Nederlandse groen stroom zijn gaan inkopen in plaats van Europese groene stroom.
  • De totale CO2-uitstoot van scope 1 en 2 verminderde met ruim 14 procent tot 684 kton. Hiermee zijn de waterschappen op weg naar klimaatneutraliteit.
  • Stijging totale energieverbruik met bijna 8 procent, grotendeels door het intensievere gebruik van gemalen vanwege de vele neerslag.

Opwekking duurzame energie

  • Stijging eigen opwekking van duurzame energie met 343 TeraJoule (TJ) (8,2 procent) tot 4.505 TJ (met name door nieuwe windturbines).
  • Biogas blijft de grootste bron van duurzame energie, met 66 procent van de eigen opwekking. In totaal is 33 miljoen m³ biogas opgewaardeerd tot 22,5 miljoen m³ groen gas.

Uitstoot lachgas en methaan

  • Waterschappen zetten steeds meer in op het verminderen van broeikasgassen zoals lachgas en methaan. Er zijn programma’s gestart voor verder inzicht en uiteindelijk emissiereductie.
  • Lachgasemissies rapportages zijn 31 procent lager (na wijziging toepassing IPCC model door CBS in 2023.

 Duurzaam opdrachtgeverschap

  • Duurzaam opdrachtgeverschap is in 2023 door bijna 60 procent van de waterschappen vertaald naar een implementatieplan.
  • De CO2-Prestatieladder is een belangrijke tool geworden om duurzaamheid te structureren, met twaalf gecertificeerde waterschappen en nog vijf in de planning.
  • Er is steeds meer aandacht voor biodiversiteit: zes waterschappen nemen biodiversiteit en natuur inclusief bouwen structureel mee.
  • Er zijn verdere stappen gezet in CO2-beprijzing, met elf waterschappen die dit intern toepassen en twee die het gebruiken in aanbestedingen.

Vervoer en mobiliteit

  • Na de tijdelijke verlaging in de coronapandemie is in 2023 het zakelijk verkeer met personenauto’s weer op het niveau van 2019.
  • Woon-werkverkeer met een privéauto is in 2023 terug naar 65 procent van het pre-coronaniveau.
  • Het brandstofverbruik van het eigen wagenpark van waterschappen daalde in 2023 met 11% en de daaraan verbonden CO2-uitstoot verminderde met 16 procent, dankzij vergroening van het wagenpark.
  • Het aantal elektrische auto’s steeg met 56 procent, met als resultaat een jaarlijkse besparing van 500 tot 1000 ton CO2.
  • Het brandstofverbruik voor vrachttransport en onderhoud nam toe met 9 procent, maar door het gebruik van HVO in plaats van diesel steeg de CO2-uitstoot slechts met 3 procent.

Nieuw dit jaar in de Klimaatmonitor zijn de kaartjes in de bijlagen, die laten zien waar aquathermie-projecten en zon-op-waterprojecten zijn gerealiseerd. Ook laten ze zien waar elektriciteit wordt opgewekt en teruggeleverd.

Kennismaking tussen minister Madlener en de waterschappen

16 september 2024

Op maandag 16 september ontmoetten de waterschappen minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat. Rogier van der Sande (voorzitter van de Unie van Waterschappen), Sander Mager (bestuurslid Unie van Waterschappen) en Meindert Smallenbroek (algemeen directeur Unie van Waterschappen) waren aanwezig. Tijdens het gesprek werden er belangrijke onderwerpen besproken zoals waterkwaliteit, waterveiligheid, het belastingstelsel en water en bodem sturend.

kennismaking-waterschappen-madlener-web

Van der Sande: “Het was een waardevolle kennismaking. De uitdagingen op het gebied van water zijn groot, en we kunnen dit niet alleen. Samenwerking met andere partijen is cruciaal om deze op te lossen. Dit goede gesprek met de minister zet daarin de eerste stap.”

Waterkwaliteit

Het verbeteren van de waterkwaliteit, zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water, blijft een topprioriteit voor de waterschappen. Ondanks grote investeringen is het water nog niet schoon genoeg. Van der Sande: “Tijdens het gesprek hebben we benadrukt hoe belangrijk de rol van het rijk is in het verbeteren van de waterkwaliteit. Zo kunnen zij zorgen voor een bronaanpak met strenger toelatingsbeleid voor stoffen. Ook kunnen zij inzetten op een KRW-proof landbouwbeleid.”

Water en bodem sturend

De waterschappen pleiten ervoor dat bij ruimtelijke inrichting en keuzes water en bodem leidend zijn. Van der Sande: “Dat betekent bijvoorbeeld nieuwbouwlocaties kiezen waar ruimte is of wordt gereserveerd voor water, en niet bouwen op plekken die daarvoor ongeschikt zijn (zoals uiterwaarden, slappe bodem en beekdalen). De minister gaf tijdens de kennismaking aan dat hij deze problematiek begrijpt.”

Dijkveiligheid

Ook de kosten voor de waterveiligheid in Nederland zijn voorbij gekomen in het gesprek. Dit najaar moeten de waterschappen en het rijk beslissen over de financiering van dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Er is €1,25 miljard extra nodig vanuit zowel de waterschappen als het rijk. Van der Sande: “Op dit moment is de bijdrage van het rijk nog niet opgenomen in het Regeerprogramma. Het is van belang dat het kabinet het benodigde bedrag in zijn begroting opneemt. Het is namelijk een nationale noodzaak.”

Regeerprogramma niet concreet over maatregelen voor water

13 september 2024

In het Regeerprogramma van het Kabinet Schoof staan weinig concrete plannen over de zorg voor veilige dijken, schoon water en het voorkomen van watertekort en wateroverlast. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het werk van de waterschappen wordt steeds uitdagender en vraagt veel van ons, in de samenwerking met anderen. Het is goed dat er nu een Regeerprogramma ligt. Maar dit lijkt nog weinig duidelijkheid te geven over concrete plannen. Dat moet ons niet hinderen in de uitvoering. Wat nodig is, zijn maatregelen die het tempo erin houden, het draagvlak vergroten en de doelen aantoonbaar realiseren. Want de waterdoelen dulden geen uitstel.”

Voorblad Regeerprogramma Kabinet Schoof. Op de achtergrond de Hofvijver

Schoon water

Voor de waterschappen is het verbeteren van de waterkwaliteit, zoals onder andere vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water, één van de belangrijkste opgaven. Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar kunnen het niet alleen. Rogier van der Sande: “Schoon water in rivieren, sloten en beken is belangrijk voor mens en natuur, de drinkwatervoorziening, de landbouw en de economie. De kwaliteit van het water is nog niet voldoende. In de plannen die nu gepresenteerd zijn, ontbreken concrete maatregelen om dit probleem op te lossen. Ook het mestbeleid heeft invloed op de waterkwaliteit, dus het is belangrijk dat het kabinet daarin keuzes maakt. Cruciaal daarbij is dat maatregelen rondom mest bijdragen aan schoon en gezond water.”

Nederland waterbestendig inrichten

Bij de inrichting van Nederland is aandacht voor water en bodem essentieel. Rogier van der Sande: “Het weer in Nederland wordt steeds extremer; periodes van droogte en wateroverlast wisselen elkaar in rap tempo af. Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen zijn er ruimte, regels en regie nodig bij de ruimtelijke ordening en inrichting van ons land. Zodat we verstandig bouwen, en schade en overlast zoveel mogelijk voorkomen. Waterschappen kunnen hun kennis van het water- en bodemsysteem inzetten in regionale omgevingsprogramma’s zodat deze toekomstbestendig worden uitgewerkt.”

Veilige dijken

Ook de opgave om de dijken veilig te houden wordt groter. Rogier van der Sande: “Het is belangrijk snel een concreet besluit te nemen over extra financiering van dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma: de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de 21 waterschappen en het Rijk, die vraagt om solidariteit en doorzettingsvermogen van alle betrokken partijen. We moeten het samen dragen.”

Kamervragen over schrappen Nationaal Programma Landelijk Gebied

12 september 2024

Op woensdag 4 september werd duidelijk dat het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) wordt geschrapt. Het NPLG zorgde er met een gebiedsgerichte aanpak voor dat de opgaven en maatregelen voor natuur, stikstof, landbouw, water, bodem en klimaat worden gehaald. D66-Kamerleden Ilana Rooderkerk, Mpanzu Bamenga en Anne-Marijke Podt stelden hierover schriftelijke vragen aan de ministers van Klimaat en Groene Groei, Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Infrastructuur en Waterstaat.

Polderlandschap met klein gemaal

Betrokkenheid waterschappen

De Kamerleden vragen zich onder meer af of het NPLG nog steeds kabinetsbeleid is en wanneer de provincies en waterschappen zijn geïnformeerd over het schrappen van het NPLG: “Op welk moment en welke wijze zijn zij betrokken bij alternatieve maatregelen voor het NPLG?”

Kwantitatieve effecten op Kaderrichtlijn Water

De D66-leden zijn ook benieuwd wat de kwantitatieve effecten zijn van het schrappen van het NPLG op het halen van de gestelde doelen op het gebied van klimaat, natuurherstel en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Ook vragen ze of de ministers nog achter de opvatting staan dat toekomstbestendige verduurzaming een integrale benadering vergt, zodat meerdere opgaven, waaronder waterkwaliteit, tegelijk worden aangepakt. Zo ja, dan willen ze weten waarom de ministers het NPLG desondanks schrappen.

Andere vragen waarin watergerelateerde thema’s aan bod komen:

  • Zet het kabinet, in plaats van het NPLG, in op een alternatieve, vergelijkbare integrale benadering voor het realiseren van de doelen in de landbouwsector op het gebied van klimaat, natuur, stikstof en waterkwaliteit?
  • Verwacht u dat de sector landbouw op tijd kan voldoen aan de inspanningen die nodig zijn om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen? Hoeveel budget acht u hiervoor noodzakelijk?
  • Is de minister van Infrastructuur en Waterstaat geconsulteerd over het schrappen van het NPLG? Zo ja, wat is hierbij besproken? Zo nee, waarom niet?

> Lees hier de ingezonden Kamervragen

Wat vindt de Unie van Waterschappen?

Het afschaffen van het NPLG heeft directe gevolgen voor het werk van de waterschappen. De waterschappen zijn dan ook benieuwd naar de plannen van het nieuwe kabinet en benadrukken dat ze zich blijven inzetten om met een gebiedsgerichte aanpak de doelen voor onder andere de waterkwaliteit te halen. Want met het verdwijnen van het NPLG gaat de opgave voor schoon en voldoende water niet weg. De waterschappen verwachten van het kabinet op korte termijn een concreet alternatief plan dat het tempo erin houdt, het draagvlak vergroot en de doelen aantoonbaar realiseert.

> Lees meer over het NPLG en het standpunt van de waterschappen 

> Bekijk hier de NPLG-zienswijze van de Unie van Waterschappen

Meer oog voor transparantie bij waterschappen

11 september 2024

Op woensdag 11 september hebben de Unie van Waterschappen, VNG en IPO hun Wet open overheid (Woo-)monitoren overhandigd aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. Directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie Eva Heijblom nam de publicatie in ontvangst op het iBestuur Congres. Uit de Woo-monitor van de waterschappen blijkt dat er op het gebied van organisatie en cultuur ontwikkeling nodig is om informatie transparanter en toegankelijker aan te bieden.

Smartphone en laptop in beeld die door een vrouw wordt bediend.

Toenemend aantal Woo-verzoeken

De monitor laat onder meer zien dat het aantal Woo-verzoeken toeneemt. De afhandeltermijn van de verzoeken neemt doorgaans wat meer tijd in beslag dan voorheen. Dit valt vooral te verklaren doordat de verzoeken steeds omvangrijker van aard zijn. Waterschappen onderkennen daarbij steeds meer het belang om transparant te kunnen zijn naar de maatschappij en werken daarom ook toe naar werkwijzen die op een toekomstbestendige manier inzicht geven in het verleden. De waterschappen zetten zich actief in om de Woo goed te implementeren.

> Bekijk hier de Woo-monitor van de waterschappen

Toenemend bewustzijn

“Wij zijn ons bewust van de uitdagingen die er liggen”, zegt Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, op het iBestuur Congres. “We doen veel om onze informatiehuishouding te verbeteren, maar er is ook nog veel te doen. In de monitor zien we dat dit besef echt is ingedaald bij de waterschappen en dat het bewustzijn groeit over wat een goed georganiseerde informatiehuishouding inhoudt.”

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Zo hebben steeds meer waterschappen informatiebeheerplannen en sluiten zij zich aan bij het e-depot. “Een burger of bedrijf mag ervan uitgaan dat we transparant en helder in onze afwegingen zijn,” aldus Lokin. “En dat essentiële informatie betrouwbaar en eenvoudig toegankelijk is. We hebben de verantwoordelijkheid om die handschoen op te pakken. Hierbij zal er samengewerkt worden met de medeoverheden.”

Digitaal op koers

Eind 2023 presenteerden de waterschappen hun visie op de digitale transformatie ‘De Vaarkaart – digitaal op koers’. Een van de doelen uit de Vaarkaart richt zich op het risico-gestuurd werken en zorgen voor transparante besluitvorming en processen, nageleefde wet- en regelgeving en continuïteit in de dienstverlening. Hier maakt de implementatie van de Woo onderdeel van uit. Met de Vaarkaart stimuleren en ondersteunen de Unie van Waterschappen en het Waterschapshuis de transformatie van de waterschappen om alle digitale uitdagingen van nu en de toekomst het hoofd te bieden.

> Lees de Vaarkaart Digitale Transformatie voor meer informatie over de bestuurlijke ambities en de visie van de waterschappen rond de digitale transformatie

> Lees meer over de digitale transformatie bij de waterschappen

Scheldestromen ontvangt Tweede Kamerleden in Zeeland

Op maandag 9 september brachten VVD-Tweede Kamerleden Peter de Groot en Jacqueline van den Hil een werkbezoek aan het dijkversterkingsproject Hansweert. Ze werden vergezeld door hun partijgenoten uit de Provinciale Staten van Zeeland en de algemene vergadering van waterschap Scheldestromen. Het werkbezoek stond in het teken van waterveiligheid en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

man geeft presentatie aan klein publiek

HWBP toonbeeld samenwerking Rijk en waterschappen

Hansweert is onderdeel van het het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken. Doel is dat in 2050 alle dijken aan de nieuwe normen voor waterveiligheid voldoen. Het HWBP bestaat dit jaar tien jaar en vormt het toonbeeld van hoe het Rijk en de waterschappen samenwerken aan waterveiligheid in Nederland. Die opgave wordt steeds groter en uitdagender: meer hoosbuien, vaker hoogwater afvoeren, langere periodes van droogte. Daarom gelden er gelden nieuwe, deels strengere normen.

Langjarige perspectieven

“Dijkversterkingen binnen het HWBP kennen een lange voorbereidingstijd en daarvoor zijn langjarige perspectieven nodig”, zegt dijkgraaf Toine Poppelaars van waterschap Scheldestromen. “Dat was onze hoofdboodschap aan de Haagse vertegenwoordigers. Dit najaar moeten er bijvoorbeeld belangrijke besluiten worden genomen over de financiering van toekomstige projecten. Er is € 1,25 miljard extra nodig van zowel de waterschappen als het Rijk om in 2025 dijkversterkingsprojecten op diverse plekken in Nederland te kunnen starten. Deze projecten moeten in de periode 2030-2036 gerealiseerd worden. Ook heeft de watersector behoefte aan een snelle herijking van de afspraken over het HWBP en de toekomstige financiering tot en met 2050. Die afspraken liggen tot 2028 vast. Deze opdracht is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die vraagt om solidariteit en doorzettingsvermogen van alle betrokken partijen.”

> Lees meer over het HWBP

Uniewerkbezoek bij Vallei en Veluwe: “Dankbaar voor inzet op Omgevingswet”

10 september 2024

Op dinsdag 3 september bezochten Vincent Lokin (bestuurder), Meindert Smallenbroek (directeur) en Izakjan Dekker (beleidsadviseur Omgevingswet) van de Unie van Waterschappen het waterschap Vallei en Veluwe. Het werkbezoek stond in het teken van de Omgevingswet, die op 1 januari dit jaar in werking is getreden.

groep mensen van de Unie van Waterschappen en Vallei en Veluwe op het waterschapskantoor; twee mensen geven elkaar een hand

Blij, dankbaar en benieuwd

Lokin zette met drie termen de reden van dit werkbezoek uiteen: “Blij, dankbaar én benieuwd. Blij omdat de Omgevingswet is ingevoerd – een megaoperatie die veel wetgeving vervangt en samenbrengt. De waterschappen hebben de invoering altijd ondersteund, ondanks de lange aanloop. Doordat alle waterschappen zich de afgelopen jaren terdege hebben voorbereid op de Omgevingswet, kon de dienstverlening aan burgers en bedrijven doorgang vinden.” Hij sprak hiervoor namens het Uniebestuur zijn dank uit.

Blauwe Omgevingsvisie

Daarnaast was de Uniebestuurder benieuwd naar de Blauwe Omgevingsvisie (BOVI2050). Deze langetermijnvisie helpt bij het duurzamer en waterinclusiever maken van ruimtelijke plannen. De BOVI2050 vormt daarmee input voor omgevingsvisies en -plannen in het kader van de Omgevingswet. In tegenstelling tot gemeenten en provincies zijn waterschappen niet verplicht om een omgevingsvisie op te stellen. Heemraad Bert van Vreeswijk lichtte de Blauwe Omgevingsvisie verder toe tijdens het werkbezoek.

Twee mannen en een vrouw met elkaar in gesprek aan tafel

> Lees meer over de Omgevingswet en wat die betekent voor de waterschappen

Fotografie: Benno Wonink

Waterschappen leveren inbreng wetsvoorstel herziening belastingstelsel

5 september 2024

Tot 10 september kunnen leden van de Eerste Kamer schriftelijk inbreng leveren voor de behandeling van de herziening van het belastingstelsel. Er kan inbreng geleverd worden op de Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten.



De Unie van Waterschappen heeft enkele punten onder de aandacht van de Kamerleden gebracht. Na de technische briefing op 9 juli jl. heeft de Unie van Waterschappen ook een toelichtend filmpje gemaakt over het wetsvoorstel.

Aanleiding wetsvoorstel

Het huidige belastingstelsel kent een aantal knelpunten. De Unie van Waterschappen heeft daarom in december 2020 een aanpassingsvoorstel aan de minister van IenW voorgelegd. De minister is daarop een wetgevend traject gestart, waarbij de voorstellen van de waterschappen zijn gebruikt om de knelpunten op te lossen en de waterschappen tegelijk ruimte te geven om meer te kunnen bijdragen aan de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie.

Het wetsvoorstel wijzigt drie belastingen van de waterschappen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. In de inbreng worden de wijzingen in deze drie belastingen uitgebreid toegelicht.

Aanpassingen

De waterschappen zijn blij met de voorgestelde aanpassingen in het wetsvoorstel. De voorstellen voor de watersysteemheffing zorgen voor een beter uitlegbare aanslag en een gelijkmatiger lastenontwikkeling voor alle belastingbetalers. Met de voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen bereiken we dat waterschappen en bedrijven in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken.

>  Lees de volledige inbreng wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen

Tabletboek toekomstbestendig vakmanschap gepresenteerd

3 september 2024

Op vrijdag 30 augustus is het Tabletboek Toekomstbestendig decentraal bestuur: Waarden van bestuurlijk en ambtelijk vakmanschap gepresenteerd.

tabletboek-toekomstbestendig-decentraal-bestuur-web

Tabletboek

Het boek probeert antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Wat zijn de belangrijkste trends waar ambtsdragers binnen gemeenten, provincies en waterschappen zich in de komende periode toe moeten verhouden?
  • Welke waarden van bestuurlijk en ambtelijk vakmanschap hebben in die nabije toekomst – gegeven de trends – prioriteit (vier waarden per ambtsdrager)?
  • Wat kunnen ambtsdragers en hun beroeps- en belangenverenigingen praktisch doen om het vakmanschap te vergroten?

De makers hopen dat de inhoud burgemeesters, gemeentesecretarissen, griffiers, raadsleden, rekenkamerleden, Statenleden, waterschapsbestuurders en wethouders zal inspireren hun vakmanschap verder te versterken.

Totstandkoming

De publicatie kwam tot stand door De Argumentenfabriek, in opdracht van de beroeps en belangenverenigingen in het decentraal bestuur (Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies, Statenlidnu, Vereniging van Griffiers, Vereniging van Gemeentesecretarissen, Wethoudersvereniging). In samenwerking en met financiële dan wel inhoudelijke steun van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Vereniging Nederlandse Gemeenten, A&O fonds Gemeenten en de Raad voor het Openbaar Bestuur.

Downloaden

Het Tabletboek is via de website van de Argumentenfabriek te downloaden. Elk ZIP-bestand bestaat uit een bundel van drie bestanden. Het complete tabletboek (PDF), de voor de ambtsdrager relevante gespreks- en reflectiekaarten (PPT). En de voor de ambtsdrager relevante dia’s met (alleen) afbeeldingen en kaarten (PPT).

Waterschappen gaan door met gebiedsgerichte aanpak

4 september 2024

Het afschaffen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft directe gevolgen voor het werk van de waterschappen. De waterschappen zijn dan ook benieuwd naar de plannen van het nieuwe kabinet en benadrukken dat ze zich blijven inzetten om met een gebiedsgerichte aanpak de doelen voor onder andere de waterkwaliteit te halen.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Het doel van het NPLG is het halen van de (Europese) doelen voor natuur, stikstof, waterkwaliteit en klimaat. Om deze doelen te bereiken is ingezet op het toekomstbestendig maken van het landelijk gebied voor met name inwoners, ondernemers, landbouw en natuur. Voor de waterschappen is daarbinnen het verbeteren van de waterkwaliteit, zoals onder andere vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water (KRW), de belangrijkste opgave. Ook is binnen het NPLG veel aandacht voor de verdeling van zoetwater tijdens droogteperioden en ruimte voor water om wateroverlast te voorkomen. De gebiedsgerichte samenwerking tussen overheden, bedrijven, inwoners en maatschappelijke organisaties zorgt voor een samenhangende aanpak, waardoor ook maatwerk mogelijk is.

De opgave voor schoon en voldoende water blijft

Met het verdwijnen van het NPLG gaat de opgave voor schoon en voldoende water niet weg. De waterschappen zijn dan ook benieuwd naar de plannen van het nieuwe kabinet. Waterschappen gaan intussen onverminderd door met hun werkzaamheden, want er zijn in de gebiedsprocessen verwachtingen gewekt en er is geen tijd te verliezen. Zo moeten de doelen voor de KRW al in 2027 zijn gerealiseerd. Alle energie moet dan ook worden gestoken in de uitvoering.

Samenwerking essentieel

Erik den Hertog, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De afgelopen jaren hebben de waterschappen flink in de regionale samenwerking geïnvesteerd. Waterschappen zijn vastbesloten om deze manier van werken in stand te houden. Dit is ook een uitnodiging aan onze samenwerkingspartners in de regio”.

We maken een start met de uitvoering

Om een versnelling te geven aan de uitvoering van de plannen voor het landelijk gebied, hebben provincies vorig jaar plannen ingediend waarvoor ruim anderhalf miljard euro beschikbaar is. Provincies en waterschappen maken samen met de gemeenten, inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in hun gebied inmiddels een start met de uitvoering van deze plannen.

Wat hebben we nodig van het kabinet?

De waterschappen verwachten van het kabinet op korte termijn een concreet alternatief plan dat het tempo erin houdt, het draagvlak vergroot en de doelen aantoonbaar realiseert.