Terugblik op de Commissie Waterkeringen van 7 juni

13 juni 2023

Op 7 juni vergaderde de Commissie Waterkeringen (CWK) van de Unie van Waterschappen. De commissie besprak onder andere de kadernota Hoogwaterbeschermingsprogramma, voorfinanciering van projecten en vacatures.

primaire waterkering: dijk in polder met blauwe lucht en wolk

Kadernota Hoogwaterbeschermingsprogramma

De kadernota levert de spelregels voor jaarlijkse programmering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Vorig jaar zag de commissie de eerste duidelijke knelpunten door duurdere en langere projecten. Dit jaar moeten tekorten uit de vorige cyclus opgelost worden. Tegelijkertijd wil de commissie nieuwe projecten te programmeren. Daarom stelde de CWK nieuwe spelregels in de kadernota voor. Eind augustus organiseert de commissie een extra ambtelijke bijeenkomst om verschillende scenario’s te bespreken. Het doel is om tot een programmering te komen. Tegelijkertijd werkt het HWBP aan de langetermijnprogrammering, om te kijken hoe alle dijken in 2050 aan de norm kunnen voldoen.

Adviezen voor programmabestuur HWBP


De CWK geeft de waterschapsvertegenwoordiging in het programmabestuur van het HWBP een aantal punten mee. De commissie vindt het belangrijk om:

  • de integraliteit van stukken en besluiten te borgen;
  • de effecten van nieuwe spelregels te duiden ook voor de langere termijn;
  • de zorgvuldigheid van het proces te bewaken;
  • de negatieve effecten van voorfinanciering te beperken;
  • de spanning tussen oude en nieuwe spelregels te duiden.

Het programmabestuur HWBP nodigde Waterschap Rivierenland om een kijkje te geven in hun praktijk en belangen bij de programmering.

Voorfinanciering projecten

De programmadirectie lichtte bij de kadernota ook het onderzoek naar voorfinanciering van projecten toe. Doordat projecten duurder worden en langer duren zijn beschikbare middelen lager dan wat de waterschappen voorzagen. De voorfinanciering leidt mogelijk tot hogere kosten voor de projecten. Dit komt door de oplopende rentelasten. Binnen het HWBP wordt het probleem, de omvang en aanleiding en mogelijke oplossingen verkend. In september volgt er een eerste beeld van de problemen die voorfinancieren met zich meebrengt. In november 2023 zijn er scenario’s uitgewerkt en in maart 2024 neemt het programmabestuur van het HWBP hier een besluit over.

Vacatures

Het programmabestuur HWBP en het Beleidsplatform Waterveiligheid hebben nieuwe vacatures openstaan voor waterschapsvertegenwoordiging binnen het HWBP-bestuur. De vacatureteksten verschijnen in de week van 19 juni. Het Uniebestuur selecteert 2 kandidaten uit de aanmeldingen.

Update waterveiligheidsportaal

De CWK adviseerde positief over het vrijgeven van de financiële reservering voor het up-to-date brengen van het Waterveiligheidsportaal. Met dit voorgenomen besluit van het programmabestuur HWBP kan de ICT-veiligheid van het Waterveiligheidsportaal worden aangepast.

Landelijke beoordelingsronde primaire keringen

De CWK benoemde aandachtspunten voor de globale kosteninschatting over de eerste landelijke beoordelingsronde primaire keringen (LBO-1) en voor de langetermijnprogrammering HWBP. Een dijktraject dat niet aan de wettelijke norm voldoet is niet gelijk aan het deel dat versterkt moet worden in het HWBP. Bovendien bepalen uitgangspunten en aannames de kosteninschatting. De analyse en duiding moet zorgvuldig gebeuren om betrouwbare resultaten te krijgen.

Blue Deal congres: 16 buitenlandse delegaties bezoeken Nederland

12 juni 2023

Van 12 tot en met 16 juni vindt het eerste Blue Deal-congres in Amsterdam plaats. 14 landen nemen met 16 delegaties deel aan dit watercongres. Zij bezoeken Nederlandse waterprojecten in diverse provincies. Zo willen de Nederlandse waterschappen en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat kennis uitwisselen binnen de internationale watersector.

Zuid-Afrika Blue Deal

Het ambitieuze doel van de Blue Deal

In 2030 20 miljoen mensen wereldwijd beschermen tegen water en tegelijkertijd toegang bieden tot voldoende en schoon water. Dat is het ambitieuze doel van de Blue Deal. Het internationale programma van de 21 Nederlandse waterschappen en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. Het Blue Deal programma draagt bij aan het behalen van de Sustainable Development Goals: werelddoelen voor duurzame ontwikkeling. De Blue Deal is in 2018 begonnen. De tweede fase loopt van 2023 tot 2030.

Gevolgen klimaatverandering

Luzette Kroon, bestuurslid van de Unie van Waterschappen en portefeuillehouder Internationaal vertelt: “De gevolgen van de klimaatverandering zijn groot. De afgelopen decennia is er steeds meer sprake van water gerelateerde rampen. Orkanen, hoosbuien en de stijgende zeespiegel leiden tot overstromingen. Droogte en watertekort ondermijnen miljoenen gezinnen in hun levensonderhoud. Ook maakt droogte sommige gebieden onleefbaar. Dat zorgt voor heel veel schade, onrust en bedreigt vrede en veiligheid. Dit wakkert migratie aan. Internationaal staat water daarom hoog op de beleidsagenda.”

Blue Deal is een én-én-programma

Er is een toenemende vraag naar kennis en expertise op het gebied van waterbeheer. “Die kunnen de waterschappen bieden. Maar met de Blue Deal willen de waterschappen niet alleen kennis brengen, maar ook ophalen”, benadrukt Kroon. “Het is een én-én-programma. Zo leren wij van de ervaringen met droogte in landen als Burkina Faso en Zuid-Afrika. Denk bijvoorbeeld aan de samenwerking met stakeholders, maar ook de overschakeling naar gewassen waarvoor minder water nodig is. Dat is voor de hele watersector relevant.”

Eerste Blue Deal-Congres

Delegaties uit Argentinië, Burkina Faso, Colombia, eSwatini, Ethiopië, Ghana, Indonesië, Kenia, Mozambique, Palestijnse gebieden, Peru, Roemenië, Vietnam en Zuid-Afrika bezoeken het eerste Blue Deal-congres. De internationale partners krijgen de mogelijkheid elkaar en de Nederlandse betrokkenen bij de Blue Deal te leren kennen. Ook organiseert het congres enkele excursies naar Nederlandse waterprojecten. Tot slot bezoeken de delegaties één van de 21 partner- waterschappen.

> Over de Blue Deal

Materieel waterschappen op weg naar waterramp Oekraïne

Na de verwoesting van de Kachovka- stuwdam in Oekraïne hebben de Europese Unie en het Rijk de 21 waterschappen en Reddingsbrigade Nederland gevraagd om materiële hulp te bieden. Afgelopen week hebben de waterschappen al het beschikbare materieel verzameld. Op maandag 12 juni is het eerste transport van 15 vrachtwagens naar Oekraïne vertrokken.

Materieel noodhulp dat op transport gaat naar Oekraine

Deze eerste vrachtwagens bevatten onder andere boten, pompen, reddingsboeien, reddingsvesten en waadpakken. Later in de week vertrekken meer colonnes met vrachtwagens uit Nederland naar het rampgebied.

Samenwerking voor noodhulp

Een grote logistieke operatie verzamelde al het materieel uit Nederland de afgelopen dagen in een depot in Vriezenveen, Overijssel. Vanaf deze locatie onder regie van het Rijk transporteren vrachtwagens het materiaal naar het getroffen gebied. Dit gebeurt onder regie van het Rijk. Watergraaf Stefan Kuks van waterschap Vechtstromen was namens de 21 Nederlandse waterschappen aanwezig bij het vertrek van het transport. “Als Nederlandse waterbeheerders dragen we graag een steentje bij aan de noodhulp voor deze grote humanitaire waterramp in Oekraïne. Dat doen we samen met de Nederlandse Reddingsbrigade. De afgelopen dagen is er een enorme logistieke operatie uitgevoerd. Het liefst wil je nog sneller handelen om mensen in nood zo snel mogelijk te helpen. Tegelijkertijd besef ik dat deze actie ontzettend snel van de grond is gekomen. Binnen een paar dagen is zwaar materieel uit heel Nederland verzameld en gaat het al op transport. Complimenten voor de mensen die hier de afgelopen dagen dag en nacht aan hebben gewerkt.”

Verwoeste Kachovka- stuwdam

Een 3 kilometer lange stuwdam in de Oekraïense rivier de Dnipro is verwoest. Hierdoor is een groot gebied onder water komen te staan. Tienduizenden mensen zijn of moeten worden geëvacueerd. Heel Europa organiseert noodhulp, waaronder Nederland.

Maximale bezoldiging dagelijks bestuur aangepast

9 juni 2023

Op 7 juni besloot de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) dat de maximale bezoldiging voor leden van het dagelijks bestuur van de waterschappen verhoogd kan worden. Met deze beslissing kan het algemeen bestuur de bezoldiging van 300 procent naar maximaal 400 procent van het voltijdsbezoldigingsbedrag verhogen.

Polder landschap met weide, water en natuur- stikstof

Signaal van de waterschappen

De waterschappen geven al langere tijd het signaal af dat de bezoldiging van 300 procent te laag is. Dit komt door de toename van taken en onderwerpen bij de waterschappen. Daarnaast zijn de werkzaamheden ook complexer geworden. De Unie van Waterschappen verzocht op 16 februari de minister van BZK om in het Rechtspositiebesluit de mogelijkheid op te nemen om de bezoldiging voor leden van het dagelijks bestuur van de waterschappen vast te kunnen stellen op maximaal 400 procent. De minister van BZK nam hier een positief besluit over.

Algemeen bestuur beslist over verhoging

De bevoegdheid om gebruik te maken van de verhoging ligt bij het algemeen bestuur. Het gaat om een zogenaamde ‘kan-bepaling’. Deze aanpassing heeft geen automatisch effect op de huidige bezoldiging van maximaal 300 procent. Een aanpassing van de maximum bezoldiging vergt een nieuw besluit van het algemeen bestuur.

Terugwerkende kracht

Het besluit heeft een terugwerkende kracht tot 29 maart 2023. De datum waarop de nieuwe algemene besturen van de waterschappen zijn geïnstalleerd. De minister van BZK koos voor deze datum om duidelijk te maken dat het besluit betrekking heeft op de nieuwe dagelijks bestuurders.

Waterschappen sturen materieel naar Oekraïne

8 juni 2023

De waterschappen reageerden positief op een verzoek van de Europese Unie en het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) om materiële hulp te bieden aan Oekraïne, dat getroffen is door de verwoesting van de Kachovka-stuwdam. Op korte termijn leveren de waterschappen boten, vlotten, reddingsboeien en pompen aan Oekraïne.

hoogwater

Noodhulp

Het ministerie vroeg de hulp van de 21 waterschappen, die graag mee willen werken. BuZa organiseert en coördineert de noodhulp namens Nederland. Het aangeboden materieel speelt daarbij een belangrijke rol.

Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “Als Nederlandse waterbeheerders dragen we een steentje bij aan de noodhulp voor deze grote ramp. Niet alleen op korte termijn met materieel, maar eventueel ook op lange termijn met onze (internationale) kennis en expertise op het gebied van waterbeheer. Die kan Dutch Water Authorities bieden samen met alle andere Nederlandse waterpartners.”

Verwoeste Kachovka- stuwdam

Een 3 kilometer lange stuwdam in de Oekraïense rivier de Dnipro is verwoest. Hierdoor is een groot gebied onder water komen te staan. Tienduizenden mensen zijn of moeten worden geëvacueerd. Heel Europa organiseert noodhulp, waaronder Nederland.

Waterkwaliteit centraal in commissiedebat water

Op woensdag 7 juni vond het jaarlijkse commissiedebat water in de Tweede Kamer plaats. Waterkwaliteit was het centrale thema. Veel partijen maken zich zorgen of Nederland de doelen van de Kaderrichtlijn water in 2027 gaat halen.



Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 5 juni het KRW-impulsprogramma gepubliceerd. Hier werd door verschillende partijen op gereageerd. D66 gaf aan het impulsprogramma teleurstellend te vinden. Zo staat er dat de normen voor bestrijdingsmiddelen verkend worden. Een gemiste kans volgens D66, want er is aanpak nodig in plaats van verkenning. Ook moeten de normen voor mest beter afgestemd worden op de KRW. Ook de VVD vindt het impulsprogramma niet concreet genoeg, terwijl het Rli-advies dat wel is. De minister liet weten eind juni vanuit het kabinet op het Rli-advies te reageren.

Kaderrichtlijn Water

De Partij voor de Dieren wil dat lozingsvergunningen worden herzien en dan ingetrokken als ze niet voldoen. Ook wil de partij dat toelating van gewasbeschermingsmiddelen nu echt afgestemd wordt op de KRW. De minister gaf aan dat zowel het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen als het mestbeleid afgestemd worden op de Kaderrichtlijn Water.

De ChristenUnie vindt dat de indicatoren van de KRW anders moeten en dat het ‘one out, all out’ principe moet veranderen, waarbij de waterkwaliteit als onvoldoende wordt gezien zodra één onderdeel niet voldoet aan de gestelde norm. De minister zei niet opnieuw te willen onderhandelen in Brussel en ook de KRW-meetmethode niet ter discussie te stellen. Over het laten meewegen van watervervuiling uit andere landen worden wel al gesprekken gevoerd.

De VVD wil geen tweede stikstofcrisis en vraagt de minister om een overzicht van regionale risico’s als we de doelen niet halen. De minister gaf aan dat niet heel fijnmazig aan te kunnen geven.

Grondwater

In verband met de aanhoudende droogte en de KRW-doelen vroegen veel partijen naar de mogelijkheid om beter in kaart te brengen welke grondwaterputten er zijn. Zo vroeg de VVD aan de minister hoe hij staat tegenover een meldingsplicht voor nieuwe en bestaande grondwaterputten. D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren zouden een stap verder willen gaan dan een meldingsplicht en vroegen om een vergunningsplicht voor grondwater. GroenLinks zou daarbij graag zien dat IPO en de Unie van Waterschappen samenkomen om de commercieel gebruikte grondwaterbronnen te vergunnen met een grens op capaciteit.

De minister gaf aan dat er nog geen vergunningsplicht is vanwege de grote werklast bij waterbeheerders. Het in beeld krijgen van alle grondwaterputten kan ook met een meldingsplicht. Hierbij noemt hij het initiatief van waterschap De Dommel, waarbij alle grondwaterputten voor kleinschalig gebruik gemeld moeten worden, voortvarend. De uitkomsten hiervan kunnen bepalen of deze meldingsplicht landelijk ingevoerd worden. De minister sluit zowel een meldingsplicht als een vergunningsplicht niet uit.

Vervolg

Het zomerreces van de Tweede Kamer begint op 7 juli. Nog vóór het zomerreces gaat dit debat verder in de plenaire zaal als Tweeminutendebat. Bij dit Tweeminutendebat kunnen Kamerleden moties indienen.

Nog voldoende water, neerslagtekort loopt op

7 juni 2023

Na een nat voorjaar is het sinds begin mei droog in Nederland. Dit heeft als gevolg dat het neerslagtekort inmiddels tot boven gemiddeld is opgelopen. Het is de verwachting dat het neerslagtekort de komende twee weken verder stijgt. Vooralsnog is er voldoende water om aan de stijgende watervraag te voldoen.



Voor de komende weken wordt geen tot weinig neerslag verwacht. Door de hogere temperaturen zal er ook sprake zijn van veel verdamping. De verwachting is dus dat het neerslagtekort verder oploopt. De afvoer van de Rijn en Maas daalt en ligt inmiddels onder het langjarig gemiddelde, maar is de komende weken voldoende om in de watervraag te voorzien in gebieden waar water kan worden aangevoerd. Ook in de regionale wateren zien we dat de afvoer in beken afneemt en dat de grondwaterstanden dalen, met name in gebieden waar geen wateraanvoer mogelijk is.

Voorbereiding

De waterschappen en Rijkswaterstaat nemen waar mogelijk maatregelen om zich voor te bereiden op een drogere periode. Waterschappen nemen extra water in uit het hoofdwatersysteem om de (verhoogde) waterpeilen te kunnen handhaven en een zoetwaterbuffer te creëren in de regionale watersystemen.

Met name op de hoge zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland wordt scherp gelet op de grondwaterstanden en wordt zoveel mogelijk water vastgehouden. Rijkswaterstaat houdt een verhoogd waterpeil aan in het IJsselmeer en het Markermeer ten behoeve van extra zoetwatercapaciteit. Het gaat om circa 5 centimeter verhoging ten opzichte van normale meerpeilen in de zomer.

Droogtemonitor

Rijkswaterstaat en de waterschappen monitoren de droogtesituatie continu. Indien er sprake is van (dreigende) droogte zal er wekelijks een droogtebericht op deze website komen met een actuele stand van zaken. Op de online droogtemonitor is de actuele situatie 24/7 te raadplegen.

De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.

Rapportage ILT over beoordelingsronde primaire keringen 2017-2022

1 juni 2023

De eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) werd in januari 2023 afgerond. Hierin beoordeelden de waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken en sluizen) volgens de nieuwste strengere veiligheidsnormen die in 2050 gaan gelden. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft als toezichthouder een feitelijke rapportage opgesteld voor de Tweede Kamer over de beoordelingsresultaten.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Commissiedebat Water

De rapportage over de periode 2017 t/m 2022 wordt op 7 juni tijdens het commissiedebat Water geagendeerd. En de minister van Infrastructuur en Waterstaat presenteert aan het eind van dit jaar het landelijk veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Dit rapport vormt daarvoor een belangrijke basis.

Nederland beschermen tegen water, nu en in de toekomst

De primaire waterkeringen beschermen Nederland tegen overstromingen van de zee, grote rivieren, meren en plassen. 38% van alle trajecten voldoet al aan de strengere eisen die in 2050 gaan gelden. Keringen die nog niet voldoen aan de strengere eisen zijn op dit moment veilig. Ze worden op termijn versterkt in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) om in 2050 te voldoen aan de strenge eisen. Alle resultaten en de voortgang zijn online inzichtelijk op het waterveiligheidsportaal.

Waterveiligheid is en blijft topprioriteit

Jeroen Haan, portefeuillehouder Waterveiligheid in het bestuur van de Unie van Waterschappen: “Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat is en blijft waterveiligheid topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren, onderhouden en versterken de waterkeringen in Nederland permanent en werken hiervoor intensief samen met ministeries en andere partners. En als onze dijkwerkers een acute onveilige situatie vermoeden, grijpen ze direct in. Ons werk is nooit af.”

Nieuwe veiligheidsnormen zijn strenger

Sinds 2017 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat met nieuwe, strengere normen voor waterveiligheid. Ze gaan uit van de kans op het bezwijken van een dijk en houden rekening met de effecten van klimaatverandering, de gevolgen van het overstromen van het achterliggende gebied op de inwoners en de economische waarde. Hoe groter de te beschermen waarde, hoe kleiner de kans op overstromen mag zijn. En dus hoe strenger de norm. Als een dijktraject bij de beoordeling niet voldoet aan die norm, betekent dat niet automatisch dat het héle traject versterkt moet worden. De werkwijze gaat uit van de zwakste schakel in een ketting. Op basis van het oordeel wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen.

Start nieuwe beoordelingsronde 2023-2035

In de wet staat dat primaire keringen iedere 12 jaar moeten worden beoordeeld op basis van de meest actuele kennis, zoals nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. Waterschappen en Rijkswaterstaat starten in 2023 met de voorbereidingen op een nieuwe beoordelingsronde tot 2035 (LBO-2). Ze doorlopen het hele proces opnieuw. Daarbij maken ze gebruik van de resultaten en ervaringen uit de eerste beoordelingsronde.

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het HWBP. Het gaat om ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen in heel Nederland. Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP.

>De ILT rapportage ‘Landelijk beeld van de staat van de primaire waterkeringen – beoordelingsronde 2017-2023’

>Lees het bericht ‘Eerste landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen afgerond’ (12 januari)

>Meer informatie over het Hoogwaterbeschermingsprogramma

12 juni eerste Blue Deal-congres

De Nederlandse waterschappen krijgen binnenkort buitenlands bezoek. 16 internationale delegaties nemen van 12 t/m 16 juni deel aan het eerste Blue Deal-congres in Amsterdam. De eerste dagen verblijven ze in Amsterdam om vervolgens Nederlandse waterprojecten en waterschappen in heel het land te bezoeken.



De Blue Deal is het internationale programma van de 21 waterschappen, samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. Al ruim 6 jaar wordt er met landen van over de hele wereld in partnerschappen samengewerkt en kennis uitgewisseld. Het doel: voor 20 miljoen mensen wereldwijd de toegang tot voldoende, schoon en veilig water verbeteren.

Bezoekers uit de hele wereld

Delegaties uit Argentinië, Burkina Faso, Colombia, eSwatini, Ethiopië, Ghana, Indonesië, Kenia, Mozambique, Palestijnse gebieden, Peru, Roemenië, Vietnam, Zuid-Afrika bezoeken het eerste Blue Deal-congres. Deze internationale partners hebben5 dagen lang de mogelijkheid elkaar en de Nederlandse betrokkenen bij de Blue Deal te leren kennen.

Kennis uitwisselen

Vanwege klimaatverandering is sterk waterbeheer essentieel. Daarom staan de congresdagen in het teken van ontmoeten en kennis uitwisselen. Zodat de partnerlanden van elkaar kunnen leren en met elkaar kunnen samenwerken in de toekomst. Want vergelijkbare uitdagingen op het gebied van water doen zich wereldwijd voor. De Blue Deal wil via dit congres landen samenbrengen, zodat zij ook gezamenlijk naar oplossingen kunnen zoeken en gebruik kunnen maken van elkaars ervaring.

Wat gaat er gebeuren op het congres?

Op 12 juni maken de gasten kennis met het Nederlandse waterbeheer. Ook bespreken ze, samen met Nederlandse bestuurders, de waterproblemen die landen wereldwijd ondervinden. Op 13 juni gaan de deelnemers uiteen in sessies om in te gaan op specifieke onderwerpen, zoals nature-based solutions en stakeholderparticipatie. 14 juni staat in teken van kennis opzoeken in de praktijk. Er worden excursies georganiseerd naar locaties waar wateroplossingen zichtbaar zijn, zoals kunstmatig schiereiland de Zandmotor. Op 15 en 16 juni gaan de delegaties apart van elkaar het land in. Iedere delegatie bezoekt dan 1 van de 21 Nederlandse waterschappen.

Aanmelden voor het congres is niet meer mogelijk. Het congres is alleen te bezoeken door mensen die meewerken aan de Blue Deal.

>Bekijk de Blue Deal trailer op YouTube

Waterschappen: verbetering waterkwaliteit gedeelde verantwoordelijkheid

Op 7 juni staat het jaarlijkse commissiedebat Water in de Tweede Kamer gepland. Waterkwaliteit staat daar hoog op de agenda. De waterschappen brengen daarom graag hun visie op het verbeteren van de waterkwaliteit onder de aandacht.

Waterkwaliteit water koeien handhaver

De afgelopen jaren hebben waterschappen en andere partijen veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Ten opzichte van 30 jaar geleden is er dan ook veel verbeterd. Echter, de verbeteringen gaan steeds langzamer. Het intensieve grondgebruik in Nederland zet het water onder hoge druk, terwijl klimaatveranderingmet zware regenval en langdurige hitte en droogte, steeds meer invloed heeft op de waterkwaliteit.

Samenwerken op alle vlakken

Waterschappen kunnen de KRW-doelen halen, maar ze kunnen dit niet alleen. Ook de landbouw, industrie, overheid en inwoners spelen een rol. Waterkwaliteit is in de volle breedte een optelsom van stoffen, lozingen, emissies en bronnen. Er valt niet te kiezen waar de maatregelen uitgevoerd moeten worden: alle partijen moeten verantwoordelijkheid nemen en aan de slag.

Wat waterschappen doen

Waterschappen nemen verschillende maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, zoals het aanleggen van vistrappen, het hermeanderen van beken en het herstellen van natuurlijke grondwaterstromen. Ze investeren ook in betere rioolwaterzuivering. Desondanks kunnen waterschappen met deze investeringen niet alle vervuilende stoffen, zoals PFAS, uit het water verwijderen. Alleen inzetten op zuivering is dus niet de oplossing.

Om meer inzicht en grip te krijgen op vervuilende stoffen, investeren waterschappen in een goede samenwerking bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. De vergunningen voor directe lozingen zijn actueel. Voor indirecte lozingen werken waterschappen graag samen met gemeenten en omgevingsdiensten.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer onderdeel van gebiedsprocessen

De belangrijkste probleemstoffen zijn nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Samen met onder meer de agrarische sector werken de waterschappen samen om de waterkwaliteit en -kwantiteit te verbeteren, met behoud van een perspectiefvolle bedrijfsvoering. Dit gebeurt onder andere in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Waterschappen adviseren om het DAW op te nemen in de gebiedsprocessen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Op deze manier kunnen er meer maatregelen genomen worden die bijdragen aan waterkwaliteitsdoelen, zonder dat het NPLG het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.

De vervuiler betaalt

Waterschappen zien steeds meer schadelijke stoffen in het water. Wereldwijd worden er jaarlijks meer dan 20 miljoen nieuwe chemische stoffen geregistreerd. Deze stoffen eindigen vroeg of laat in het water en de bodem. Waterschappen doen hun best om het water zo goed mogelijk te zuiveren, maar de producenten van chemische stoffen dragen ook een verantwoordelijkheid. Door de kosten voor het voorkomen van milieuschade bij de producenten neer te leggen, krijgen zij de verantwoordelijkheid hiervoor. Hierbij is de ketenaanpak medicijnresten een voorbeeld van gedeelde verantwoordelijkheid die ook op andere stofgroepen kan worden toegepast.

Reactie op Rli-rapport

In het rapport ‘Goed water goed geregeld’ doet de Rli aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse beleid gericht op de Europese Kaderrichtlijn Water. Waterschappen herkennen de problemen die de Rli benoemt en steunen het advies om alle grondwateronttrekkingen in kaart te brengen. De Brabantse waterschappen beginnen hiermee door alle kleine onttrekkingen te monitoren.

Het Rli-rapport benadrukt dat water en bodem leidend moeten zijn bij ruimtelijke keuzes. Keuzes die bepalen hoe we veilig kunnen wonen en werken in een laaggelegen delta, maar ook hoe succesvol we omgaan met waterkwaliteit, droogte en klimaatverandering.

> Lees de uitgebreide reactie waterschappen op Rli-rapport

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen