Waterschappen: “Pauze en versnellen? Draai de waterknop open”

6 april 2023

In het Tweede Kamerdebat op 5 april over de afgelopen verkiezingsuitslag bleek dat duidelijkheid over de stikstofaanpak voorlopig uitblijft. De stikstofplannen uit het regeerakkoord worden op pauze gezet en op een later moment heroverwogen. In de tussentijd wil het kabinet in de regio juist versnellen op natuurherstel. De Unie van Waterschappen geeft aan dat met watermaatregelen het behalen van de natuurdoelen sneller dichterbij kan komen.



De waterschappen hebben de afgelopen jaren aangedrongen op duidelijke keuzes: de natuur moet worden hersteld. De stikstofplannen moeten daarom rekening houden met de doelen in 2027 voor de waterkwaliteit. Dit om een waterkwaliteitscrisis te voorkomen. Nu er een impasse dreigt luiden de waterschappen de alarmklok: de problematiek duldt geen uitstel. De voorgestelde aanpassingen voor stikstof en de maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren moeten bijdragen aan een slimme en snelle aanpak. De Omgevingswet kan dit borgen. Ook middelen uit het transitiefonds van het Rijk kunnen hierbij helpen.

Draai verder aan de ‘Waterknop’ om te beginnen met natuurherstel

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De discussie over wanneer de doelen precies moeten zijn behaald, doet niets af aan de noodzaak om snel te starten met het nemen van maatregelen. Als het kabinet wil versnellen, moet er wat ons betreft een ferme draai worden gegeven aan de ‘waterknop’. Verdroging is naast stikstof een van de grote oorzaken van de achteruitgang van de natuur. Maar droogte zorgt ook voor funderingschade, bodemdaling, beperkte beschikbaarheid van drinkwater en het zet de productie van de landbouw onder druk. Bovendien is natuur die last heeft van droogte, veel gevoeliger voor stikstof. Water kan het behalen van de doelen voor natuur sneller dichterbij brengen en ons uit deze impasse halen. ”

Relatief eenvoudige watermaatregelen kunnen snel effect hebben. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van het waterpeil waar dat kan, flexibel omgaan met peilbeheer, beekherstel, het bevorderen van de biodiversiteit bij slootkanten en extra stuwen om water langer vast te houden. Het zijn maatregelen die met de gebiedspartners snel kunnen worden uitgewerkt,. Daarmee krijgt de natuur, maar ook de landbouw én het watersysteem op korte termijn een impuls.

Natuur niet verder laten achteruitgaan

De Unie van Waterschappen vreest anders dat met het verstrijken van de tijd, de doelen verder uit beeld raken. Ook de eigen opgaven voor waterveiligheid en schoon water worden in hun voortgang geraakt door de stilgevallen vergunningverlening. Ondertussen werken de waterschappen samen met de provincies om in elk geval te zorgen dat de staat van de natuur in de tussentijd niet nog verder verslechtert. We waken gezamenlijk voor verdere achteruitgang van de waterkwaliteit, zoetwaterbeschikbaarheid en het CO2-bergende vermogen van de natuur.

Medeoverheden vragen het Rijk om meer duidelijkheid nieuwe cyberrichtlijnen

5 april 2023

Op 5 april vergadert de Vaste Kamercommissie van Digitale Zaken in de Tweede Kamer met staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitale Zaken) over het onderwerp Informatiebeveiliging bij de overheid. De provincies, gemeenten en waterschappen geven de commissie een aantal aandachtspunten mee.



IPO, VNG en de Unie van Waterschappen vinden het belangrijk dat de medeoverheden vroegtijdig worden betrokken bij de implementatie van Europese wet- en regelgeving op het gebied van cyber security. Ook vinden de medeoverheden belangrijk dat het gesprek wordt aangegaan over hoe de richtlijnen die uit Europese wet- en regelgeving voortkomen haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar kunnen worden gemaakt.

Weerbaar tegen cyberdreigingen

Weerbaarheid tegen cyberdreigingen is voor provincies, gemeenten en waterschappen een topprioriteit. Vitale infrastructuur wordt door deze overheden beheerd en ook bieden zij veel digitale diensten aan inwoners. De gezamenlijke decentrale overheden zijn dan ook blij met de toenemende aandacht voor het belang van cyber security en weerbaarheid, en dat Europa en het Rijk zich hard maken voor veilige hard- en software. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de Europese Richtlijn: de Cyber Resilience Act.

Tegelijkertijd betekent dit dat er veel wet- en regelgeving vanuit Europa op Nederland afkomt, waar de medeoverheden uitvoering aan moeten geven. Alleen al dit jaar staan er dertien Europese wetten op het gebied van digitalisering op de rol die geïmplementeerd moeten worden, waarvan er zes gaan over cyber-security. De VNG heeft een impactanalyse uitgevoerd om de impact hiervan weer te geven. Deze wet- en regelgeving heeft onherroepelijk consequenties voor medeoverheden. Daarom maken zij zich zorgen over wat dit betekent voor de betaalbaarheid en uitvoerbaarheid. Het is van belang dat provincies, ge-meenten en waterschappen tijdig door het Rijk betrokken worden bij de implementatie ervan.

Netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn

Eén van de richtlijnen waar het om gaat, is de herziening van de Netwerk- en Informatiebeveiligingsrichtlijn (NIB2, ook wel NIS2 genoemd). Het Rijk moet voor deze richtlijn in kaart brengen hoe en wanneer decentrale overheden aan de nieuwe wettelijke verplichtingen voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen uit deze richtlijn moeten gaan voldoen. Daarnaast stelt de NIB2-richtlijn dat nationale autoriteiten strenger moeten handhaven op naleving van de regels en ook eventuele sancties kunnen opleggen. Dit heeft belangrijke (financiële) gevolgen voor de medeoverheden.

Omdat er tot op heden nog veel onduidelijk is over de scope en focus van deze regelgeving kunnen provincies, gemeenten en waterschappen op dit moment niet inschatten wat de impact gaat zijn, en dus ook niet de noodzakelijke voorbereidingen treffen. De NIB2 moet uiterlijk in oktober 2024 geïmplementeerd zijn. Medeoverheden hebben daarom snel duidelijkheid nodig van het Rijk over de scope en focus van de NIB2.

Moties over waterkwaliteit aangenomen in de Tweede Kamer

4 april 2023

Op 4 april stemde de Tweede Kamer over een aantal moties over de zorgwekkende stoffengroep PFAS en de Kaderrichtlijn Water.

Een handhaver van het waterschap meet de waterkwaltiteit in de sloot

Totaaloverzicht PFAS-lozingen

De regering gaat mee in de oproep van Erik Haverkort (VVD) om voor de zomer een overzicht van de belangrijkste PFAS-emissies met de Kamer te delen. Zijn verzoek was om dit in samenwerking met de omgevingsdiensten, Rijkswaterstaat en de waterschappen te doen, om zo tot een totaaloverzicht te komen.

De waterschappen steunen deze motie. Ze weten uit ervaring hoe belangrijk het is om inzicht te hebben in wat de belangrijkste PFAS-emissies zijn en waar deze vandaan komen. De Unie van Waterschappen en de waterschappen doen zelf onderzoek naar de aanwezigheid en herkomst van PFAS in oppervlaktewater. Ook delen waterschappen hun kennis met de Omgevingsdiensten en andere bevoegde gezagen. Door meer zicht op de herkomst van deze emissies, kunnen ze er ook meer grip op krijgen.

Bronaanpak en toepassing ‘de vervuiler betaalt’ op PFAS-vervuilers

De motie van Sandra Beckerman (SP) om het principe ‘de vervuiler betaalt’ ook toe te passen op PFAS-vervuilers werd verworpen. Ook haar motie over een versterkte inzet op nationaal bronbeleid en het stoppen van lozingen en uitstoot van gevaarlijke PFAS werd verworpen.

De waterschappen onderschrijven het belang van het principe dat de vervuiler betaalt. Op dit moment betaalt de belastingbetaler de zuiveringskosten en draait het milieu op voor schade door PFAS die in de natuur belandt. De waterschappen zijn er voorstander van dat de PFAS-vervuilers hiervoor aansprakelijk kunnen worden gesteld. Daarmee worden de verantwoordelijkheid en de kosten voor het voorkómen van milieuschade neergelegd bij de vervuiler.

De waterschappen pleiten daarnaast al langer voor een totaalverbod op alle PFAS. Zij pleiten voor een bronaanpak: voorkomen dat de stoffen in het milieu komen. Bijvoorbeeld door producenten de stof te laten vervangen door een veiligere stof.

Versnelling transitie naar PFAS-vrij

Kauthar Bouchallikh (GroenLinks) roept in een aangenomen motie op tot het versnellen van de transitie naar PFAS-vrije producten in het Europese restrictievoorstel.

De waterschappen benadrukken dat volledig uitfaseren van PFAS het streven moet zijn. De waterschappen zijn voorstander van het Europese restrictievoorstel. Bijzonder aan dit voorstel is dat alle schadelijke PFAS-stoffen voor het eerst op internationale schaal in één keer verboden worden. Zo wordt voorkomen dat de ene schadelijke PFAS wordt vervangen door een andere die later ook weer schadelijk blijkt. Het voorstel biedt wel ruimte voor uitzondering van toepassingen die als onmisbaar worden gezien. Het streven is dat de restrictie nog vóór 2025 in werking treedt. De waterschappen pleiten voor een maximaal verbod en steunen daarom deze motie die de transitie naar een PFAS-vrije toekomst kan versnellen.

Verworpen: intrekken vergunningen

Een motie over het intrekken van PFAS-lozingsvergunningen werd verworpen. Frank Wassenberg en Eva van Esch (Partij voor de Dieren) stelden voor om bestaande lozingsvergunningen in te trekken en geen nieuwe vergunningen te verlenen.

De waterschappen benadrukken dat emissie van PFAS naar nul moet. Het is cruciaal dat het Europese restrictie-voorstel daarom zo breed mogelijk wordt ingevuld. Daarnaast is het voor nu belangrijk om zicht te hebben op PFAS als onderdeel van bestaande en nieuwe vergunningen. Waterschappen zijn bezig met actualiseren van vergunningen. Het is belangrijk dat alle bevoegde gezagen, waaronder waterschappen, weten welke bedrijven vergunningen voor PFAS hebben. Verantwoording vanuit de gezagen kan daarbij helpen.

Haalbaarheid KRW-doelen

Er waren op het gebied van waterkwaliteit niet alleen stemmingen over PFAS, maar ook over de Kaderrichtlijn Water (KRW). 2 moties zijn aangenomen.

Een motie van Fahid Minhas (VVD) wil dat het kabinet in beeld brengt voor welke wateren het halen van de KRW-doelen in 2027 niet realistisch is. Het kabinet zou daarover in gesprek moeten gaan met de Europese Commissie. Om zo de negatieve economische en maatschappelijke gevolgen te beperken. De waterschappen steunen de motie omdat de motie een soort ‘borg’ vraagt dat het niet bereiken van de doelen ertoe leidt dat Nederland op slot gaat. Ondertussen is het onverminderd belangrijk om de waterkwaliteit te blijven verbeteren.

Een motie van CDA-Kamerlid Harmen Krul vraagt het kabinet om een coalitie te bouwen van landen die zich verzetten tégen aanscherping en vóór flexibele toepassing van de KRW-doelen. De waterschappen delen deze algemene oproep niet en beoordelen per onderwerp en gebied waar de waterkwaliteit beter moet of kan. De waterschappen streven naar een schone leefomgeving en gezond water voor drinkwaterbereiding, landbouw, recreatie en natuur.

Aangenomen moties Tweede Kamerdebat over water en bodem sturend

Op 27 maart heeft de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend besproken in een notaoverleg. Naar aanleiding van dit debat over de rol van water in ruimtelijke plannen zijn op 4 april verschillende moties van Kamerleden aangenomen.



In aanloop naar het debat heeft de Unie van Waterschappen verschillende aandachtspunten gedeeld met de waterwoordvoerders in de Tweede Kamer. Met hen is de zorg van de waterschappen besproken dat het principe ‘water en bodem sturend’ naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. De Unie van Waterschappen roept het Rijk daarnaast op om sneller met landelijke wetgeving te komen.

Geen tweedeling

Habtamu de Hoop (PvdA) wil voorkomen dat mensen met lage- en middeninkomens achterblijven in de minst toekomstbestendige woningen. Zijn motie verzoekt de regering om hierover met gemeenten, provincies en waterschappen in gesprek te gaan. Deze motie is aangenomen.

Geen bestemmingsplannen zonder structurerende keuzes

Ook de motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) haalde een meerderheid van de stemmen. Met deze motie wil Grinwis voorkomen dat er besluiten vaststaan waar we later spijt van krijgen. Dit door vóór 1 januari 2025 geen bestemmingsplannen en woningbouwprojecten vast te stellen, waarbij de structurerende keuzes op het gebied van water en bodem niet van toepassing zijn geweest.

Verworpen

De motie van Eva van Esch (Partij voor de Dieren) haalde het niet. Zij vroeg de regering om per uitgangspunt aan te geven wat, hoe, of en wanneer dit uitgewerkt en juridisch geborgd wordt. Ook wilde zij van de regering weten hoe de gebiedsplannen precies getoetst gaan worden op het principe ‘Water en Bodem sturend’.

Vernieuwde grondwatervisie waterschappen

De Unie van Waterschappen heeft haar visie op grondwater vernieuwd. In deze visie stellen de 21 waterschappen 4 gezamenlijke ambities voor grondwaterbeheer vast. Aanleiding voor deze nieuwe grondwatervisie is dat de beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief goed grondwater de laatste jaren steeds meer onder druk komt te staan. Het grondwatersysteem is uit balans geraakt. Dit komt omdat er steeds meer vraag is naar grondwater, terwijl er door de toenemende droogte steeds minder water beschikbaar is.

Droogte

Grenzen van het watersysteem

“Omdat we steeds vaker met langdurige droogte te maken hebben, loopt ons watersysteem tegen de grenzen aan”, zegt Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. “Daarom moeten we naar een situatie toe waarin het vasthouden en infiltreren van water in evenwicht is met het afvoeren en onttrekken van water. Het grondwaterbeleid van de waterschappen levert daar een belangrijke bijdrage aan. Maar alle gebruikers, niet alleen de waterschappen, moeten hun steentje bijdragen om zuinig om te gaan met water en water en bodem voortaan sturend te laten zijn.”

De 4 gezamenlijke ambities zijn:

1. Grondwater in balans

Elke druppel telt. Het evenwicht in de waterbalans moet worden hersteld. Dit evenwicht ontstaat door neerslag, verdamping en aan- en afvoer van water. Waterschappen willen dat er minder grondwater wordt afgevoerd en onttrokken, met name rond gebieden die gevoelig zijn voor verdroging. Waterschappen willen ook de grondwatervoorraad aanvullen door regenwater zoveel mogelijk vast te houden en te infiltreren in de bodem. Om dit te kunnen doen zijn gezonde bodems nodig en ruimte om water op te vangen. Tot slot willen waterschappen het bewustzijn bij ondernemers en consumenten vergroten om zuinig om te gaan met (grond)water.

2. Goede grondwaterkwaliteit

Wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. Het voorkomen van verontreiniging heeft de voorkeur boven achteraf verwijderen. Waterschappen zetten zich in om vervuiling van grondwater te voorkomen en verwachten dat ook andere partijen zich tot het uiterste inspannen om dat te bereiken. Als grondwater verontreinigd is, moet de veroorzaker daarvan dit bij de bron aanpakken.

3. Voldoende middelen en kennis voor grondwaterbeheer

De beschikbare middelen voor grondwaterbeheer en de instrumenten die een waterschap ter beschikking heeft, zijn beperkt in vergelijking met de opgave. Daarom willen de waterschappen de komende jaren de capaciteit, middelen en kennis uitbreiden.

4. Grondwaterdata op orde

Waterschappen willen de registratie van het oppompen van grondwater verbeteren en de opgepompte hoeveelheid grondwater in beeld krijgen. Daarnaast willen ze afspraken maken met de provincies en gemeenten over het delen van data over bodem- en grondwaterverontreinigingen.

Grondwaterbeheer is complex

De verantwoordelijkheden voor grondwater zijn verdeeld over gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk, maar liggen deels ook bij huis- en terreineigenaren. Dat maakt dit onderwerp complex en vraagt om goede samenwerking. De landelijke Studiegroep Grondwater heeft 10 adviezen gegeven om de grondwaterproblematiek aan te pakken. De Unie van Waterschappen heeft deze adviezen opgenomen in de geactualiseerde grondwatervisie en werkt mee aan de uitvoering ervan.

Wat doen de waterschappen?

Waterschappen richten zich vooral op het in stand houden van de grondwatervoorraad, het beschermen van de grondwaterkwaliteit en het tegengaan van nadelige effecten door oppompen van grondwater. Ieder waterschap heeft hier beleidsregels voor opgesteld. De waterschappen zullen hun beleid toetsen aan de ambities uit de grondwatervisie en hun regels waar nodig bijstellen. Daarbij zijn er door de regionale verschillen op de hoog gelegen zandgronden andere afspraken en maatregelen nodig dan in de laag gelegen klei- en veengebieden van Nederland.

> Volledige geactualiseerde grondwatervisie van de 21 waterschappen

Ministerraad akkoord met wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel

31 maart 2023

De ministerraad is op 31 maart akkoord gegaan met het wetsvoorstel dat de belangrijkste knelpunten in het belastingstelsel van de waterschappen oplost. Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers heeft het wetsvoorstel vandaag richting de Raad van State gestuurd. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “We zijn blij dat de meest urgente knelpunten in het stelsel voortvarend worden opgepakt. Dit is een belangrijke stap om te zorgen dat de waterschapstaken ook in de toekomst op een goede en rechtvaardige manier bekostigd worden.”

Illustratie van man die een krant leest op een stappel euro munten.

Vincent Lokin: “Veilige dijken en de zorg voor voldoende en schoon oppervlaktewater zijn zo belangrijk dat altijd voldoende geld beschikbaar moet zijn voor het waterbeheer. Daarom heffen waterschappen eigen belastingen voor de kosten van ons werk. Maar op dit moment bevat het belastingstelsel een aantal urgente knelpunten. Om die op te lossen en nog enkele andere verbeteringen door te voeren, hebben we in december 2020 een voorstel ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om het belastingstelsel aan te passen. Het wetsvoorstel van minister Harbers is op deze voorstellen gebaseerd.”

Urgente knelpunten

In het wetsvoorstel worden de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing gewijzigd. Het voorstel biedt oplossingen voor de meest urgente knelpunten. Voor de watersysteemheffing bevat het wetsvoorstel mogelijkheden om het profijtbeginsel beter toe te passen. Dat betekent dat hoe meer profijt een belanghebbende van het waterschap heeft, hoe meer hij betaalt. Het voorstel zorgt ook voor een gelijkmatiger lastenontwikkeling.

De voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen hebben als doel om minder milieu- en mensbelastende stoffen te hoeven gebruiken bij het meten van de vervuiling in rioolwater. De aanpassing wordt daarnaast benut om ruimte te geven aan een aantal ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, de circulaire economie en de energietransitie.

Vervolg

Vincent Lokin: “In de consultatieversie van het wetsvoorstel herkenden we veel terug van onze voorstellen. Zodra het ontwerp aan de Raad van State is voorgelegd, wordt de actuele versie van het wetsvoorstel openbaar. Met de waterschappen zullen wij vervolgens nauwkeurig kijken hoe onze reacties op de consultatieversie zijn verwerkt.”

Naar verwachting wordt het wetsvoorstel rond de zomer van 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd ter behandeling.

Het bericht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: Meer mogelijkheden voor waterschappen om profijtbeginsel toe te passen en te investeren in klimaatadaptatie.
Het volledige wetsvoorstel: voorstel tot wijziging Waterschapswet en de Waterwet.
Meer informatie over: Aanpassing van het belastingstelsel.

Werkbezoek Kamerlid Minhas in teken van medicijnresten

Op 31 maart bracht Fahid Minhas, Tweede Kamerlid voor de VVD, een bezoek aan het hoogheemraadschap van Rijnland. Het werkbezoek stond in het teken van waterkwaliteit en medicijnresten.

Fahid Minhas op werkbezoek op de AWZI in Leiden Noord

Innovatieve PACAS-installatie

Minhas is woordvoerder water van de VVD-fractie in de Tweede Kamer en wilde meer weten over het onderwerp waterkwaliteit en medicijnresten. Tijdens de rondleiding over het terrein kreeg hij uitleg over de PACAS-installatie in Leiden. Zo’n installatie is een extra zuiveringsstap die medicijnresten en andere microverontreinigingen verwijdert uit stedelijk afvalwater. Ook werd er uitgebreid gesproken over de invloed van medicijnresten op de waterkwaliteit in Nederland.

De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden. Deze zijn bedoeld om inzicht te geven in actuele politieke onderwerpen.

Kamer: Frequentie monitoren van waterkwaliteit moet omhoog

29 maart 2023

Tweede Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) heeft samen met enkele andere Kamerleden op 22 maart een motie ingediend. Hij wil dat de waterschappen sneller en vaker gegevens over de waterkwaliteit gaan delen, namelijk elk kwartaal.

Waterkwaliteit water koeien handhaver

Metingen van de waterkwaliteit waarbij meer dan 5 keer de norm wordt overschreden, moeten direct aan de land- en tuinbouwsector gerapporteerd worden. Deze motie is op 28 maart aangenomen.

Kaderrichtlijn Water

Aanleiding voor de motie was dat de doelen van de Kaderrichtlijn Water nog niet overal worden gehaald. Volgens Grinwis komen de monitoringsgegevens vaak pas een jaar later beschikbaar. Daardoor is het lastig te achterhalen wat de bron van de gemeten normoverschrijding was. Tuinbouwondernemers kunnen zo niet genoeg bijsturen.

Minister overlegt met de Unie

Minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gaf eerder al aan hierover met de Unie van Waterschappen te willen overleggen. Hij vroeg daarom om de motie aan te houden tot begin van de zomer. Dat is dus niet gebeurd.

Terugkoppeling aan ondernemers

Veel waterschappen werken al in gebiedsprocessen waarbij ondernemers een terugkoppeling krijgen over de waterkwaliteit. Een aantal waterschappen heeft een dashboard online waarin iedereen de actuele monitoringsgegevens kan bekijken. In veel gevallen is die terugkoppeling dan ook snel. Maar altijd ieder kwartaal rapporteren over alle metingen lijkt erg ambitieus: het proces van gegevens verzamelen, rapport maken, goedkeuring en publicatie kost tijd. De Unie van Waterschappen staat open voor overleg met minister Adema.

>Lees de motie

Goede uitgangssituatie droogteseizoen 2023

Op 1 april start officieel het droogteseizoen. Van de afgeslopen 5 zomers waren er in Nederland 4 zeer droog, maar de uitgangssituatie voor het droogteseizoen in Nederland is goed. Dat komt door de relatief natte wintermaanden en door de maatregelen van de waterbeheerders om water vast te houden. Dit is gunstig voor de scheepvaart-, landbouw-, natuur- en drinkwatersector.

Dempen van sloten

Het landelijke beeld is dat de grondwaterstanden grotendeels zijn hersteld: ze zijn op de meeste plekken rond of boven gemiddeld. Waterschappen hebben in de winter de waterpeilen op veel plekken hoog gehouden om zo veel mogelijk water vast te houden. Het oppervlaktewater van kanalen, sloten, beken en meren is op peil. De waterkwaliteit is op orde. Er is voldoende water beschikbaar om zoutindringing tegen te gaan. Regionaal kunnen er nog wel enkele probleemsituaties zijn met het grondwater, bijvoorbeeld in Brabant.

Watervoorraad goed

De watervoorraad in Nederland is goed. De watervoorraad in de stroomgebieden van de Rijn en Maas is redelijk. De stuwmeren in de Alpen zijn goed gevuld. De sneeuwvoorraad is echter kleiner dan gemiddeld. De afvoer bij Lobith is hierdoor de komende maanden gevoelig voor snelle dalingen tijdens perioden met minder neerslag in het stroomgebied van de Rijn.

Normale hoeveel neerslag verwacht

Tot 2 april wordt er geregeld neerslag verwacht, zowel in Nederland als in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Voor de komende periode verwachten we een normale hoeveelheid neerslag. De verwachtingen voor de rivierafvoeren zijn de komende weken hoger dan gemiddeld.

Start droogteseizoen

Op 1 april start dus officieel het droogteseizoen. Dit betekent onder meer dat de waterbeheerders de droogtesituatie continu monitoren. Als er sprake is van (dreigende) droogte of neerslagtekort, wordt er wekelijks een droogtemonitor over de actuele stand van zaken gedeeld.

Droogtemonitor

De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.

>Droogtemonitor

Tweede Kamer wil meer mogelijkheden voor groen gas

28 maart 2023

De Tweede Kamerleden Pieter Grinwis (ChristenUnie) en Silvio Erkens (VVD) hebben op 23 maart een motie ingediend. Daarin vragen zij de regering om groen gas in beleid en wetgeving een prominente plek te geven. Daarmee wordt een gelijker en dus beter speelveld voor groen gas gecreëerd. De motie is op 28 maart aangenomen.



Grinwin en Erkens voerden als argument aan dat groen gas een aantrekkelijk alternatief is voor aardgas, zeker als het wordt gecombineerd met isolatie en hybride warmtepompen. Bovendien is transport, distributie en opslag van gas veel goedkoper dan van elektriciteit of warmte.

Andere landen

Daarbij kunnen we ook leren van andere landen: ook Groot-Brittannië, Duitsland en België zetten in op groen gas. Zij breiden hun gasinfrastructuur zelfs uit.

Fiscaal aantrekkelijk

De Kamerleden constateerden dat het in Nederland nog steeds fiscaal aantrekkelijker is om van biomassa warm water te maken dan om biomassa om te zetten in biogas. Dit ondanks de hoge kosten van het aanleggen van een helemaal nieuw warmtenet. Ook worden de SDE++ systeemkosten nog onvoldoende meegenomen.

Programma Groen Gas

Minister Rob Jetten van Klimaat is al bezig om het Programma Groen Gas uit te rollen. Een belangrijk onderdeel daarvan is het creëren van een passend speelveld in termen van stimulering en regelgeving.

Waterschappen en groen gas

Waterschappen produceren groen gas op de rioolwaterzuivering (rwzi). Op zo’n 70 van de meer dan 300 rwzi’s staat een vergistingsinstallatie. In zo’n installatie wordt 75 procent van het zuiveringsslib vergist. Door die vergisting ontstaat biogas wat kan worden opgewaardeerd naar aardgaskwaliteit. Dat noemen we groen gas. Bij elkaar zijn de waterschappen één van de grootste biogasproducenten in Nederland met een productie van meer dan 130 miljoen kuub biogas per jaar. Dat is 25 tot 30 procent van de hele nationale productie.