Gemeenten, provincies en waterschappen presenteren dinsdag 30 januari een agenda die Nederland klaarstoomt voor de grote uitdagingen van deze tijd. In een brief aan informateur Ronald Plasterk tonen de decentrale overheden hun bereidheid om samen met het nieuwe kabinet op te trekken in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken.
Regionale uitvoeringskracht
VNG, IPO en de Unie van Waterschappen benadrukken hun rol als essentiële partners bij het realiseren van oplossingen voor de uiteenlopende vraagstukken. Regionale uitvoeringskracht zal voor veel vraagstukken de sleutel zijn.
Ambities voor Nederland
De aanzet voor de agenda omvat een ambitieus plan om Nederland sterker en veerkrachtiger te maken. Belangrijke thema’s zoals bestaanszekerheid, woningbouw, klimaat en energie, landelijk gebied en water vormen de kern van de voorgestelde agenda. Voor de decentrale overheden is het daarbij belangrijk dat water en bodem sturend worden voor ruimtelijke plannen en dat dit lokaal, regionaal en waar nodig landelijk in de wet wordt verankerd.
Financiële ruimte en vertrouwen nodig
De decentrale overheden benadrukken het belang van een sterk partnerschap tussen het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen. Ze willen gezamenlijk werken aan uitvoerbare oplossingen. Het oproepen tot heldere keuzes, betrouwbare financiële verhoudingen en meer zekerheden in de uitvoering staat centraal in de aan de informateur gepresenteerde agenda. De aanzet voor de agenda vormt een uitnodiging aan het nieuwe kabinet om samen met de decentrale overheden de basis te leggen voor een toekomstgerichte samenwerking.
Op maandag 29 januari was het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water in de Tweede Kamer. In dit overleg behandelt de Kamer de wateronderdelen van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
De Unie van Waterschappen stuurde vooraf inbreng naar de Kamerleden die zij konden gebruiken in hun bijdrage. De inbreng ging deze keer over waterveiligheid, waterkwaliteit en de leidende rol van water en bodem in ruimtelijke keuzes. Tijdens het overleg werden deze thema’s uitgebreid behandeld. In totaal werden veertien moties ingediend.
Waterveiligheid
Het thema waterveiligheid kwam meermaals ter sprake tijdens het Wetgevingsoverleg Water. De inzet van waterschappen en Rijkswaterstaat bij het hoogwater van eind 2023 werd door verschillende Kamerleden gememoreerd en gewaardeerd. Tegelijk werd er gewezen op de opgave die er ligt om de situatie ook in de toekomst beheersbaar te houden. Door klimaatverandering is een situatie als die van eind 2023 niet meer uitzonderlijk te noemen, zei de ChristenUnie.
Maatregelen zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma en Ruimte voor de Rivier hebben hun nut bewezen, maar blijven van groot belang. Diverse Kamerleden vroegen naar het toekomstige budget voor waterveiligheid. Minister Harbers gaf aan eerst meer duidelijkheid nodig te hebben. Hij gaf aan dat het Deltafonds voor de komende jaren voldoende gevuld is om het Hoogwaterbeschermingsprogramma uit te voeren zoals gepland.
Kaderrichtlijn Water
Verschillende Kamerleden uitten zorgen over het tijdig halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027. Ook het ‘one out, all out-principe’ zien onder andere PVV, NSC en BBB liever verdwijnen. Dat principe houdt in dat als een waterlichaam op basis van één parameter niet voldoende scoort, de eindscore van het hele waterlichaam onvoldoende is. Op dit moment wordt volgens de minister ongeveer 75 procent van de doelen van de KRW gehaald, maar in elk water zit minstens één stof die niet voldoet. Daarom voldoet geen enkel waterlichaam aan alle normen.
Volgens GroenLinks/PvdA, D66 en PvdD is bij het halen van de KRW-doelen een belangrijke rol weggelegd voor agrariërs. BBB wijst erop dat er jaarlijks 190 ton aan medicijnresten en 17 ton aan gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomt. D66 gaf daarop aan dat er zeker veel moet gebeuren aan de medicijnresten, maar dat het ook gaat om de giftigheid ervan. De PVV vraagt de minister in Brussel te lobbyen om te zorgen dat er minder vervuild water ons land binnenstroomt.
De Partij voor de Dieren heeft vragen over het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van waterschappen. Door diverse rapporten is nu bekend hoe de Omgevingsdiensten omgaan met vergunningverlening. Maar hoe vullen de waterschappen op het gebied van toezicht, handhaving en vergunning hun taken in? Doel is om ons water te beschermen. De minister gaf daarop aan een onderzoek hiernaar te starten.
Water en bodem sturend
Ook de uitdagingen die er liggen op het gebied van ruimtelijke ordening staan bij veel Kamerleden op de agenda. D66 en ChristenUnie vragen de minister om meer actie op dit onderwerp. GroenLinks/PvdA en NSC vragen de minister of het principe van water en bodem sturend juridisch verankerd kan worden. De minister laat weten dat er sinds de verschijning van de Kamerbrief in november 2022 hard is gewerkt om wet- en regelgeving te maken. Daarnaast zijn water en bodem al leidend in bijvoorbeeld het Nationaal Programma Landelijk Gebied, het Novex-programma en de Nota Ruimte. Dit voorjaar wordt er een besluit genomen over de borging van ‘Water en bodem sturend’.
Over de ingediende moties wordt dinsdag 6 februari gestemd.
In 2023 zijn er door de 21 waterschappen meer muskus- en beverratten gevangen in Nederland dan het jaar ervoor. Ze vormen een risico voor onze waterveiligheid door graverij in dijken en de natuur.
Per regio zijn de vangsten verschillend. In 2023 zijn er ruim 2.500 meer muskusratten gevangen, een stijging van vijf procent ten opzichte van 2022. Het aantal beverratvangsten in Nederland is in 2023 toegenomen tot 1.645, een toename van 45 procent ten opzichte van 2022. Het werk van de bijna vierhonderd gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders van de waterschappen blijft van groot belang.
Muskus- en beverratten
Van nature komen muskus- en beverratten niet voor in Nederland, ze zijn hier door menselijk handelen beland. Ook hebben de dieren bij ons nauwelijks natuurlijke vijanden. De dieren worden bestreden omdat ze schade brengen aan waterkeringen en oevers door holen en gangen te graven. Ook maken ze nestkommen met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels. Zo veroorzaken ze verzakkingen in dijken en kades. In het ergste geval kan een dijk of kade doorbreken waardoor er dorpen of zelfs steden onder water lopen.
Dijken beschermen
Bestuurder Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen: “Ongeveer 3500 kilometer aan dijken beschermen Nederland tegen overstromingen: van de zee, grote rivieren, meren en plassen. Mede door het veranderende klimaat wordt de druk op onze dijken (zoals bijvoorbeeld tijdens het hoge water eind 2023) in de toekomst nog groter. Het voorkomen van graverij door muskus- en beverratten blijft daarom een belangrijke taak van de waterschappen”.
In 2023 meer vangsten muskusratten dan in 2022
In 2023 zijn er in totaal 51.043 muskusratten door de 21 waterschappen gevangen. Dat is een toename in vangsten van 2.596 dieren, wat een stijging van vijf procent is ten opzichte van 2022. De regionale verschillen zijn groter geworden. In gebieden met veel muskusratten zijn er opnieuw meer muskusratten gevangen door extra inzet van de muskusratbestrijders.
Om in deze gebieden uiteindelijk ook een daling in de muskusratpopulatie te bereiken, moeten hier eerst zoveel mogelijk muskusratten worden gevangen. Dit heeft een stijging in vangsten tot gevolg. In andere gebieden zet de ingezette daling van muskusratvangsten juist door. Langs de landsgrens proberen de waterschappen de instroom van muskusratten direct weg te vangen. Zo wordt geprobeerd het binnenland uiteindelijk vrij van muskusratten te krijgen.
Toename vangsten beverratten in 2023
Bij de beverrat is het al gelukt om ze terug te dringen naar de landsgrens. Nederland heeft geen eigen populatie beverratten meer. Ruim 95 procent van de vangsten vindt plaats direct langs de grens met Duitsland. Als gevolg van opeenvolgende zachte winters en een minder goed georganiseerde bestrijding is de beverratpopulatie in Duitsland nog steeds omvangrijk. Het aantal beverratvangsten langs de grens in Nederland is met 45 procent toegenomen: in 2023 werden er 1.645 beverratten gevangen. Door de beverratten direct langs de grens te vangen, wordt voorkomen dat ze zich opnieuw over het hele land verspreiden.
Samenwerking in de Krimpenerwaard
De bijna 400 gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders van de waterschappen werken intensief met elkaar samen. Zo werd er in het najaar van 2023 een grote vangactie in de Krimpenerwaard gehouden. Muskusratbestrijders uit het hele land hebben in de Krimpenerwaard geholpen om muskusratten te vangen. Dit draagt bij aan het gezamenlijke doel om in 2034 geen (levensvatbare) populatie muskusratten meer te hebben in Nederland. Dat is het geval als er in het binnenland minder dan 500 muskusratten per jaar worden gevangen.
Ook bedreiging biodiversiteit
Muskus- en beverratten vormen ook een bedreiging voor de biodiversiteit. De dieren staan daarom allebei op de Europese lijst van Invasieve soorten. Ze eten planten als riet en lisdodde weg, en verdringen daardoor inheemse diersoorten zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Deze vogels leven in het riet, waar ook de muskus- en beverratten hun leefomgeving hebben.
Waterschappen willen landelijk beleid
Sinds de herintroductie groeit de beverpopulatie en verspreiden ze zich verder door Nederland. Bevers zijn beschermde dieren in heel Europa, dus ook in Nederland. Ze hebben voor- en nadelen voor waterkwaliteit en veiligheid. Zo verhogen bevers de biodiversiteit. Dit komt doordat ze water vasthouden met hun dammen. Helaas veroorzaken de bevers ook schade en brengen ze de waterveiligheid in gevaar door het graven van holen in dijken. Wanneer dit het geval is, grijpen de waterschappen in volgens een beverprotocol en een door de provincie verleende ontheffing. De waterschappen willen dat er landelijk beleid komt voor de beveraanpak.
Woensdag 31 januari start de Tweede Kamer de behandeling van de begroting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De Unie van Waterschappen stuurde de aandachtspunten van de waterschappen naar de Kamer.
Voorrangspositie waterveiligheid
Eind 2022 zegde LNV toe om te kijken naar een voorrangspositie voor waterveiligheid en de Kaderrichtlijn Water (KRW) als er depositieruime voorhanden is. Inmiddels is onder meer gebleken dat zelfs met het volledig elimineren van de stikstofuitstoot van de totale veestapel, er de komende jaren nog steeds sprake is van te veel stikstof in de Natura 2000-gebieden. Voorlopig zal er dus geen stikstofruimte zijn.
Vrijstelling vergunningsplicht
Door het gebrek aan stikstofruimte komt de uitvoering van de wettelijke opgaven van waterkwaliteit (en dus de KRW) en waterveiligheid (en het Hoogwaterbeschermingsprogramma) in gevaar. Waterschappen hebben hier grote zorgen over. Het gaat immers om opgaven die essentieel zijn voor de leefbaarheid en veiligheid in ons land. Waterschappen vragen om een vrijstelling van de vergunningplicht voor waterveiligheids- en waterkwaliteitsopgaven.
Financiering versnellingsmaatregelen
De noodzaak om aan de slag te gaan met het watersysteem is groot. Boeren en natuurbeheerders worden steeds vaker geconfronteerd met extreme omstandigheden en natuurdoelen staan onder druk. Waterschappen hebben maatregelen op de plank liggen om hydrologieherstel voor de landbouw te koppelen aan de door provincies ingediende maatregelpakketten voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Ook de concentraties stikstof en nitraat zijn in veel (grond)watersystemen nog te veel hoog. Dit vraagt om een snelle start met de gebiedsgerichte aanpak, om de doelen dichterbij te brengen en het risico op schade te verminderen.
Maatregelen koppelen
De gebiedsgerichte aanpak biedt provincies en waterschappen de mogelijkheid om maatregelen te koppelen. Waterschappen hebben hiervoor financiering klaarstaan. Deze koppeling lukt alleen als de gebiedsprocessen gestart worden en hiervoor budget beschikbaar komt. Dit is niet alleen cruciaal voor het halen van de KRW-doelen, maar vooral om de risico’s van weersextremen terug te dringen.
Nutriënten-verontreinigde gebieden
De waterkwaliteit is de afgelopen decennia flink verbeterd, maar de verbetering stagneert. Meststoffen, zoals nitraat en fosfor, zorgen nog altijd voor een flinke druk op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Meer maatregelen zijn nodig. Met de aanwijzing van nutriënten-verontreinigde gebieden en maatregelen gericht op nitraat geeft de minister van LNV hier deels invulling aan.
Landsbreed en gebiedsspecifiek
Doordat de maatregel voor aanzienlijke gebied wordt bepaald, kan die ook agrariërs treffen die al positief bijdragen aan waterkwaliteit. De aanwijzing van nutriënt-verontreinigde gebieden kan zo het draagvlak onder agrariërs voor deelname aan gebiedsprocessen en andere waterkwaliteitsmaatregelen verminderen. Waterschappen hebben deze zorgen aan de minister gemeld. Een effectieve aanpak vraagt om een combinatie van goed onderbouwde, stimulerende maatregelen, die zowel landsbreed als gebiedsspecifiek zijn. Juist met meer onderlinge samenhang werken we succesvol aan schoner en gezonder water.
Woensdag 24 januari staat het commissiedebat Nieuwe maatregelen netcongestie op de agenda in de Tweede Kamer. De waterschappen hebben hiervoor een aantal aandachtspunten ingebracht. In hun inbreng wijzen ze op het belang van betrouwbare toegang tot het elektriciteitsnet. Dit is cruciaal voor de waterschappen om hun wettelijke taken uit te voeren.
Elektriciteit nodig voor waterkwaliteit
Voor het zuiveren van afvalwater en het droogmalen van polders gebruiken de waterschappen voornamelijk elektriciteit. De komende jaren is er juist meer elektriciteit nodig om te voldoen aan de waterkwaliteitseisen vanuit de Kaderrichtlijn Water en de EU-richtlijn Stedelijk Afvalwater.
Netcongestie
Voor de waterschappen betekent netcongestie dat de noodzakelijke vergroting van bestaande aansluitingen niet altijd mogelijk is. De geldt ook voor de aanvraag van nieuwe aansluitingen. Maar alle inzet is nodig om klimaatverandering het hoofd te bieden en Nederland droog en veilig te houden.
Uitbreiding aansluiting
Waterschappen zijn steeds vaker genoodzaakt om het met de netbeheerder overeengekomen vermogen voor de poldergemalen te overschrijden. Dit gebeurde onlangs nog bij de hoogwaterpiek rond kerst. Daarnaast kunnen netbeheerders niet altijd toestemming geven voor de noodzakelijke uitbreiding van de netaansluiting. De waterschappen roepen daarom op: “Sluit de waterschappen bij calamiteiten zoals hoogwater uit van de verplichting de aansluit- en transportovereenkomst na te komen.”
Innovatieve oplossingen
De waterschappen willen samen met de netbeheerders actief zoeken naar innovatieve mogelijkheden om netcongestie te verminderen. Zo worden mogelijkheden verkend om rioolwaterzuiveringen in te zetten als smart energy hubs. Bijvoorbeeld door productie en opslag van duurzame energie en het balanceren van vraag en aanbod. Samen met netbeheerders gaan waterschappen onderzoeken of het mogelijk is om de gemalen meer flexibel aan en uit te zetten, om zo onderdeel te worden van de oplossing.
Communicatiebureau Kris Kras heeft de aanbesteding gewonnen om de nieuwe uitgever te worden van Het Waterschap, het magazine van de Unie van Waterschappen. Deze week staan de handtekeningen onder het nieuwe jaarcontract, met de optie dit te verlengen tot een contractduur van vier jaar. De Unie van Waterschappen en Kris Kras kijken uit naar de nieuwe samenwerking.
Het Waterschap is het tijdschrift van de Unie van Waterschappen en werd de afgelopen vier jaar uitgegeven door Publiek Denken, waarna er officieel weer een aanbesteding nodig was voor het nieuwe contract. Uit die aanbesteding rolde Kris Kras als winnaar.
Nieuwe ambities met het tijdschrift
“In de nieuwe aanbesteding hebben we een aantal wensen geuit voor vernieuwing”, zegt Willem Wensink, MT-lid van de Unie van Waterschappen. “Zo willen we ons meer gaan focussen op de doelgroep waterschapsbestuurders en de impact en verspreiding van de artikelen in het magazine vergroten door een meer crossmediale aanpak. We geloven in Kris Kras een partner te hebben gevonden met wie we deze nieuwe ambities kunnen gaan realiseren en kijken uit naar de samenwerking.”
Maatschappelijk relevant
“Het uitgeven van tijdschrift ‘het Waterschap’ past goed in het porfolio van Kris Kras”, vertelt Christian Soer, directeur-eigenaar van Kris Kras Communicatie. “Naast ons werk voor gemeenten, provincies en het Rijk, zijn we blij dat we nu ook voor de Unie van Waterschappen mogen werken. Door de jarenlange samenwerking met Rijkswaterstaat en drinkwaterbedrijf Vitens zijn we bekend met de materie. Het team van Kris Kras loopt warm voor maatschappelijk relevante thema’s, en water is daar zeker een van. Het aanbestedingsproces van de Unie hebben we als zeer professioneel en prettig ervaren en geeft een energiek startpunt voor een prettige en succesvolle samenwerking.”
Wat merken de lezers ervan?
De abonnees en lezers van Het Waterschap merken pas later dit jaar dat er een wisseling in uitgevers plaatsvindt. De eerste twee nummers in 2024 worden nog uitgegeven door Publiek Denken. Wensink: “We hebben ruim vier jaar heel prettig samengewerkt met Publiek Denken en sluiten met de twee laatste nummers een mooie periode af. Tegelijkertijd maken we een start met Kris Kras waarin we de overige nummers van dit jaar gaan voorbereiden.”
Jane Alblas, een van de twee hoofdredacteuren van Het Waterschap: “We blijven trouw aan enkele goed gewaardeerde elementen van het blad, maar de lezer zal merken dat we qua onderwerpen en de digitale doorvertaling een nieuwe weg inslaan. Die is meer gefocust op de waterschapsbestuurders. Maar ook voor de niet-bestuurders blijft er natuurlijk nog genoeg interessants en relevants te lezen.”
Wie is de Beste lokale bestuurder van 2023? Sinds 16 januari kan er gestemd worden op één van de dertien genomineerden voor deze jaarlijkse titel. Watergraaf Erik de Ridder van waterschap De Dommel is één van de genomineerden.
Dit jaar is het de vijftiende keer dat de verkiezing wordt gehouden, georganiseerd door Binnenlands Bestuur. De verkiezing van 2023 staat in het teken van het jaarthema “Betrokken bewoner, betrokken bestuurder”.
Dertien genomineerden
Uit de eerste ronde zijn dertien genomineerden naar voren gekomen: vanuit elke provincie de beste bestuurder (12) en de beste waterschapsbestuurder (1). Dat is Erik de Ridder van waterschap De Dommel geworden: “Hij is bij uitstek een bestuurder die ondanks zijn drukke agenda altijd op zoek is naar het individuele contact, vanuit de overtuiging dat dit de basis is van een goede samenwerking.”
Stemmen op Beste Bestuurder
Er kan sinds 16 januari gestemd worden op genomineerden voor alle categorieën. De stemming sluit op maandag 29 januari. De bekendmaking is op woensdag 7 februari, tijdens het Beste Bestuurder-evenement in Kerkrade.
In 2023 is de vernieuwde regeling van Stichting Opruiming Restanten en Lege Verpakkingen in de Landbouw (STORL) van start gegaan. Agrarisch ondernemers en loonwerkers in de open teelten en glastuinbouw kunnen hiermee ieder jaar kosteloos lege, gereinigde plastic verpakkingen van gewasverzorgingsproducten inleveren. Vanaf 2024 zamelt STORL naast verpakkingen ook restanten van gewasbeschermingsmiddelen in.
Inzameling resten gewasbeschermingsmiddelen
In 2024 gaat de STORL-regeling een volgende fase in: vanaf dit jaar worden ook de resten van gewasbeschermingsmiddelen ingezameld. Tot 50 kg/liter per afhaaladres gebeurt dit kosteloos. Bij grotere hoeveelheden zijn de kosten voor de agrarisch ondernemer of loonwerker. De inzameling van resten gewasbeschermingsmiddelen gebeurt eens per twee jaar. Na 2024 is de volgende inzameling dus in 2026.
Schoon oppervlaktewater
De inzamelingsacties voorkomen dat resten van gewasbeschermingsmiddelen in de leefomgeving en dus het oppervlaktewater terechtkomen. De waterschappen ondersteunen de inzamelingsacties dan ook. STORL is een samenwerking van belangenbehartigers CropLifeNL (voor gewasbeschermingsproducenten) en Agrodis (voor distributeurs), LTO Nederland (voor boeren en tuinders ) en Cumela (voor loonwerkers).
Deelname aan inzameling
Agrarisch ondernemers en loonwerkers die gebruik willen maken van de regeling, kunnen zich aanmelden via de website van STORL.
Maandag 29 januari staat het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water op de agenda van de Tweede Kamer. De Unie van Waterschappen stuurde de inbreng van de waterschappen naar de Kamerleden. De aandachtspunten zijn verdeeld over de thema’s waterveiligheid, waterkwaliteit en de leidende rol van water en bodem in ruimtelijke keuzes.
Waterveiligheid
Op het gebied van waterveiligheid benadrukken de waterschappen dat 2023 het natste jaar ooit gemeten is en dat de waterstanden lokaal uitzonderlijk hoog waren. De klimaatscenario’s van het KNMI voorspellen dat de jaarlijkse neerslaghoeveelheid steeds verder toeneemt. De waterschappen pleiten daarom voor blijvende investeringen in onder meer dijkversterkingen en waterbergingsgebieden. Daarnaast benadrukken ze dat er in de komende kabinetsperiode nieuwe afspraken nodig zijn over de gedeelde financiering van dijkversterking tussen 2028 en 2050. Dit in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).
Vragen aan minister over waterveiligheid
In hun inbreng stellen de waterschappen vragen voor die de Kamerleden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat kunnen stellen. Op het gebied van waterveiligheid stellen ze voor om de minister te vragen naar zijn mening over het advies van de deltacommissaris over het Deltafonds. Dit advies luidt het fonds te laten meegroeien met de verwachte kostenstijging die het gevolg is van klimaatverandering.
De waterkwaliteit in Nederland is de afgelopen decennia verbeterd, maar de waterschappen zijn bezorgd over de snelheid van de verbeteringen. Ze investeren ook de komende jaren flink, maar ook de landbouw, industrie, inwoners en het Rijk zijn aan zet. Daarnaast zijn de waterschappen voorstander van een bronaanpak: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. Om meer grip te krijgen op de emissies van gevaarlijke stoffen via indirecte industriële lozingen op de rioolwaterzuiveringen zijn nu concrete acties nodig. De waterschappen pleiten voor het actualiseren van indirecte vergunningen voor zeer zorgwekkende stoffen door de Omgevingsdiensten. Daar is in 2022 extra geld voor vrijgemaakt, maar de resultaten zijn nog onvoldoende zichtbaar.
Vragen aan minister over waterkwaliteit
De waterschappen stellen voor om de minister te vragen of de extra middelen voor de Omgevingsdiensten worden ingezet om specifiek de waterkwaliteit te verbeteren. Een andere vraag die ze suggereren is of de minister de zorgen van de waterschappen deelt dat de Omgevingsdiensten meer tempo moeten maken als het gaat om de waterkwaliteit.
Het voorkomen van vertraging is ook van belang voor de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Om een impuls te geven aan de uitvoering heeft de minister de provincies gevraagd maatregelpakketten in te dienen. Een deel hiervan is gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit. De waterschappen stellen voor om de minister te vragen of hier financiële middelen voor komen.
Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het noodzakelijk dat water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Door extreem weer, periodes van droogte, zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling is er meer ruimte voor water nodig. Tegelijkertijd is de druk op de ruimte groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen benadrukken onder meer dat zij vanaf het allereerste begin bij de keuzes betrokken moeten worden.
Vragen aan minister over ‘water en bodem sturend’
Om water en bodem tot uitgangspunt te maken in ruimtelijke plannen, is landelijke wetgeving nodig. In afwachting daarvan zijn verschillende waterschappen zelf aan de slag gegaan met regels. Begin 2023 heeft de Kamer een motie van de leden Grinwis en Geurts aangenomen over het meenemen van water en bodem in bestemmingsplannen. De waterschappen stellen voor om de minister te vragen hoe het nu staat met de landelijke wetgeving en hoe de aangenomen motie wordt uitgevoerd.
De interesse in de provinciale en waterschapspolitiek is de laatste jaren toegenomen, maar blijft erg beperkt. Dat blijkt uit een gezamenlijk kiezersonderzoek van de Universiteit Utrecht, de Universiteit Twente en de Universiteit Leiden. Aanleiding voor het onderzoek waren de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de waterschappen van afgelopen maart.
Waterschap minder bekend dan provincie
De onderzoekers onder leiding van Hans Vollaard, hoofddocent politicologie aan de Universiteit Utrecht, concludeerden dat minder dan de helft van de inwoners interesse heeft in de provinciale en waterschapspolitiek. Onder inwoners blijkt het waterschap nog minder bekend dan de provincie.
Interesse toegenomen
De onderzoekers zien wel een toegenomen interesse in de provinciale en waterschapspolitiek in de afgelopen drie jaar. Over het algemeen zijn ouderen, mensen met een hbo- of wo-achtergrond en inwoners van minder stedelijke gebieden bekender met het reilen en zeilen van de provinciale en/of waterschapspolitiek.
Grote bereidheid voor Provinciale Staten en algemeen bestuur
Daarnaast zijn veel meer inwoners dan dat er zetels zijn bereid zich kandidaat te stellen voor de Provinciale Staten en het algemeen bestuur van het waterschap. De bereidheid om zich te kandideren is bovengemiddeld onder mannen, theoretisch opgeleiden, mensen met een hoger inkomen en jongeren.
Opkomstcijfer onder de loep
De onderzoekers analyseerden ook het opkomstcijfer van de verkiezingen van 15 maart 2023. Voor de waterschapsverkiezingen was dat 53,7 procent. De opkomst is vooral toegenomen in de niet-stedelijke gebieden in het oosten van het land. In het westen daalde die opkomst juist in enkele stedelijke gebieden. De algehele opkomst is in 2023 slechts een paar procentpunten hoger dan voorheen, omdat er veel meer kiesgerechtigden wonen in het meer verstedelijkte westen. Het onderzoek laat zien dat de BBB meer dan andere partijen kiezers wist te mobiliseren die in het verleden niet gingen stemmen.
Onbekendheid blijft groot
Over het algemeen concluderen de wetenschappers: “Ondanks de toegenomen media-aandacht en de hogere opkomst, zijn de provinciale en waterschapsdemocratie maar weinig (meer) tot leven gekomen bij de verkiezingen van 2023. De interesse in provinciale en waterschapspolitiek is weliswaar wat gegroeid, maar de provincie en het waterschap blijven toch vooral onbekend onder inwoners, terwijl de nationale politiek dominant blijft in het stemgedrag.”
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.