Op dinsdag 15 oktober nam de Tweede Kamer vijf moties aan die betrekking hebben op het werk van de waterschappen. De moties gaan over PFAS-lozingen, de sturende rol van water en bodem, een analyse van maatregelen voor waterveiligheid, het actualiseren van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de rol van waterbeheerders bij VTH-taken (Vergunningverlening, toezicht en handhaving).
PFAS-verbod versnellen
Een van de aangenomen moties komt van Kamerlid Gabriëls (GroenLinks-PvdA) en gaat over een verbod op PFAS-lozingen. Gabriëls wil dat dit verbod vóór de zomer wordt uitgewerkt, aangezien Nederlanders meer PFAS binnenkrijgen dan gezondheidskundig acceptabel is. Hij vindt namelijk dat de ernst van de gezondheidsrisico’s vraagt om bestuurlijke moed op korte termijn en dat een Europees verbod te lang duurt.
De Unie van Waterschappen is blij dat de minister de mogelijkheid van een nationaal PFAS-verbod gaat onderzoeken, vooruitlopend op het Europese voorstel. De waterschappen delen de frustratie over de aanhoudende aanwezigheid van PFAS in het milieu, en zien de schadelijke risico’s van PFAS voor de waterkwaliteit en volksgezondheid. Ze vinden het Nederlandse verbod dan ook een mooie eerste stap naar een Europees verbod: dat blijft het uiteindelijke doel, want water houdt zich niet aan grenzen. Samenwerken en druk uitoefenen blijft daarom essentieel voor een veilige en gezonde leefomgeving.
Kamerleden De Groot (VVD), Grinwis (ChristenUnie) en Vedder (CDA) vragen de regering in hun motie om onder meer het ruimtelijk afwegingskader te toetsen op beperkingen en randvoorwaarden voor woningbouwplannen. Ze schrijven dat ‘rekening houden met water en bodem’ meer balans moet brengen in de ruimtelijke-ordeningsafweging, en dat dat nodig is om de grote woningnood aan te pakken.
De waterschappen benadrukken dat het alleen mogelijk is om in onze natte delta te bouwen als water en bodem sturend zijn in de bouwplannen. Alleen op plekken waar dijken komen en in uiterwaarden is bouwen niet mogelijk. Voor het overige gebied onderzoeken de waterschappen hoe we hier kunnen blijven wonen, werken en leven op een manier die past bij het water- en bodemsysteem.
Systeemanalyse waterveiligheid
De derde aangenomen motie komt van Kamerleden Grinwis (ChristenUnie) en De Groot (VVD). Ze vragen de regering om de impact van mogelijke maatregelen voor meer waterveiligheid te analyseren. En zo de projecten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) beter uitvoerbaar te maken. De waterschappen benadrukken dat tot 2050 is het Hoogwaterbeschermingsprogramma de beste investering is op het gebied van waterveiligheid. Voor de lange termijn lopen onderzoeken naar hoe de waterschappen die bescherming kunnen bieden.
De laatste twee moties komen beide van Stoffer (SGP). In de ene motie vraagt hij de regering ervoor te zorgen dat de KRW-doelen niet pas in 2027, maar zo snel en zo veel mogelijk geactualiseerd worden. Dit zodat duidelijk is welke doelen daadwerkelijk gehaald moeten en kunnen worden.
De tweede aangenomen motie van Stoffer is medeondertekend door Gabriëls (GroenLinks-PvdA). Ze vragen de regering hierin om te zorgen voor een aangescherpte aanpak van indirecte lozingen van schadelijke stoffen op KRW-waterlichamen. Ze willen daarbij een sterkere rol voor de waterbeheerders, bijvoorbeeld door de VTH-taken deels bij hen neer te leggen. De Unie van Waterschappen is met VNG, IPO, Omgevingsdienst NL en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in overleg over een aangescherpte aanpak van de indirecte lozingen van schadelijke stoffen op KRW-waterlichamen.
Op 4 oktober is tijdens de vergadering van de Commissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën het AI-kompas goedgekeurd. Hiermee beschikken de waterschappen nu over een bestuurlijk kader dat moet helpen bij het maken van de juiste afwegingen bij het toepassen van kunstmatige intelligentie.
“De kansen van artificiële intelligentie (AI) voor de waterschappen zijn groot,” licht Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen toe. “Als sector willen we de volle potentie van AI benutten. Dit is nodig om de uitdagingen in het waterbeheer aan te kunnen, de kosten in de hand te houden en te voldoen aan de eisen die inwoners aan de overheid stellen. Het is ook een belangrijk middel om de krapte op de arbeidsmarkt in de toekomst aan te kunnen.” Maar hoe zet je AI zorgvuldig, onderbouwd en transparant in? De Unie van Waterschappen ging samen met de waterschappen op zoek naar handvatten voor het gebruik van AI. De bevindingen zijn gebundeld in het AI-kompas.
Uitgangspunten voor AI-gebruik
Het bestuurlijke deel van het AI-kompas, dat nu is goedgekeurd, bevat vijf uitgangspunten voor AI-gebruik binnen de waterschappen: kansengericht, toekomstgericht, solidariteit, uitlegbaar en ethisch afgewogen. Deze uitgangspunten zorgen ervoor dat AI op een verantwoorde, transparante en effectieve manier wordt ingezet. In lijn met de doelen en waarden van de waterschappen en in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. Ze helpen bij het behouden van publiek vertrouwen en het beschermen van publieke belangen, en bieden richtlijnen voor de richting, grenzen en voorwaarden van AI-gebruik.
Ethiek
Het tweede deel van het AI-kompas gaat over de uitwerking van het bestuurlijk kader. De Unie van Waterschappen en het Waterschapshuis gaan aan de slag met die uitwerking. Zo wordt er nu gewerkt aan een richtlijn voor het ethische gesprek over het gebruik kunstmatige intelligentie.
Het AI-kompas is een van de uitwerkingen van de ‘Vaarkaart – digitaal op koers’. Het visiedocument van de waterschappen over de digitale transformatie.
Op donderdagmiddag 17 oktober heeft Herman Havekes de Uniepenning uitgereikt gekregen tijdens zijn afscheidssymposium ‘Vroeger was alles beter… Toch?’. De Unie van Waterschappen eert Havekes op deze manier voor zijn kennis over en inzet voor de waterschappen.
Veertig jaar bij de Unie
Havekes gaat na veertig jaar trouwe dienst bij de Unie van Waterschappen met pensioen. Hij is een autoriteit op het gebied van waterschapskennis. Op zijn afscheidssymposium werd hij geroemd om zijn bevlogenheid door onder meer hoogleraren Petra van Dam (Water- en Milieugeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam) en Marleen van Rijswick (Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht).
Uitreiking Uniepenning
Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, reikte de Uniepenning aan Havekes uit. “Herman is voor ons altijd een wandelende encyclopedie op het gebied van waterrecht en waterschappen geweest. Zijn kennis en inzichten waren van onschatbare waarde. Het waterschapsbestel is nog net niet door Herman zelf bedacht. We gaan zijn onuitputtelijke kennis en scherpe verhandelingen missen en de Uniepenning is zeer op zijn plaats bij Herman,” aldus Van der Sande.
Ruim veertig jaar dé waterprof
Havekes was veertig actief voor de Unie van Waterschappen als juridisch expert, lid van managementteam en later als strategisch adviseur. Daarnaast was hij sinds 2019 hoogleraar aan de Universiteit Utrecht voor decentraal waterbeheer. Ook schreef hij meerdere boeken, onder meer over de Waterschapswet en de Omgevingswet. Voorafgaand aan zijn tijd bij de Unie van Waterschappen was hij actief bij Rijkswaterstaat, waar hij bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu via detachering meewerkte aan de totstandkoming van de Waterwet.
Begin 2009 promoveerde Havekes aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift over de institutionele omwenteling van het waterschap in de afgelopen vijftig jaar. Ook was hij tussen 2011 en 2016 actief voor het Water Governance Centre. Mede in die rol heeft hij veel internationale delegaties meegenomen in het Nederlandse waterschapsmodel.
Op vrijdag 11 oktober heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, en Mona Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Onderwerp van gesprek was de invulling van het principe van water en bodem sturend voor ruimtelijke plannen.
Na het commissiedebat Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van woensdag 2 oktober was er onduidelijkheid over de uitspraken van de minister over het voorzetten van beleid rond het water en bodem sturend laten zijn voor ruimtelijke plannen. In het gesprek met de Unie van Waterschappen liet de minister weten dat rekening houden met water een belangrijk onderdeel bij de bouw van nieuwe woningen blijft.
Geen verborgen gebreken
Van der Sande heeft namens de Unie van Waterschappen toegelicht hoe de waterschappen tegen water en bodem sturend aankijken. “Wij vinden dat inwoners van Nederland mogen verwachten dat er bij de bouw van hun woningen verstandige keuzes worden gemaakt. Als overheid moeten we niet willens en wetens huizen met verborgen gebreken opleveren aan inwoners,” zei Van der Sande. Daarbij onderstreepte hij dat dit gesprek plaatsvindt om de woningbouw te bevorderen en niet om deze tegen te houden.
Oproep tot nationale regie
Ook gaf Van der Sande aan dat het hier niet om een beleidsmatige wens gaat, maar om een natuurlijk gegeven. “Ons watersysteem zit simpelweg soms helemaal vol. Water bepaalt of er ruimte is of niet,” legde hij uit. Hij sprak de wens uit voor nationale regie, zodat lokale overheden kaders hebben waarbinnen ze aan de slag kunnen gaan. “Het risico is anders dat er een wirwar aan lokale regels (denk aan aparte waterschapsverordeningen) komt, terwijl nationale regels duidelijkheid kunnen scheppen.”
Richting geven
Verder is door Van der Sande verder uitgeweid over de rol van de waterschappen: “De waterschappen pakken hun rol door met hun gebiedskennis en blik op de lange termijn te waarschuwen voor eventuele potentiële schade aan woningen. Het principe van water en bodem sturend reikt bovendien verder dan woningbouw. Het is ook een richtinggevend principe in de transitie van het landelijk gebied en bij andere ruimtelijke vraagstukken.”
Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat komen binnenkort met een Kamerbrief, waarin ze met meer informatie over nationale kaders voor het rekening houden met water en bodem komen.
Maandag 14 oktober bracht Tweede Kamerlid Aant Jelle Soepboer (NSC) een werkbezoek aan Wetterskip Fryslân. Soepboer is recent waterwoordvoerder geworden; het was daarom vooral een kennismakingsbezoek. Hij ging in gesprek met dijkgraaf Luzette Kroon en dagelijks bestuurder waterveiligheid Frank Jorna. Ook bracht hij een bezoek aan dijkversterkingsproject Ternaard-Peazens-Moddergat. Onder de vlag van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) wordt hier 14,4 kilometer dijk versterkt.
Blijven investeren in dijkversterking om Friesland te beschermen
Doordat aan de voet van de dijk tussen Ternaard en Peazens-Moddergat de Waddenzee ligt, kan de dijk hier niet buitenwaarts worden versterkt. Er is daarom gekozen om de dijk die er ligt, breder en hoger te maken. Daarbij houdt de dijk dezelfde uitstraling als nu. Omdat de dijk omhoog gaat, is het ook nodig om de dijk aan de binnenkant te verbreden.
Het project is onderdeel van het grootste dijkversterkingsprogramma ooit in Friesland en een van de vele projecten binnen het HWBP. Doel is dat in 2050 alle dijken in Nederland aan de nieuwe normen voor waterveiligheid voldoen. Die opgave wordt steeds groter en uitdagender: meer hoosbuien, vaker hoogwater afvoeren, langere periodes van droogte.
Doorzettingsvermogen
“We hebben gesproken over het belang voor de financiering van het HWBP door het Rijk”, zegt DB-lid Frank Jorna. “Dit najaar moeten er namelijk belangrijke besluiten worden genomen over de financiering van toekomstige projecten in heel Nederland. Er is € 1,25 miljard extra nodig van zowel de waterschappen als het Rijk om in 2025 dijkversterkingsprojecten op diverse plekken in Nederland te kunnen starten. Deze projecten moeten in de periode 2030-2036 gerealiseerd worden. Ook heeft de watersector behoefte aan een snelle herijking van de afspraken over het HWBP en de toekomstige financiering tot en met 2050. Die afspraken liggen tot 2028 vast. Waterveiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die vraagt om solidariteit en doorzettingsvermogen van alle betrokken partijen.”
Klimaatbestendig 2050+
Tijdens het bezoek kwamen ook onderwerpen zoals Natura 2000 en water en bodem sturend aan bod. Zo hebben gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân en dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân de visie Fryslân Klimaatbestendig 2050+ opgesteld. Deze visie gaat over hoe we ons water- en bodemsysteem kunnen aanpassen en bestendig maken aan de veranderingen van het klimaat. Belangrijke punten in de visie zijn onder meer het zorgen voor genoeg zoetwater en drinkwater, waterveiligheid, het behoud van de kwaliteit van de bodem en het tegengaan van bodemdaling in het veengebied. De provincie en Wetterskip Fryslân werken de visie uit naar concrete acties. Dit doen ze samen met overheden, belangrijke partijen en inwoners van het waterschap.
Op vrijdag 4 oktober vergaderde de commissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën (CBCF) van de Unie van Waterschappen. Een korte samenvatting van de hoofdpunten.
Publicatie Waterschapspeil en Waterschapsspiegel 2024
De commissie is akkoord gegaan met de publicatie van Waterschapspeil en Waterschapsspiegel 2024. Dit is een sectorbrede overzichtsrapportage van het waterschapswerk met aanvullende rapportages. Deze bevatten achtergrond en duiding bij de verschillende onderdelen van het waterschapswerk.
Naamgeving portefeuilles en commissies
De commissie heeft de Ledenvergadering positief geadviseerd over de voorgestelde nieuwe verdeling van de portefeuilles over de Uniecommissies met de daarbij behorende nieuwe naamgeving. De commissie vroeg onder meer hoe de in te stellen adviesgroep Calamiteiten en Integriteit binnen de Uniestructuur past en wat hierbij het mandaat is. De adviesgroep wordt overwogen op verzoek van de voorzitters van de waterschappen en heeft betrekking op de wettelijke taken van de voorzitters.
Corporate story waterschappen
De commissie heeft geadviseerd over de landelijke communicatie (de corporate story) van de waterschappen en de mogelijkheid om hier specifieke communicatie voor de waterschappen van af te leiden. De commissie gaf in haar vergadering van afgelopen mei commentaar op de corporate story. Dit commentaar is nu verwerkt en de commissie geeft een positief advies aan de Ledenvergadering.
Handreikingen aanpassingen van het belastingstelsel
In het kader van de implementatie van de aanpassingen in het belastingstelsel is een aantal handreikingen opgesteld. Deze hebben betrekking op de onderwerpen separate afvalwaterstromen, kostentoedeling en tariefdifferentiaties watersysteemheffing en plusvoorzieningen wateraanvoerprojecten. De commissie heeft de handreikingen vastgesteld en blijft graag goed en regelmatig geïnformeerd over de implementatie van de aanpassingen van het belastingstelsel.
AI-kompas
De commissie heeft het bestuurlijke deel van het AI-kompas vastgesteld. Het AI-kompas geeft richting aan het zorgvuldig, onderbouwd en transparant inzetten van Artificiële Intelligentie (AI). In dat kader heeft de commissie gediscussieerd over de behoefte aan en wenselijkheid van een ethische commissie. Niet alleen met betrekking tot AI, maar in een breder verband. Hiertoe worden nadere voorstellen ontwikkeld.
Water staat steeds hoger op de Europese agenda. De afgelopen weken waren verschillende waterschappers actief in Brussel. Bestuurders van de Unie van Waterschappen en van een aantal waterschappen maakten in verschillende bijeenkomsten kennis met Europese partners en beleidsmakers.
Kennismaking met Nederlandse Europarlementariërs
Uniebestuurders Erik den Hertog en Luzette Kroon maakten op woensdag 25 september kennis met onze nieuwe Nederlandse Europarlementariërs in Brussel. Tijdens de bijeenkomst waren ook bestuursleden van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) aanwezig.
De Europarlementariërs konden bij thematafels praten over verschillende onderwerpen zoals klimaat, milieu en water. De Unie van Waterschappen merkt dat er een groeiend besef is over het belang van water en dat de Europese Unie daar een belangrijke rol in kan spelen. De bijeenkomst was een samenwerking tussen gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. De decentrale overheden werken in Brussel samen om het Nederlandse geluid te laten horen.
European Week of the Regions and Cities
Tijdens de jaarlijkse European Week of Regions and Cities, dit jaar van 7 tot en met 11 oktober, stond in Brussel de rol van de regio’s en steden van Europa centraal. Een afvaardiging van het Rijk, Nederlandse gemeenten, provincies en waterschappen presenteerde daar de Nederlandse visie op het komende Europese Cohesiebeleid aan directoraat-generaal Themis Christophidou van de Europese Unie.
Bestuurslid Luzette Kroon vertegenwoordigde de Unie van Waterschappen bij de presentatie. Ook waren bestuursleden aanwezig van de waterschappen Wetterskip Fryslân, Drents Overijsselse Delta, Rijn en IJssel, Vechtstromen, Zuiderzeeland, Vallei en Veluwe, Amstel Gooi en Vecht, en de hoogheemraadschappen van Rijnland en De Stichtse Rijnlanden.
Cohesiebeleid
Het cohesiebeleid van de Europese Unie is erop gericht de welvaarts- en ontwikkelingskloof tussen de regio’s van de lidstaten te verkleinen. Belangrijke onderwerpen voor de waterschappen zijn hierin onder andere:
vergroening van de leefomgeving en verbetering van de waterhuishouding;
stimuleren van grensoverstijgende, transnationale en interregionale samenwerking;
het versterken van het concurrentievermogen van Europa.
Onder de naam Dutch Water Authorities werken de Nederlandse waterschappen samen met Europese en andere internationale partners. De Unie van Waterschappen en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) werken in Brussel samen om de belangen van de Nederlandse waterschappen en drinkwaterbedrijven binnen de Europese Unie kenbaar te maken.
Op maandag 8 oktober lanceerde de Unie van Waterschappen een innovatieplatform om de innovatiekracht en onderlinge samenwerking van de 21 waterschappen te bevorderen. Op de Marker Wadden wisselden de innovatiemanagers van de waterschappen kennis uit en werden de eerste stappen gezet naar een landelijke gezamenlijke aanpak voor het bevorderen van meer innovatiekracht.
Luzette Kroon, dijkgraaf van Wetterskip Fryslân en bestuurslid van de Unie van Waterschappen, benadrukt het belang van gezamenlijk werken aan innovatie en het delen van kennis en ervaringen. “De 21 waterschappen innoveren om de waterproblemen van de toekomst het hoofd te bieden. Door ons werk te delen, kunnen de 21 waterschappen allemaal slimmer werken en van elkaar leren. Bestuurders hebben een onmisbare taak in het aanjagen van vernieuwing. Daarom is het van belang dat we binnen de vereniging zorgen dat innovatie hoog op de bestuurlijke agenda staat.”
Inventariseren op een innovatief eiland
“Waterschappen zijn regionaal al ontzettend innovatief bezig”, zegt Bjorn Prudon, beleidsmedewerker innovatie bij de Unie van Waterschappen en landelijk aanspreekpunt van het platform. “Er wordt veel gewerkt aan technische innovaties op bijvoorbeeld rioolwaterzuiveringen en onze gemalen. De water- en energiefabrieken zijn hier mooie voorbeelden van. Maar we zien ook veel initiatieven en samenwerkingen die niet verder komen dan de pilotfase terwijl er wel veel potentie is.”
“Tijdens deze eerste bijeenkomst hebben we met diverse korte werkvormen het innovatielandschap per waterschap in beeld gebracht”, vervolgt hij. “Op welke ontwikkeling ligt de focus, welke typen innovatie zien we en welke (nog) niet, hoe loopt het innovatieproces en waar lopen we vast. Deze eerste inzichten geven houvast voor gedeelde richting (waartoe innoveren we) en focus (wat verbindt ons). Het geeft ook een beeld waar waterschappen op vastlopen en ondersteund kunnen worden. We concludeerden bijvoorbeeld dat waterschappen samen meer impact kunnen – en met oog op de steeds nadrukkelijkere uitdagingen wellicht ook moeten -maken. Voor een eerste bijeenkomst hebben we een rijke en prachtige opbrengst opgehaald waar we verder mee aan de slag gaan.”
Over de Marker Wadden
De Marker Wadden was de locatie van de bijeenkomst. Ooit wilde de mens hier een polder creëren als onderdeel van de Zuiderzeewerken. Die plannen gingen de prullenbak in omdat droogleggen ecologisch ongunstig zou zijn en zou leiden tot verdroging van het vasteland. In de jaren tachtig werd definitief besloten het Markermeer open te houden. De Marker Wadden zijn nu een grootschalig experiment voor innovatie en kennis om de natuurwaarden in het Markermeer te bevorderen.
Over het innovatieplatform
Het innovatieplatform is van de innovatiemanagers van de 21 waterschappen en richt zich op het versterken van de innovatiekracht en het bevorderen van kennisdeling en samenwerking binnen de 21 waterschappen. Stowa en het Waterschapshuis, maken als gelieerde organisaties, ook onderdeel uit van het platform om samenhang te creëren.
Meer informatie? Vraag het aan Bjorn Prudon – bprudon@uvw.nl.
Zeespiegelstijging, slechte waterkwaliteit, grote vraagstukken voor de ruimtelijke ordening. Het waterbeheer staat de afgelopen jaren onder steeds grotere druk. Hoe de waterschappen in deze veranderende omstandigheden hun waterbeheertaken uitvoeren, laten de waterschappen zien in Waterschapspeil 2024.
Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “In Waterschapspeil laten we zien hoe wij als waterschappen werken aan de grote opgaven waar we mee geconfronteerd worden. We hopen te inspireren met onze aanpak en oplossingen. Waterschappen bouwen samen aan toekomstbestendig waterbeheer. We zetten onze gezamenlijke kennis en ervaring in om Nederland veilig en leefbaar te houden, nu en voor toekomstige generaties.”
Waterschapschapspeil
Waterschapspeil is één van de producten die de Unie van Waterschappen samenstelt op basis van de bedrijfsvergelijkingen onder de waterschappen. In de publicatie staan de resultaten van het werk van de 21 waterschappen gezamenlijk over ruwweg de periode 2022-2023. In deze tweejaarlijkse uitgave staan ook de trends en ontwikkelingen in de waterschapssector. De Unie van Waterschappen publiceert jaarlijks gegevens over de prestaties en kosten per waterschap. Daarnaast zijn er nog bedrijfsvergelijkingen met een specifiek onderwerp, zoals de bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer.
De onderliggende data, die de waterschappen hebben aangeleverd, zijn ontsloten via het Waves-dashboard. Hierin staan de financiën en zijn er gegevens te vinden over bijvoorbeeld prestaties op het gebied van waterveiligheid, schoon en voldoende water en het zuiveren van rioolwater. Via Waves kunnen waterschappen gemakkelijk met elkaar worden vergeleken op verschillende thema’s. Zo zijn de waterschappen transparant over hun kosten en baten én kunnen zij van elkaar leren om zo gezamenlijk te verbeteren.
Maandag 30 september bracht Tweede Kamerlid Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) een werkbezoek aan het waterschap Aa en Maas. Kamerleden laten zich regelmatig door de 21 waterschappen informeren over waterbeheer in de praktijk. Gabriëls bezocht de Spuisluis Crèvecoeur en de rioolwaterzuivering (rwzi), beide in Den Bosch. Hij kreeg hier uitleg over de hoogwateraanpak en innovatieve zuiveringstechnieken.
Hoogwateraanpak omgeving Den Bosch
Bij de Spuisluis Crèvecoeur kreeg Gabriëls uitleg over de hoogwateraanpak van het waterschap voor Den Bosch en omgeving. Dit gebied is relatief laaggelegen, en er stroomt veel water naartoe vanuit rivieren in Nederland, Frankrijk en België. Bij hoogwater in de winter is het waterschap steeds moeilijker in staat om de toenemende hoeveelheid neerslag op te vangen.
De wateroverlast van 2021 in Limburg, kan dus ook in Brabant gebeuren. Gabriëls was toen zelf gedeputeerde in de provincie, en maakte van dichtbij de impact van de zware wateroverlast mee. Om Den Bosch en omgeving te beschermen tegen hoogwater, werkt het waterschap samen met gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat.
Innovatie zuiveringstechnieken
Daarnaast bezocht het Kamerlid de rwzi in Den Bosch, waar hij een toelichting kreeg over innovatieve zuiveringstechnieken. Over dit onderwerp, en waterkwaliteit in het algemeen, stelt Gabriels regelmatig vragen in Kamerdebatten Recent pleitte hij ervoor om alles op alles te zetten om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen, om ook toekomstige generaties van schoon water te kunnen voorzien.
De waterschappen werken daar hard aan, maar kunnen dat niet alleen. Daarom zoeken zij de samenwerking met betrokken ministeries, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven, kennisinstituten, de industrie, de landbouwsector en natuurbeheerders.