Kwaliteit tuinvijvers centraal in Week van Ons Water

28 april 2021

Hoe staat het ervoor met de waterkwaliteit in de Nederlandse tuinvijvers? Dat is de vraag die centraal staat tijdens de Week van Ons Water. De organisatoren van de Week van Ons Water roepen samen met Waterdiertjes.nl op om van 1 t/m 16 mei de kwaliteit van vijvers in kaart te brengen door waterdiertjes te tellen.



Sinds 2018 bestaat Waterdiertjes.nl, een initiatief van verschillende kennisinstellingen en waterbeheerders. Iedereen kan meedoen aan wetenschappelijk onderzoek naar de waterkwaliteit door waterdiertjes te vangen en op Waterdiertjes.nl door te geven. Uit de honderden metingen die sinds 2018 zijn gedaan, valt op dat de waterkwaliteit van met name de tuinvijvers regelmatig heel goed scoort, maar ook slecht en zeer slecht. Waarom er zulke grote verschillen zijn, is nog niet duidelijk. “Deze vijvers hebben de potentie om echte waterpareltjes in de bebouwde omgeving te vormen. Daarom is het heel nuttig om meer over die verschillen in de waterkwaliteit te weten te komen”, legt Edwin Peeters, wetenschapper van de Wageningen Universiteit en betrokken bij Waterdiertjes.nl, uit.

Onderzoek in eigen achtertuin

Met een schepnet, een ondiepe witte bak en smartphone of tablet met wifi kun je al meedoen om de waterkwaliteit in tuinvijvers te meten. “Schep met je net door de waterplanten en het open water. Doe wat schoon water in de witte bak en keer je net daarin om”, legt Peeters uit. Op Waterdiertjes.nl kunnen deelnemers er via de afbeeldingen achter komen welke diertjes ze precies gevonden hebben. Het aantal gespotte diertjes kan vervolgens worden ingevuld en doorgegeven. Peeters: “Nadat je meting is doorgegeven, krijg je meteen te zien wat de kwaliteit van je vijver is. Ook stellen we nog een aantal extra vragen om meer over de situatie te weten te komen.” Aan het einde van de Week van Ons Water hoopt Waterdiertjes.nl al de eerste resultaten van dit citizen science-project te kunnen melden.

Vuil of schoon water?

Waterdiertjes zijn een goede indicator voor vuil of schoon water. “De aanwezigheid van veel verschillende dieren en planten wijst op een goede waterkwaliteit. In Nederland zorgen waterbeheerders zoals de waterschappen er steeds meer voor dat oevers van sloten op een natuurvriendelijke manier worden aangelegd en dat er vispassages worden gemaakt bij gemalen. Daarmee zorgen ze voor meer biodiversiteit in het Nederlandse oppervlaktewater”, aldus Peeters. “Op kleinere schaal kunnen particulieren dat ook doen, door vijvers aan te leggen in hun tuinen en via Waterdiertjes.nl bij te houden welke diertjes er leven in de vijver.”

Een groene tuin is een blauwe tuin

Naast dat mensen vijvers in hun tuin nemen omdat ze het mooi vinden, draagt het ook bij aan het versterken van de biodiversiteit in Nederland én aan het voorkomen van wateroverlast. Door bij de aanleg van de vijver te zorgen voor een brede oever en de vijver niet helemaal te vullen, kan een vijver fungeren als tijdelijke regenwateropslag bij hoosbuien. Naast dit soort regenwatervijvers adviseren de waterbeheerders van Nederland in deze Week van Ons Water particulieren om nog meer watervriendelijke keuzes te maken in tuinen en op balkons, gevels en daken. Een groene tuin is een blauwe tuin. Door veel groen te gebruiken kun je helpen een teveel aan regenwater op te vangen en overlast door hitte te verminderen.

Week van Ons Water

De Week van Ons Water is een initiatief van het Rijk, waterschappen, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat. Deze organisaties willen Nederlanders bewuster maken van het bijzondere van water. Dit doen zij door te laten zien wat er aan watermanagement gebeurt in Nederland. En door aan te geven wat mensen zelf kunnen doen bij overstromingen, wateroverlast en droogte en hoe ze kunnen helpen om het water schoon te houden.

Medewerkers waterschappen willen klimaatneutraal pensioen

26 april 2021

Op 26 april heeft Menno Snel, bestuurslid van pensioenfonds ABP, een petitie voor een klimaatneutraal pensioen in ontvangst genomen. Ruim 1500 medewerkers van de 21 waterschappen hebben deze petitie ondertekend.



Hans Schouffoer, medewerker van waterschap Hollandse Delta, bood de petitie aan in het kantoor van de Unie van Waterschappen in Den Haag. Hij deed dat namens een grote groep bezorgde collega’s van vele waterschappen. Zij vragen het ABP om niet te investeren in fossiele industrie zoals gas, olie en kolen. Deze vervuilende industrie heeft een grote impact op waterkwaliteit, waterkwantiteit en de kwaliteit van leven van huidige en toekomstige generaties.

Duurzame transitie

De ambtenaren bij de waterschappen roepen pensioenfonds ABP op om te investeren in fondsen die zich inzetten voor een duurzame transitie. De waterschappen besteden dagelijks veel tijd, geld en capaciteit aan de gevolgen van klimaatverandering door te werken aan hogere dijken, grotere gemalen, en het bestrijden van exoten. En ze voeren een actief energie- en grondstoffenbeleid om bij te dragen aan een duurzame samenleving.

Geen fossiele brandstoffen

Eén van die ambtenaren is datascientist Kelly Nijhuis van Waterschap Vallei en Veluwe. Zij vindt dat het ABP meer naar de toekomst moet kijken. “Daar horen fossiele brandstoffen niet meer bij”, zegt ze. “Hoe zuur is het dat de fossiele industrie in veel gevallen het water enorm vervuilt. En hoe mooi zou het zijn als mijn ABP het verschil gaat maken door niet meer te investeren in fossiele brandstof gedreven bedrijven, maar gaat investeren in schone energieopwekking. Dat is winst voor iedereen.”

Op de foto: Arjan van den Hoogen, senior adviseur duurzaamheid bij Wetterskip Fryslân (rechts) schrijft het definitieve aantal handtekeningen (1540) op de petitie. Menno Snel kijkt toe.

Zorgvuldige afweging inwerkingtreding Omgevingswet nodig

22 april 2021

Minister Kajsa Ollongren, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen voerden op 21 april een Bestuurlijk Overleg (BO) over de stand van zaken van de Omgevingswet. Tijdens dit overleg bespraken ze of de wet verantwoord in werking kan treden op 1 januari 2022. Het is belangrijk om hier samen een zorgvuldig besluit over te nemen om een goede start te maken. Daarom is besloten om hier een tweede BO in mei aan te wijden.



De bestuurlijke partners staan pal achter de bedoeling van het nieuwe stelsel. Ze zijn het erover eens dat de Omgevingswet nodig is om de grote opgaven in de leefomgeving effectief aan te gaan. De woningbouwopgave, de energietransitie, klimaatadaptatie en de bescherming van onze natuur vragen nu en in de komende decennia om een samenhangende aanpak en het instrumentarium van de Omgevingswet helpt daarbij.

Werkend stelsel bij alle overheden nodig

De samenwerkende partijen willen allemaal een goede start van de Omgevingswet, waarbij de dienstverlening aan inwoners en ondernemers overal in Nederland door kan gaan. Daarvoor moeten zowel de vergunningenketen als de planvormingsketen voor gebiedsontwikkeling bij overheden werken. De uitvoeringspraktijk moet ermee uit de voeten kunnen.

Kortom, er moet een werkend stelsel zijn bij alle overheden. Een werkend digitaal en juridisch stelsel voor alle gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties. Hiervoor moeten de landelijke voorzieningen gereed en stabiel zijn, moeten alle overheden in Nederland – in samenwerking met softwareleveranciers – zich hierop voorbereiden, aansluiten en moeten zij voldoende oefentijd hebben gehad om met het stelsel te leren werken.

Tijdelijke alternatieve maatregelen

Tijdens het overleg is onder meer gesproken over de inzet van tijdelijke alternatieve maatregelen om een verantwoorde inwerkingtreding voor de uitvoeringspraktijk mogelijk te maken. Er is gebleken dat het nu nog te vroeg is om hier een gedegen beslissing over te nemen. De komende weken worden gebruikt om meer zekerheid te krijgen over de impact en effecten van deze tijdelijke maatregelen. Dit gebeurt in nauw overleg met overheden en de bestuurlijke partners.

Kamerbrief april

Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) verstuurt eind april een voortgangsbrief over de Omgevingswet aan beide Kamers. Deze brief gaat nader in op de stand van zaken van de implementatie van de wet, waaronder de bestuurlijke waardering van het integraal financieel beeld van de Omgevingswet.

Kamermeerderheid wil proeftuinen voor natuurinclusief bouwen

21 april 2021

In de Tweede Kamer is op 20 april een motie aangenomen waarin de Kamer de regering vraagt om proeftuinen voor natuurinclusief bouwen mogelijk te maken.




De motie werd ingediend door Faissal Boulakjar (D66). Volgens hem leveren natuurinclusieve woningen een positieve bijdrage aan het terugdringen van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. En dat past weer bij de doelstelling van een klimaatneutraal gebouwde omgeving in 2050. Een Kamermeerderheid was dat met hem eens.

Klimaatneutraal

De waterschappen steunen deze motie. De waterschappen merken in hun dagelijkse praktijk de gevolgen van klimaatverandering en maken zich als ondertekenaars van het Klimaatakkoord ook sterk voor het beperken van verdere klimaatverandering door CO2-uitstoot terug te dringen. Dit soort initiatieven die moeten bijdragen aan een duurzaam, klimaatneutraal Nederland juichen de waterschappen dan ook toe.

Water sturend bij bouwplannen

De Unie van Waterschappen roept daarnaast het Rijk, andere overheden, woningcorporaties en de bouw op om bij de bouw van nieuwe woningen klimaatbestendige keuzes te maken. Dat houdt in: geen woonwijken bouwen op slappe bodems of plekken waar de kans op wateroverlast groot is, rekening houden met mogelijkheden voor wateraanvoer en -afvoer en overstromingsrisico’s. Dit alles om funderingsproblemen, schade door droogte of wateroverlast zoveel mogelijk voor te zijn.

Volgens de waterschappen kan dit door een verplichte watertoets bij bouwplannen in te bouwen, waarbij het waterbelang altijd moeten worden afgewogen. De ambitie is om steeds meer samen te werken als overheden onderling. De waterschappen vinden dat hierbij over de grenzen van beleidsthema’s en dossiers moet worden gekeken en dat er een integrale blik nodig is, waarbij water als verbindende factor kan fungeren.

Aanpassingsvoorstel Wet Bibob goed nieuws voor waterschappen

15 april 2021

Waterschappen en andere overheden krijgen meer bevoegdheden om informatie over mogelijk crimineel misbruik van beschikkingen, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties met elkaar te delen. Dit om de integriteit van de overheden te beschermen tegen vermenging van de boven- en onderwereld.



Dat is de kern van een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). De ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming) hebben dit wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Op 3 juni kunnen Kamerleden schriftelijke inbreng leveren op het wetsvoorstel.

Privaatrechtelijke rol

Overheden kunnen met de Wet Bibob nu al barrières opwerpen tegen het ongewild faciliteren van criminele organisaties. Waterschappen hebben onder de huidige Wet Bibob de mogelijkheid om de wet toe te passen op overheidsopdrachten en vastgoedtransacties. Dat is de zogenaamde privaatrechtelijke rol.

Onwenselijk

Maar het komt ook voor dat partijen die van de gemeente geen vergunning krijgen vanwege een ernstig gevaar op grond van de Wet Bibob, bij het waterschap soms wel een omgevingsvergunning kunnen krijgen. Op grond van inhoudelijke, waterhuishoudkundige criteria heeft het waterschap over het algemeen namelijk geen mogelijkheid om de aanvraag te weigeren.

Bestuursrechtelijke rol

Met de aanstaande uitbreiding van de wet wordt het voor besturen van waterschappen mogelijk om de Wet Bibob ook toe te passen bij het verlenen van omgevingsvergunningen op grond van de waterschapsverordening.

Onder de radar

Zo wordt voorkomen dat malafide personen voet aan de grond krijgen die bij verschillende overheden aankloppen totdat ze een overheid hebben gevonden die de Wet Bibob niet toepast. Of totdat ze een overheid vinden die een verkeerde risico-inschatting maakt wanneer de relevante risico-indicaties onder de radar blijven. En daardoor panden of gronden kunnen gebruiken om crimineel verworven vermogen wit te wassen, of om bepaalde criminele activiteiten te verrichten, zoals bijvoorbeeld mensenhandel of de productie van drugs.

Toename

Waterschappen zien het aantal signalen toenemen dat vergunningen mogelijk gebruikt worden om criminele activiteiten te ontplooien. Ze verlenen soms vergunningen waarvan ze vermoeden dat er een risico bestaat op het ongewild faciliteren van criminele activiteiten. De uitbreiding van de Wet Bibob biedt in deze gevallen uitkomst.

Meer over de Wet Bibob

Terugblik op de ledenvergadering van 9 april

14 april 2021

Op 9 april 2021 vond de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen plaats. De belangrijkste onderwerpen op een rij.



Wanneer vragen waterschappen een bijdrage van het rijk?

De waterschappen financieren de structurele uitvoering van hun taken via het eigen belastingstelsel. Op die manier is de continuïteit van het waterschapswerk geborgd. Steeds vaker moeten extra kosten worden gemaakt, bijvoorbeeld voor de implementatie van nieuwe landelijke wetgeving of om een bijdrage te leveren aan bredere maatschappelijke uitdagingen. In die gevallen ontvangen de waterschappen, via de Unie van Waterschappen, soms een financiële bijdrage van het rijk.

De waterschappen stelden een afwegingskader vast dat richting geeft aan de vraag in welke gevallen de Unie namens de waterschappen bij nieuw beleid met financiële consequenties wel of geen bijdrage van het rijk vraagt. Het basisprincipe daarbij is dat waterschappen hun standaard taken vanuit eigen belastingen bekostigen. Bij beleid met omvangrijke extra incidentele kosten (en daarmee een grote eenmalige impact op de belastingtarieven) kan een bijdrage van het rijk op zijn plaats zijn.

Advies over extra kosten voor uitvoering maatregelen Klimaatakkoord

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft in opdracht van het rijk in 2020 een onderzoek uitgevoerd naar de uitvoeringskosten voor de decentrale overheden van de maatregelen die voortkomen uit het Klimaatakkoord. Het gaat in dit onderzoek om extra kosten van het ambtenarenapparaat en advieskosten die verband houden met nieuwe taken of intensivering van bestaande taken (niet over investeringskosten). De omvang van de uitvoeringslasten voor de waterschappen voor 2024 wordt ingeschat op 21,9 miljoen euro en voor provincies en gemeenten op respectievelijk 42,2 en 656 miljoen euro.

De ledenvergadering stelde de standpunten van de waterschappen vast, als reactie op de 7 belangrijkste aanbevelingen van de ROB over de verdeling van de uitvoeringskosten. Deze zijn mede gebaseerd op het eerder genoemde afwegingskader voor bijdragen van het rijk.

Actualisatie baseline ‘Basis op orde’

Ook stelden de waterschappen de geactualiseerde set afspraken vast in de baseline ‘Basis op Orde’. Deze afspraken vormen het minimale ambitieniveau voor digitalisering. Met de nieuwe afspraken voldoen waterschappen aan de huidige wet- en regelgeving. Ook is de voortgang op de afspraken uit 2018 gemonitord. De waterschappen werken er hard aan om de ambities te halen, om bij te kunnen blijven in de informatiesamenleving en de digitale veiligheid op orde te hebben en te houden.

Jaarrekening 2020

De ledenvergadering stelde de jaarrekening van de Unie van Waterschappen over 2020 vast. Het jaar is met een positief resultaat afgesloten. Een deel daarvan is gereserveerd voor doorlopende actuele projecten, onder meer voor het traject rond de aanpassing van het belastingstelsel. Een deel wordt opgenomen in het algemene verenigingsvermogen.

En verder…

Naast bovengenoemde besluiten ging de ledenvergadering akkoord met:

  • de opstart van de uitwerkingsfase van de Landelijke Voorziening Overstromingsinformatie;
  • het voorstel van het Informatiehuis Water dat zij vanaf 2022 het beheer van de Digitale Delta API als taakuitbreiding overnemen van Rijkswaterstaat;
  • de overdracht van de door waterschappen toegezegde contributiegelden voor de ICT-systemen van de Basisregistratie Grootschalige Topografie naar het Kadaster in 2021 en 2022 en de voortzetting van de bijbehorende community.

De bijbehorende vergaderstukken zijn beschikbaar via iBabs.

Kamervragen over lozingen op oppervlaktewater

13 april 2021

Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat vragen gesteld over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater.

tweede kamer inbreng

Hij deed dat naar aanleiding van de tv-uitzending ‘Troebele Wateren’ in de KRO-NCRV-serie ‘De Vuilnisman’. Daarin gaat het over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater en de gevolgen die dat heeft voor drinkwaterbedrijven. En dus voor ons drinkwater.

Effecten lange termijn

Boswijk vraagt onder meer op basis van welk beleid de zogenoemde ‘opkomende stoffen’ geloosd kunnen worden, zonder dat bekend is wat de effecten zijn op langere termijn. Ook vraagt hij zich af waarom er niet één actueel landelijk overzicht is van waar fabrieken hun afvalwater lozen. Verder vindt hij het vreemd dat drinkwaterbedrijven zelf moeten constateren wanneer de normen door lozingen van afvalwater worden overschreden.

Aanpak bij de bron

De Unie van Waterschappen steunt de vragen. De Unie vindt dat opkomende stoffen waarvan de schadelijkheid voor het milieu nog nauwelijks bekend is, niet geloosd mogen worden totdat duidelijk is of ze schadelijk zijn. De Unie is voor aanpak bij de bron: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen. Ook is aanscherping van de huidige Europese toelating van stoffen nodig om meer en vroegtijdig inzicht te krijgen dat een stof gevaarlijk is voor milieu en gezondheid.

De vragen liggen nu bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ter beantwoording. De termijn daarvoor is 3 weken.

Vernieuwde afspraken over digitalisering bij waterschappen

12 april 2021

In de ledenvergadering van 9 april stemden de waterschappen in met de herziene versie van de baseline ‘Basis op orde’. Daarin is het minimale ambitieniveau voor digitalisering vastgelegd.



In de baseline ‘Basis op orde’ staat waaraan de waterschappen in ieder geval willen voldoen op het gebied van digitalisering. Ze doen dit op een verantwoorde, veilige en mensgerichte manier. Daarvoor is het belangrijk dat de digitale basis op orde is. De herziene baseline ‘Basis op orde’ is de opvolger van de baseline van 2018.

Kansen grijpen

“Digitalisering verandert onze maatschappij ingrijpend en is tegelijkertijd essentieel om de maatschappij draaiende te houden”, zegt Toine Poppelaars, portefeuillehouder digitalisering in het Uniebestuur. “De huidige technologische ontwikkelingen zorgen voor een digitale transformatie waarin alle 21 waterschappen de kansen moeten grijpen die de informatiesamenleving biedt. De baseline ‘Basis op orde’ biedt daarvoor een goede basis.”

Nieuwe afspraken

Uit de oude versie van de baseline ‘Basis op orde’ zijn de afspraken verwijderd die inmiddels door alle waterschappen zijn gerealiseerd. Daarnaast zijn de deadlines van sommige afspraken aangepast aan de nieuwe datums waarop achterliggende regelgeving in werking zal treden. Denk aan de Wet digitale overheid en de Omgevingswet. Ook zijn enkele nieuwe afspraken aan de baseline ‘Basis op orde’ toegevoegd, omdat er de afgelopen 2 jaar nieuwe wetgeving is gekomen. De Wet open overheid en de Europese Single Digital Gateway verordening zijn hier voorbeelden van.

Ambities

De ambities in de baseline zijn geformuleerd op basis van 4 thema’s:

  1. Digitale dienstverlening op orde
  2. Organisatie en samenwerking op orde
  3. Informatie op orde
  4. Informatiebeveiliging en privacy

Per thema hebben de waterschappen afgesproken wat het minimale ambitieniveau is.

Van baseline naar praktijk

Nu de baseline bestuurlijk is vastgesteld, gaan de waterschappen er zelf mee aan de slag. Het Waterschapshuis ondersteunt hen daarbij. Ieder waterschap vertaalt de baseline naar concrete afspraken en activiteiten om de basis op orde te brengen. Ook maken ze de hiervoor benodigde middelen vrij.

Door de voortgang regelmatig te monitoren en met elkaar te bespreken, worden de waterschappen gestimuleerd om de gestelde ambities waar te maken en leren ze optimaal van elkaar.

Factsheet baseline Basis op orde

Afbeelding: Gerd Altmann via Pixabay

Steeds meer boeren en tuinders werken aan schoon en voldoende water

9 april 2021

Vorig jaar is het aantal projecten in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) gegroeid. Het totale aantal projecten staat nu op bijna 500. Dat blijkt uit het jaarverslag DAW over 2020.



In het DAW werken boeren en tuinders aan schoon en voldoende water en een betere bodem. Zij nemen vrijwillig maatregelen op hun eigen bedrijf of doen mee in een project om meer kennis op te doen.

Kansen en uitdagingen

Met 59 nieuw gestarte projecten is het DAW in 2020 opnieuw gegroeid. Het totale aantal projecten staat nu op bijna 500. Het jaarverslag laat zien welke stappen afgelopen jaar gezet zijn, welke initiatieven gestart zijn en licht de kansen en uitdagingen van projecten toe.

Praktijkverhalen

In het jaarverslag staan ook inspirerende praktijkverhalen en hoe de DAW-aanpak bijdraagt aan de verbetering van de waterkwaliteit, de opgave op gebied van verdroging, vernatting, verzilting én een betere bedrijfsvoering.

Elkaar stimuleren

“We waarderen de inzet van boeren en tuinders enorm”, zegt Sander Mager. Hij is bestuurder bij de Unie van Waterschappen en voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en Veehouderij (BOOT), die het DAW bestuurlijk begeleidt. “Met elkaar zijn we aan zet om de water- en bodemkwaliteit te verbeteren. Het is belangrijk om elkaar te blijven stimuleren om maatregelen te nemen en successen te delen. We hebben iedereen nodig om de impact van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer nog verder te vergroten.”

Jaarverslag Deltaplan Agrarisch Waterbeheer 2020

Decentrale overheden zijn sterke coalitiepartners voor het nieuwe kabinet

Dit is hét moment om te bouwen aan een krachtige overheidscoalitie waarin rijk en de mede-overheden als één overheid werken aan het programma van het nieuwe kabinet. Dat stellen de koepels Interprovinciaal Overleg, Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen.



Gezamenlijk stuurden ze een brief aan de informateur Herman Tjeenk Willink. Deze coalitie van decentrale overheden heeft voldoende uitvoeringskracht om de grote maatschappelijke opgaven op te pakken. Een onmisbaar onderdeel van het aanbod is wel het herstel van de scheefgroei in financiële en bestuurlijke verhoudingen.

Gemeentes, provincies en waterschappen roepen de informateur daarom op om zo snel mogelijk met hen in gesprek te gaan.

Lees de brief aan de informateur

Lees meer over Wat Waterschappen Willen